niet van enkele uitzonderingen) die ze met behulp van de psychologie denkt op te lossen.
En hier begint mijn wantrouwen tegen deze roman, die een psychologische draak is geworden. De achtergronden van een echtpaar, waarvan de vrouw eerder getrouwd was met een man die, naar later blijkt, homosexsueel was en verliefd op de huidige echtgenoot zijn te schematisch aangegeven en te bizonder om belangstelling te wekken. De voortdurend voelbare pretentie alle levens- en huwelijksmoeilijkheden uit die gegevens te ‘verklaren’, levert ook een voortdurend voelbare ergernis op.
Zoals alle draken: het kan, natuurlijk is zo'n geval wel mogelijk maar het zegt de buitenstaander niets; het is gezocht.
Ook in de opbouw heeft dit boek me niet bevredigd; terwijl de oplossing van de vrouw komt, hoort men over haar alleen iets aan het begin, en, door een brief, aan het eind. Daartussen volgt men de man en is men dus voor de oplossing van het psychologisch raadsel op een dwaalspoor gezet. Dat zijn trucjes uit een detectiveroman, waarvan ik niet houd. Om nog eens het genoemde meesterwerk van Vestdijk aan te halen: in Het Glinsterend Pantser gaat het niet om de ontrafeling van het psychologisch raadsel, maar om de hardnekkige vasthoudendheid van een jeugdvriend, en dat verheft dit boek boven een ‘geval’.
Een draak dus, maar een interessante draak, en dat niet alleen vanwege een fraaie woordkeus. Inderdaad zijn haar beelden helder, en meestal geen versiering, al is er een enkele keer een toevoeging die dan ook als zodanig uit de toon valt. De eerste zinnen zijn al een teken van schrijverschap: ‘Niemand keek naar haar. Maar had iemand het wel gedaan dan zou zijn blik naar haar voeten gegleden en daar gebleven zijn, want ze liep zoals ze zich voelde, aarzelend en achterdochtig. Haar hele lichaam gaf bericht en tegenbericht naar de voeten door’... enz. Maar het is meer dan dit beeldend vermogen tot samenvatten dat de aandacht trekt. Haar bondigheid is verbonden met haar besliste opvattingen in een aantal zaken, waarbij vooral het recht van de vrouw een rol speelt, het recht om niet te worden beperkt, ook niet in bed, tot attribuut van de man. Ze is hierin fel en geëmancipeerd, op een
De fabel op pagina 16 is van Leo Vroman met tekeningen van Peter Vos.
hygiënische manier: geen overdrijvingen, en geen tussentijdse beroepen op de vrouwelijkheid. Voorts haar verontwaardiging als het om onrechtvaardig ongeluk gaat. Er staan twee episodes in dit boek, die wellicht geen verband houden met de psychologie van de hoofdfiguren: het verhaal van de dwerg, en dat van de boerin die haar man verraadde aan de duitsers en nu zijn bestaan veinst; beide verhalen zijn een uiting van opgekropt protest. Nel Noordzij wenst niet te vervallen in berusting: zij schrijft omdat de dingen haar hoog zitten en omdat ze wil schokken. En dat kan ze.
Ik geloof dat een roman zonder psychologie een onding is, evenals bij gemis van andere zaken, maar tevens, dat in een roman de psychologie niet het enige en laatste woord is. Daarbij komt, dat het een illusie is te menen dat de causaliteit in de psychologie een eenduidig begrip is. Nel Noordzij nu, refereert naar mijn smaak teveel aan een abstracte vorm van causale verklaring, die in de psychologische wetenschap thuishoort omdat deze, als gesystematiseerde mensenkennis, abstract is; maar een roman is als een levend mens juist materiaal voor de wetenschap, en moet dus konkreet zijn. Niet vanuit de vaktermen naar de mensen (of met die vaktermen in het achterhoofd), maar andersom - Dostojewski kan iemand aan zijn neus rond het bureau doen sleuren zonder dat men het ‘verklaart’, maar wel duidelijk.
Het is Nel Noordzij's geloof in de vernieuwende kracht van psychologisch geschoolde zelfkennis die haar hiertoe brengt. Een boek als dit doet mijn verbazing over het leven echter niet toenemen, nu ik zie dat alles zo fraai ‘verklaard’ wordt; ik zie nog veel te weinig. Herleiden van het konkrete onbekende naar het abstrakte bekende is niet de taak van de romancier. Ná de psychologie begint de roman pas.
Er is in dit boek een prachtige scène: het uitbreken van een in de lucht hangende
[wordt vervolgd]