helpt als je dan gietertjes tegen de muur gaat gooien. De herinnering aan die verliefdheidsroes van ons zullen we wel nooit meer kwijtraken, maar is het nodig dat het zo'n storend spook wordt, dat niks meer zegt maar wel aldoor in de beste stoel moet hangen en lijkenlucht verspreiden, doe dáár liever eens iets aan inplaats van mij uit te bekken!
Maar er is nog iets anders, deze verklaring voor je woede - gehechtheid aan die herinnering - is veel te mooi en te romantisch. Langzamerhand, en door dit ‘verraad’ van mij helemaal, zijn de meeslepende illusies die we zeven jaar geleden over de liefde hadden, ontmaskerd, ze zijn een beetje belachelijk geworden, en wij erbij, en ik geloof vast dat dat jou ook hoog moet zitten met je zotte trots. Jij kan er toch nooit tegen als je je vergist blijkt te hebben! Als je op mijn tenen gaat staan zeg je al: ‘loop dan ook niet altijd voor mijn voeten’ en als je een kopje van tafel gooit ‘hoorde dat daar ook niet te staan’. Daar kan ik tegenwoordig wel tegen, dat vind ik wel leuk bespottelijk van je, maar hier moet je toch even oppassen: Lieve Pim, je hebt je vergist, je hebt veel te veel naieve verwachtingen van de liefde gehad, we hebben ons als kleine kinderen laten belazeren, als je dat nou even toegeeft ben je een grote jongen. Jij houdt nou zo van wetenschap dacht ik, ga dan op dit punt ook eens van de werkelijkheid uit: die verliefdheid is er nu eenmaal, of je dat nou leuk vindt of niet, en als je niet wilt dat ik straks ook gek word net als mijn halve familie, dan zou ik me maar niet teveel schuldgevoelens bijbrengen met je tyrannieke grote smoel. Dit lijkt op chantage maar ik meen het echt, er kunnen er niet veel meer bij. Natuurlijk is dit niet de eerste keer dat ik op een ander verliefd ben sinds ik jou ken. Als ik er goed over nadenk kan ik me zelfs nauwelijks een ogenblik herinneren dat ik niet op iemand verliefd was, dat zal je wel bakvisachtig vinden en het zal je misschien geruststellen: mijn liefdes zijn niet zo gevaarlijk. Maar ze kunnen het wel worden, als ze maar genoeg worden tegengewerkt. Dit is weer geen chantage.
In elk geval, dit was wel de eerste keer dat ik me zo'n verliefdheid volledig bewust heb durven maken, als ik nou aardig wou zijn zou ik zeggen: omdat ik langzamerhand volwassen word, maar ik geloof dat het meer is omdat ik wat verder van je af ben komen te staan. Een paar jaar geleden zou een dergelijk bewustzijn me nog verscheurd hebben, nu gaat het wel, dank je. Die verwijdering van jou, dat heb ik jarenlang een harverscheurende zaak gevonden, maar
tegenwoordig begin ik er iets in te zien, ik zal je uitleggen waarom. Toen wij trouwden, weet je dat nog, toen waren er allerlei merkwaardige tantes van jou die me weemoedig in het oor fluisterden dat dit ‘de mooiste dag in mijn leven’ was. Ik had het toen veel te druk om me te verbazen over deze op zijn minst zonderlinge gelukwens, maar achteraf geloof ik dat de houding van het mensdom tegenover het huwelijk daarmee aardig getypeerd is. Zoiets van ‘het lijkt heel wat, het valt allemaal hard tegen, maar we blijven er toch maar in geloven want we hebben niks anders’. Wij zijn niet de enigen met verstoorde illusies, dat is een troost. Wat ze nou precies tegenvalt is de vraag. Het eerste waar je op komt lijkt me, is de erotiek. Vrijen met aldoor minder enthousiasme en aldoor meer kunstjes om het allemaal jong en fris te houden terwijl een kleine stap naar een ander soms de wildste verrukkingen zou kunnen brengen, vind jij het eigenlijk verheffend? Stel je voor dat ze je op je twintigste jaar je lievelingsgerecht lieten noemen en je dan verder nooit meer iets anders te eten gaven, dan zou je gek kijken! Maar deze gedachtengang is wel een beetje erg erotisch om hem zonder meer al jouw nietsvermoedende tantes in de schoenen te schuiven, en er is natuurlijk ook nog meer. De aanpassing bijvoorbeeld, de hardnekkige wens van alle verliefden om van twee individuen één te maken. Toen ik jou leerde kennen bijvoorbeeld vond jij Brahms een genie, en ik vond Brahms een warhoofd, maar uit pure verliefdheid - want mijn liefdes maken aan hevigheid wel weer goed wat ze aan hardnekkigheid te kort komen, als je dat een tekortkoming wilt noemen - uit pure verliefdheid heb ik waarachtig kans gezien om me te gaan verbeelden dat ik Brahms prachtig vond, en pas nu, god beter het, zeven jaar later begin ik er achter te