wadi, wak, kwaken met pad. (Onvermoede Freudiaanse betekenis in: het kind met het badwater weggooien).
In het Hebreeuws is wat = mah en water = majim (-im is meervoudsvorm, vgl. was en Wasser). Hemel is sjammajim (sjam = dáár, of daar is). Het is één pot nat.
9. In The Poet's Paradise, Address to the Oxford University Humanist Group, gaat Graves in op een met dat op padden vergelijkbaar taboe op paddestoelen. Verschillende soorten zouden vroeger wijd verspreid gebruikt zijn door heksen en vergelijkbare priesteressen, voor het opwekken van visioenen (van het paradijs) en van vlieghallucinaties. Tegenwoordig vindt men het gebruik nog bij verschillende indianen- en mongolenstammen, en bij patiënten van psychiaters e.d.
Het taboe op paddestoelen zou zijn gecreëerd door de priesters en priesterssen die hun voorrechten niet met het gemene volk wilden delen.
Graves (op cit. p. 114): ‘Why do paradises follow a traditional pattern, widespread and persistent enough to be shared even by Polynesians and pre-Columbian Mexicans? The evidence suggests that, originally, a common drug causes the paradisal visions and provides the remarkable mental illumination described as “perfect wisdom”. One such drug, a hallucigenic mushroom, was certainly used in Central America before the Spanisch conquest. Professor Roger Heim and R.G. Wasson's massive work, Les Champignons Hallucigènes de Mexique (Paris, 1958), contains a coloured reproduction of a fresco from the Aztec city of Tepantitla, dated between 300 and 600 A.D., which shows a soul visiting Paradise. The usual elements are there: a river (stocked with fish), bordered with flowers and bejewelled trees, haunted by bright-coloured butterflies and a spectacular serpent. The soul stands openmouthed, weeping tears of joy and wonder, his body connected to the river by a blue thread. This river is shaped like a mushroom and, at its source - the centre of the mushroom head - lurks Tlalóc, God of Mysteries, in toad form, the water issuing from his mouth’.
Bij de Mazateken uit Oaxaca gold het eten van een paddestoel als het sacramenteel opeten van Tlalóc, d.i. de pad. (Van Geel in litteris: Toad-eater, a mountebanks' man, whose duty was to swallow or pretend to swallow any kind of garbage; a fawning sycophant... toady, a toad-eater; a sycophant -v.t. to fawn as a sycophant: - pr.p. toadying, pa.p. toadied. toadyism, the practice of a toady.)
‘...mysterion may well mean mykosterion, or mushroom-springing’ (Graves).
Graves suggereert dat het eten van de ouwel, ingevoerd door Paulus, afkomstig zou zijn van een overeenkomstige godsdienst waarin Dionysus de rol van Tlalóc zou vervullen.
‘... Pliny's remark that an awed hush “descends on people if a toad is placed among them” suggests that Dionysus, like Tlalóc, had a toad epiphany’.
‘I believe, but cannot prove, that fly-cap (de vliegenzwam), which appears on a carved Etruscan mirror at the feet of the criminal Ixion, was the original mushroom sacred to the universal Toad-god, and that the more tranquil and equally delightful properties of Panaeolus papilionaceus and Psilocybe, were discovered by later experiment and also placed under the Toad-god's charge. Fly-cap grows in both hemispheres, and the ancient mushroom-stones of Guatemala show Tlalóc in toad shape, seated underneath a mushroom which appears to a fly-cap, not a Psilocybe’.
Tlalóc in het centrum van de rivier van Eden leeft ook nog voort in de slang-uitdrukking the biggest toad in the puddle of great gun: grote mijnheer, hooggeplaatst persoon, machthebber.
De vele verwijzingen naar edelstenen of paarlen in de paddekop zouden in verband kunnen staan met het door paddestoelen opgewekte paradijsvisioen, waarin centraal Tlalóc de pad zit, soms echter voorafgegaan of gelijktijdig, of hoe dat in visioenen gaat, met een schatkamer vol edelstenen e.d.
Sweet are the uses of adversity,
Which, like the toad, ugly and venomous,
Wears yet a precious jewel in his head
As you like it, 2, 1.
This stone is take oute of a tadde heed (1398).
Barth. De P.R. XVI.LXXI. (Tollem. MS.)
10. In het opstel waarmee de dertienjarige Ieme van der Poel de eerste prijs won in de opstelwedstrijd over Het Dorp, is de pad afgevaardigde van de dieren naar de mensen. (Gepubliceerd in Algemeen Dagblad, Woensdag 30-1-1963, p. 2).