enveloppe van de pochette vermogen niet alles te redden. En ongelukkigerwijs zit dan ook nog een broer in de zaal op wie Norman veel lijkt behalve natuurlijk in de details waarin hij, terecht, helemaal niet op hem wil lijken. Deze heer bederft natuurlijk teveel van de door Norman gewekte vorstelijke impressies. Het zij zo. Voor ons doet 't er bijzonder weinig toe, want het markante van Ketterers onmiskenbare persoonlijkheid zit juist in het feit dat de brutale straatjongen zich niet geheel door het beeld van de moderne businessman heeft laten overwinnen. Zo doet hij 't met zijn rust, geestigheid en charme uitstekend. Bijna zo goed als de vier fraaie jongedames die achter de tafel glimlachen of op een podium de prenten ophouden in het licht van een schijnwerper. Tussen deze schone en wijze maagden en de heer Ketterer staat die vaas met enorme anjers waaruit hij bij tijd en wijle kiest en onder charmante bewoordingen er zijn hulde mee betuigt. ‘Voor u Mevrouw, omdat U Uw landgenoot hebt teruggehaald’ (tot mevrouw Moltzau die met haar echtgenoot - de befaamde Noorse reder en collectioneur - een prachtige kleurenhoutsnede van Munch kocht tegen de opvallende prijs van DM 17.500). ‘Omdat U getroost moet worden voor de nederlaag’ (tegen de verbeten Dr. G. die het tegen een doorbiedende Amerikaan had moeten afleggen).
Dergelijke frivole grapjes die het correcte veilen en bieden onderbreken maken de stemming prettig. Wanneer Ketterer vrijdagochtend vraagt: ‘zullen we pauzeren?’, protesteert de hele zaal. Wanneer hij 's middags informeert of het te snel gaat - na de opmerking van een niet biedende mevrouw op de eerste rij - complimenteert hem een afwijzend gemompel. ‘Nein, es ist sehr bequem’, hoort men zeggen.
Het veilen gaat dit jaar met schijnbaar niet geinteresseerde zekerheid. Er is geen sprake van aanprijzing of aandringen. Er wordt geveild op ieder bedrag, zonder een poging iets te redden wanneer er een zeldzame keer geen bod komt boven de inzet. Onverstoorbaar goed gehumeurd gaat Ketterer door en registreert razend snel het opbieden. Het is geen bieden van de een nà de ander, doch het opvoeren van een prijs waartoe steeds iemand het signaal van zijn instemming geeft. Iedere bieder weet van te voren dat hij opbiedt in een reeks van bedragen en pas na vier biedingen of meer er mee zal ophouden. Deze bliksemsnelle verkooptechniek berust meer op efficiency dan op het bedrog met gefingeerde bieders waarvan Charles Wentinck Ketterer beticht. Wentincks artikel staat in de Elsevier van 29 april, schijnt de bewerking van een stuk in Der Spiegel en werd geschreven te Stuttgart, n.a.v. de voorbezichtiging der schilderijen waarover hij geen woord zegt. De afbeeldingen zijn naar de grafiek.
De bovenstaande beschuldiging is wel de ernstigste die hij in dit artikel uit maar ze schijnt me ook daarom vals omdat de prijzen, hoe hoog ook, althans bij de grafiek zeer scherp het kwaliteitsniveau volgen. Een goede litho van Singier temidden van een reeks middelmatige, deed de gemiddelde prijs van DM 150 onmiddellijk rijzen tot DM 370. Zo was 't steeds: het beste haalde vrijwel altijd de beste prijzen en de rommel bracht 't niet ver. Wel zit er waarschijnlijk inderdaad systeem in de duurte-concentratie op enige personen. Men krijgt de indruk dat Kirchner reeds door hen ‘in beslag genomen’ is, maar Heckel, Schmidt-Rottluff en Beckmann nog ‘vrij’ zijn. Tezamen met Feininger, Nolde en Klee bereikte Kirchner de topprijzen. Dat deed ook Picasso, maar om redenen die geheel buiten Ketterers werkzaamheid liggen.
Deze en andere dingen vergeet het stuurloze intellect Wentinck, die zich voor de afwisseling nu weer eens aanstelt als de vermoorde artistieke onschuld. Willen wij hem op zijn laatste woorden geloven dan heeft hij nog nimmer van de combinatie kunst en geld verdienen gehoord. Men mag inderdaad alle bezwaren tegen Ketterer aanvoeren wanneer men dan maar bedenkt dat de handel in medicijnen, televisietoestellen of levensmiddelen geen fractie minder geraffineerd is.
In ieder geval wordt er door museumdirecties en particulieren niet gekocht om in dronkenschap met geld te smijten maar om zeer veel goeds te verwerven, desnoods tegen hoge prijzen. Desnoods tegen de prijs van een auto.