Tentoonstellingen
Terwijl heel wat kunstzalen gesloten het einde van de vacantie afwachten is het in de musea een en al vrolijkheid en vertier. Het Rijksmuseum in amsterdam toont, u weet dat al, hoogtepunten van tekenkunst en aanwinsten. Over de ‘Honderdvijftig jaar Nederlandse Kunst’ in het Stedelijk schrijft, elders in dit nummer, W.A.L. Beeren. Museum Fodor viert het honderdjarig bestaan met aan paars beklede muren de door stichter Fodor verworven schilderijen te hangen (o.a. het onvoorstelbaar akelige stuk ‘Christus Consolator’ van pathetius Ary Scheffer) en, als minder curieuze maar veel belangrijker collectie, tekeningen van vijftiende tot negentiende eeuw waaronder da Vinci, Rembrandt (tot 30 september). arnhem's Gemeentemuseum toont een mooi overzicht Franse sculptuur van Rodin tot heden. dordrecht handhaaft de roem van het museum door weer een erg aardige expositie: ‘Nederlandse landschappen uit de 17e eeuw’, een uitgelezen collectie van niet altijd gigantische meesters (die er ook zijn) maar vooral veel minder bekende en toch uitstekende petit-maîtres.
Het Gemeentemuseum in den haag doet veel, dit jaar. Tot 2 september nog de zeer grote Kandinsky-expositie, waar men van de vroegste, figuratieve tijd tot de laatste abstracties (1944, het jaar van zijn dood) de ontwikkeling kan volgen van de oppergod der nonfiguratieve kunst. Van geheel andere aard, maar zonder de voorganger ondenkbaar, zijn de beelden van de jonge Duitser Otto Hajek, dunne bronzen pluimen in de Nieuwe Vleugel, grote, statische monumenten in de tuin. Het koninklijk Penningkabinet laat tot het einde van dit jaar Nederlandse Penningkunst uit vijf eeuwen zien. In 's hertogenbosch eveneens vijf eeuwen, maar hier vertegenwoordigd door religieuze voorwerpen uit kerkelijke verzamelingen. In het Singermuseumvan laren tot 1 sept. ‘Modernen van toen’ (= 1570-1630). leiden toont een heel mooie collectie 19e en 20e eeuwse aquarellen, uit de verzameling Paul Brandt, tot 29 augustus. Wanneer de futuristen destijds hun zin hadden gekregen inzake het verbranden der musea, dan had Boymans van Beuningen in rotterdam nu niet het overzicht van de aanvankelijke futurist Gino Severini kunnen brengen: een typisch kleine meester, maar curieus genoeg om te zien. Wanneer het Centraal Museum in utrecht een expositie zou hebben georganiseerd zou dit overzichtje niet met het akelige en gevaarlijke aantal dertien zijn opgehouden - maar Doctor Houtzager laat de zomertouristen in de steek.
A.T.