Tentoonstellingen
Het is nog niet te laat hier in te gaan op de herdenkingstentoonstelling van Jaap Nanninga (Gemeentemuseum Den Haag, tot 7 april). Er is veel over hem geschreven de laatste maanden, vooral door de NRC. Terecht overigens: het werk dat de kunstenaar maakte in de weinige jaren die hem als zodanig gegeven waren, is van zeldzame kwaliteit. Het vroege werk is vervelend, na 1955 begint de grote tijd: konsentratie, inkeer, gesublimeerde eenzaamheid. In 1960 ontstaan gouaches, die een nieuw hoogtepunt lijken te antisiperen. Slachtoffer van een verkeersongeluk begin vorig jaar, heeft hij deze beloften niet meer ingelost. Maar wat hij gedaan heeft, is voldoende geweest.
jef diederen, tot voor kort een schilder die een persoonlijk aksent aan kompilatietentoonstellingen wist te verlenen, laat de laatste jaren behoorlijk afweten. Hij komt daar rond voor uit op een eenmansekspositie, waar hij zijn verwantschap op één nivo met Lataster zo duidelijk bewijst, dat men het al gauw gezien heeft (Heerlen, tot 7 april).
pierre van soest is hem langzamerhand boven het hoofd gegroeid. Ook dat bemerkt men al heel spoedig, zonder dat men daarbij de ogen behoeft te sluiten voor de dode plekken en dreigende dekorativiteit van zijn werk (Rotterdamsche Kunstkring).
anton rooskens: zie Jef Diederen - alleen zet het verval nog iets vroeger in. Het grote gebaar waartoe hij nu zijn toevlucht heeft genomen, is te loos om veel indruk te maken. Wijlen Cobra. (Utrecht, Genootschap Kunstliefde).
Tot en met dit weekend bestaat nog de mogelijkheid in het Centraal Museum te Utrecht een gevarieerde maar enigszins rommelige kollektie allerhande te zien onder de verzamelnaam vroegchristelijke kunst uit rome. De katalogus is soms in dezelfde mate rammelend, en de presentatie is bepaald beneden peil.
Het Aartsbisschoppelijk Museum, ondergebracht in het Centraal Museumgebouw, dat de laatste jaren met tentoonstellingen en de eigen kollektie behoorlijk aan de weg timmert, stelt kennelijk andere eisen aan de inrichting. De huidige ekspositie (tot en met Pasen) bewijst dit duidelijk. Zij bestaat uit de verzameling ikonen van Dr Siegfried amberg, wiens vader de grondslag voor de huidige kollektie legde toen hij als Rode Kruisarts in de eerste wereldoorlog aan het Balkanfront werkte. De toch wel bijzondere tentoonstelling van dick ket is van Arnhem naar Laren gegaan (Singermuseum, tot 15 april), vanwaar de kollektie jaarsma naar Breda is verhuisd (De Beyerd, tot 15 april). De verzameling omvat bronzen, ivoren, keramiek, meubelen, ikonen en schilderijen, waaronder een Madonna met kind, toegeschreven aan de Meester van de Lucialegende, en een mansportret uit de omgeving van François Clouet. Het grootste deel echter bestaat uit beeldhouwwerk, vnl. nederlands omstreeks 1500, met uitlopers tot in de 13de en 18de eeuw.
Eindhoven heeft arnhem de nederlandse kunst uit het Van Abbe Museum geleend tot en met het einde van deze maand. Het Goois Museum in hilversum eksposeert Jan Sluyters (tot 31 maart). Drie zuidnederlandse graveurs uit de 16de eeuw tonen hun werk in het prentenkabinet van Museum Boymans-van Beuningen in Rotterdam (tot 21 april): jan sadeler (1550-1600), zijn broer Rafaël (1560-1632), en hun neef aegidius 11 (1570-1629). Een stimulerende bijdrage tot de kunsthistorische belangstelling voor de tijd voor en na 1600.
F. Keers