Lang leve de oprechte democraat Koezbari
In een kort commentaar in het vorige nummer van het Hollands Weekblad komt Van Galen Last voor de tweede keer (voorzover ik weet) terug op een artikel dat ik indertijd in Tirade heb geschreven. De eerste keer heb ik er niet op geantwoord, omdat ik vind dat het onderling vliegen afvangen, bijgenaamd polemiek, een blad als het H.W. vervelend maakt. Ook acht ik het schrijven van dergelijke stukjes een straf.
Nu begint V.G.L. opnieuw over een regel die ik plusminus een jaar geleden over Nasser heb geschreven. Die regel heeft voor hem het bewijs geleverd, dat ik van de terroristische, wreedaardige aspecten van Nassers ‘progressieve’ politiek volstrekt onkundig was. V.G.L. zet het woord progressieve tussen aanhalingstekens, alsof ik dat geschreven had. Als hij mijn artikel nog eens raadpleegt, zal hij zien dat dit niet waar is.
Verder: mijn stuk in Tirade ging niet over het regiem van Nasser, maar over de Nederlandse pers. Wat ik zelf van Nasser vind, heb ik toen buiten beschouwing gelaten, en dat wil ik nu ook doen. Ik heb geen zin om mij verklaringen te laten afpersen. Wel wil ik vaststellen, dat Nassers politiemethoden sinds jaar en dag wereldbekend zijn. Omvangrijke agitatie daartegen werd gevoerd in de communistische pers. Uittreksels uit artikelen in Rude Pravo werden door Associated Press in omloop gebracht vóór Les Temps Modernes het martelvademecum van V.G.L. publiceerde. Wat een toeval!
V.G.L. brengt nu ontroerd de trouwe democraat Koezbari, populair bij bijna alle Syriers, op het toneel. Koezbari kondigde vrije verkiezingen over vier maanden aan, maar eerst moesten nog even alle politieke partijen worden verboden. Alleen die partijen die niet staatsgevaarlijk waren, zouden later weer tevoorschijn mogen komen. Wat zou er met de politici gebeuren, die wél staatsgevaarlijk zijn?
Koezbari was, voordat de Verenigde Arabische Republiek tot stand kwam, in Syrië een groot putschist, expert op het gebied van eigendomsrecht, en van tijd tot tijd een nijver medewerker van de dictatot Sjisjakli. Het land had in zijn goeie ouwe democratische tijd het wereldrecord staatsgrepen. Aha, zegt V.G.L., en nu wil Hofland wel beweren, dat Nasser daaraan een eind heeft gemaakt, zoals Mussolini een eind heeft gemaakt aan de vertragingen van de Italiaanse treinen. Nee. Ik zeg alleen dat Koezbari niet de Drees van Damascus is. En wat betreft ‘het Syrische onvermogen om voor zichzelf te zorgen’: misschien is dat nu opeens verdwenen, maar als V.G.L. een ogenblik niet aan Nassers martelingen wil denken, om in plaats daarvan de recente Syrische geschiedenis te raadplegen, zal hij zien dat niet alleen politieke terreur sinds 1945 aan de orde van de dag was, maar dat Syrië ook bijna de eerste Arabische volksrepubliek is geweest. Dán waren de gevangenissen natuurlijk direct afgebroken.
Voor de goede orde en mogelijk toekomstig gezeur met V.G.L. wil ik nog dit vaststellen: het kan mij volstrekt niets schelen, of er een V.A.R. bestaat of niet. Van een Nasser-syndroom heb ik geen last. Ik had dit stukje nooit geschreven als Van Galen Last niet op agressieve manier twee keer iets tegen mij in het midden had gebracht. Als hij weer bezwaar tegen het een of ander heeft, verzoek ik hem, mij op te bellen, zodat ik geen tijd meer aan het ‘polemiseren’ hoef te besteden.
H.J.A. Hofland