gebouw kunnen neerzetten, waar de aardappeleters de kou konden ontvluchten? Zou hij daar niet een aardappelvoorraad kunnen aanleggen, zodat men de gehele dag terecht kon, en het wachten en dringen voorbij was? Zou hij de norse boeren niet kunnen vervangen door welriekende meisjes? Zou hij niet zelf voor de verpakking kunnen zorgen? Zou hij ook niet in kleinere hoeveelheden dan een mud kunnen verkopen?
Het leek me een sluw commerciëel idee, tot ik langs een groentewinkel liep. Alles was al bedacht en uitgevoerd.
Van alle kanten wordt ons toegeschreeuwd dat we prijsbewust moeten zijn, de ondernemers te slim af moeten zijn, van bakker tot bakker moeten lopen om een halfje wit zo goedkoop mogelijk te krijgen, naar de politie rennen als de melkboer een cent steelt. Hoewel dit streven naar prijsbewustheid kennelijk de algemene sympathie geniet, wil ik mij er tegen verzetten. We hebben welvaart, of we hebben het niet. Als we geen welvaart hebben, moeten we direct alles zo organiseren dat we het krijgen. Als we (zoals iedereen zegt) wel welvaart hebben, dan moet die welvaart in de eerste plaats als gelukkig effect hebben dat we niet prijsbewust hoeven te zijn. Ik zou wel de tijd hebben om van de ene kruidenier naar de andere te lopen als die de speculaas goedkoper verkoopt, maar het allerbest smaakt speculaas als je helemaal niet over zijn prijs hoeft na te denken. De ware welvaart is volstrekte prijsbewusteloosheid. Maar worden dan de ondernemers en andere uitzuigers niet nog rijker? Jazeker, maar denk eens wat een ongelukkige tijden deze mensen hebben als ze de hele dag moeten zitten rekenen, terwijl ze zien dat wij ons luchthartig laten uitzuigen. Op de duur wordt het geld natuurlijk als overbodig détail afgeschaft en wordt het weghalen van spullen uit de winkels alleen maar geremd door de beperkte inhoud van onze maag en door onze natuurlijke luiheid om de boel te moeten dragen. Dat is het ideaal waarnaar we moeten streven, en niet dat iedere huisvrouw economiecolleges volgt en een logarithmetafel in haar boodschappentas heeft om de zakenlieden te overtroeven.
Wat is zo fijn in een vreemd land, waarvan men de valuta niet kent? Dat je maar uitgeeft zonder te weten of het duur of goedkoop is. (Ik wil toegeven dat er een categorie van mensen bestaat die dat juist afschuwelijk vinden. Voor hen begint het reiswoordenboekje met de zin ‘wat kost dat?’. Ik gun ze hun pervers plezier, als ze maar inzien dat het een plezier is, en niet iets wezenlijks. Voor deze minderheid van prijskaartjesmaniakken stel ik voor dat in onze welvaartstaat speciale voorzieningen worden getroffen: grote bedonderzaken, waar in verschillende hoeken verschillende prijzen gelden, zodat ze naar hartelust naar het goedkoopste kunnen zoeken. Door leugenachtige winkelbedienden, halflege doosjes en jeukende roomboter kunnen ze dan langzaam van hun afwijking genezen) Die euphorische vacantiestaat moet ook in eigen land mogelijk zijn. En als u toch geirriteerd raakt wanneer uw bakker een cent meer vraagt voor een brood dan hij mag, denk dan aan de raad van Marie Antoinette en koop crispbread, rye-king, crackers, beschuit, matzes, cake, toastjes, croissants en pinoches.
Monopoly is een aardig spel, maar je moet het niet serieus elke dag als levensvulling spelen. Ik heb vaak over het Scheveningse strand gelopen, maar me daarbij nooit afgevraagd voor hoeveel ik zo'n hotel zou kunnen kopen. Als iemand uit vrije wil in rottige, rokerige besprekingen met andere schlemielen de pier van Scheveningen of de Euromast wil gaan kopen, ruilen, verkopen of gappen, laat hem dan. En als wij in Scheveningen of Rotterdam deze krankzinnige horizontale of verticale uitstulpers van het landschap betreden, lach dan even om de arme man die bij de ingang onze ronde schijven met ‘god zij met ons’ in ontvangst neemt in de merkwaardige overtuiging dat hij daar wat aan heeft.
De keus is aan u: u kunt jaren vergallen door van drogist naar textielwinkel te rennen om de goedkoopste koffie te kopen, u kunt uw speeksel besteden aan premies en zegeltjes, met als effect dat u na jaren sparen genoeg geld over heeft om b.v. zelf een kruidenierszaakje te beginnen, om uw klanten te bestelen. U kunt ook Andriessen en alle economische krantenredacties gek verklaren en principiëel weigeren om verschil te zien tussen die twee grappige voorwerpjes: dubbeltjes en kwartjes.