Een student mag even dom zijn als zijn vaderGa naar voetnoot*)
W. Mooyman
Enige jaren geleden kregen de Nederlandse hoogleraren in Indonesië moeilijkheden. Hun contracten konden niet dan met de grootste moeite verlengd worden, en de eis dat zij hun colleges zouden geven in het Indonesisch werd steeds dringender. Hiertegen is, vooral in Bandung, krachtig verzet geweest van de studenten. Zij wilden hun Nederlandse hoogleraren houden, niet omdat ze zo gek waren op Nederlanders, maar omdat ze zo goed mogelijk onderwijs wilden hebben. En al was de officiële regeringspolitiek erop gericht om het Nederlands van de universiteiten te weren, honderden studenten leerden op allerlei manieren Nederlands, alweer niet uit Neerlandofilie, maar omdat ze zonder die taal niet behoorlijk konden studeren.
Die studenten gedroegen zich conservatief. Ze wilden een toestand handhaven.
In Nederland is de studentengemeenschap krachtig opgejut om te ageren tegen de plannen om in de nieuwe wet op het wetenschappelijk onderwijs een artikel op te nemen dat het iets eenvoudiger zou maken om een volslagen knuppel bij herhaald bewijs van zijn knuppeligheid een consilium tot afgang te verlenen. De Nederlandse Studenten Raad legde een ongewone activiteit aan de dag om te voorkomen dat deze aantasting van de studievrijheid wet zou worden.
Ook deze studenten gedroegen zich conservatief. Ook zij wilden een toestand handhaven.
Er is natuurlijk verschil tussen beide conservatismen. De Indonesiërs kwamen op voor hun studievrijheid, het recht om vrij van politieke overwegingen hun studie te beoefenen. De Nederlanders kwamen op voor hun vrijheid om niet te hoeven studeren.
Ik heb in Djakarta groentijden meegemaakt waarin de groenen samen met ouderejaars studentenflats gingen bouwen, en waarin de groenen grote schoonmaak gingen houden in smerige en vervallen wijken van de stad; daarbij werd tegelijk door ouderejaars medici voorlichting gegeven over hygiëne en andere zaken waar de bevolking van zo'n wijk bij gebaat kon zijn.
Er zit natuurlijk een flinke portie sociale romantiek in deze gemeenschapsdienst, zoals dit verplichte onderdeel van een Indonesische groentijd heet (ik moet schrijven: heette, want sindsdien is de hele groentijd vervangen door gemeenschapsdienst). Die romantiek valt enigszins te vergelijken met de geestdrift waarmee ruim honderd jaar geleden Nederlandse studenten mee uittrokken op de strafexpeditie naar de kwalijke Belzen.
Een kleine maar uiterst selecte groep van de Nederlandse studenten is dermate trots op dit verjaarde vertoon van burgerplicht dat zij tot op de dag van vandaag zich op hoogtijdagen omhangen met operettetuniek en schietgeweer en moeizaam sjokkend meelopen in overigens militaire défilé's of krampachtig pal staan voor de deur van een paleis.
Men zal mij tegenwerpen dat deze groep klein is en niet representatief voor de Nederlandse studenten. Men heeft dan gelijk, maar dat neemt niet weg dat zij door Koningin en Vaderland wél representatief geacht worden.
Over het algemeen is trouwens het beeld van de student van deze eeuw dat van zijn negentiende-eeuwse voorganger. Het type van de misselijke patsers die Klikspaan ons zo liefdevol beschreven heeft in dat loflied op de Nederlandse student, Flanor. Dat zou nog niet zo erg zijn als dat beeld alleen bij de burgerij bestond. Maar zo is het niet: grote groepen studenten, veel groter dan de antieke schietclubs, hangen nog steeds het Flanor-ideaal aan.
Het is een goed gebruik om als het gesprek tot dit punt genaderd is te gaan afgeven op de corpora. Ik weet niet of dat juist is. Natuurlijk hebben de corpora een afschuwelijk zware erfelijke belasting van negentiende-eeuwse maniertjes. Maar het doffe, dodelijke gebrek aan belangstelling voor de samenleving bestaat even hard daarbuiten. Naarder nog dan een botte schreeuwlelijk op sociëteit is de student die zich te goed waant voor een sociëteitsleven, maar verder in handel en wandel niet te onderscheiden is van het corporatieve eenheidsprodukt.
Er zijn meer studenten buiten de corpora dan erin. Er zijn meer conservatieve studenten buiten de corpora dan erin. Het is misschien nuttig om na te gaan waar die vandaan komen.
Aan werkelijke democratisering is ons hoger onderwijs bij lange na nog niet toe. Vergeleken met Engeland bijvoorbeeld slaan we een uiterst pover figuur. Dat neemt