Hollands Maandblad. Jaargang 5
(1963-1964)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
Hollands Maandblad
| |
[pagina 3]
| |
leven voortdurend in gevaar brengen door woest autorijden, minder erg dan abortus. Niet vreemd lijkt mij de plaats van het volgende punt: direkt na het ‘weghelpen’ van het verwachte kind komt het verwekken ervan, gecombineerd met het in de steek laten van de a.s. moeder. Niet vreemd, want hier zijn drie dingen opeengestapeld: paring buiten echt, onoplettendheid daarbij, en verlating. Maar toch: enige twijfel behoorde ons te bekruipen of moeder en kind wel zo erg geholpen zijn met het gedwongen huwelijk - het meest karakteristieke staaltje van la contrainte sociale. Deze twijfel past uiteraard slecht bij moraliserend NederlandGa naar eind2). Als punt drie komt het vloeken. Vijftien procent vindt dit het ergste van alles, en dat recht moeten wij de mensen geven. Wie in de kroeg alles kort en klein slaat beschadigt het belang van de kroegbaas; er zijn Hogere Belangen. Maar wat heel vreemd is: het vloeken wordt door slechts 2% achteraan gezet. Dat is haast niet te geloven. Bijna heel Nederland vindt dus vloeken erger dan: (keuze uit) hoereren, zuipen, landverraad, stelen? Nee toch. Zonder de godslastering aan te prijzen kan men constateren dat menige Nederlander er koud noch warm van wordtGa naar eind3). De cijfers uit Riskante gewoonten bewijzen dus wel, hoezeer wij in onze morele veroordeling irrationeel en inconsistent te werk gaan. Inzake het echte zuipen zijn wij toleranter dan goed is. Bijna niemand zet de stille drinker voorop, en dat valt te begrijpen want hij schaadt vooral zichzelf (naaste omgeving gemakshalve weggedacht!). Maar dat 40% hierin het minst erge ziet is niet zo best. Het stille drinken is iemands zekere ondergang, zekerder dan de incidentele abortus (lijkt mij); zekerder dan enig hoerenlopen en wellicht ook wel zekerder dan een (incidentele) diefstal; drie dingen die door haast niemand achteraan worden gezet. Roekeloos met eigen gezondheid omgaan (door Gadourek in het lijstje ingevoegd om een aanknopingspunt met de rookgewoonten te krijgen) wordt trouwens in het algemeen niet zo erg gevonden: haast niemand zet het voorop, en velen (meer dan een derde) rangeren het op de beide laatste plaatsen. Bij dezen velen zullen wel vele zware rokers zijn. Teleurstellend lijkt mij verder de geringe bereidheid, roekeloos autorijden krachtig te veroordelen. Dat wordt slechts door 7% voorop gezet; dit getal komt na abortus, verlating, vloeken en landverraad. Bij acht procent komt deze vorm van slordig met mensenlevens omspringen zelfs helemaalachteraan. Onze moraal is nog niet aangepast aan de groei van het autopark. Wat mij het meest stoort in deze cijfers is wel, dat onze sociale normen zo emotioneel, zo overgeleverd en zo metafysisch georiënteerd zijn. Nu ja, wat had men anders kunnen verwachten in een theologiserend land, waar zelfs de humanisten het moeilijk vinden om simpel fatsoen te rijmen met de ontstentenis van een blik omhoog. ‘Kijk niet in de lucht maar op de weg’ is een devies dat blijkbaar alleen bij Schiphol geldt.
J. Pen |
|