Hollands Weekblad. Jaargang 2(1960-1961)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] In liefde uitgedrukt Leo Vroman Ik denk geloof ik aan iets: mijn pen wijst naar niets. De kamer is klein. Het gordijn is dicht maar de nacht is dichtbij. Het kunstlicht is eizacht. Tineke schrijft brieven: hart. gr. Tineke. Aan Lieve Gonny, Miks, Lieve allen. Als krulhaartjes vallen als zinnelijk stoeiende wormsporen groeien haar zinnen. Nu wordt een wit zakje gesloten om het handschrift van mijn vrouw, later ter nauwernood voor enkelen te ontbloten. Ach, haar vingeren gaat zo zacht als het wiersel van wierook. Het is lente vandaag. En vannacht ook. En morgen ook. Foei wat een verschil is dat met mij: als ik ‘Tineke’ klad staat het volgende week in dit blad, en wil ik er soms niet buiten om Tineke te fluisteren dan weerkaatst het zich te luid en suizend, en duizenden luisteren, en tientallen vertalen de toon tot gekerm, gekwijl, geschater; hoe wordt dat ooit weer gewoon Tineke, later? Tineke, zoals voor mij onderaan haar brief daar hoorde alleen nog maar lief of dag mijn lieve bij. Dat dacht ik ook toen ik lag met het eerste handschrift van haar na drie en een half jaar en de tent kroop overstag, de lucht werd zwart en groen, de vloer sprong van de grond. Als een dikke steen sloeg toen mijn hart tegen mijn mond. Wie toen, haar brief in de handen, met spot haar naam was ontglipt zou ik met mijn botte snijtanden de strot hebben opengeknipt. Nu staat zij, haar zachte twee talen verblekend in weke verhalen, geboren Tineke Sanders. Waarom noem ik haar niet anders? Waarom geen Kneite, Ikteen, of Enekit? Maar neen, wie over liefheid wil spreken zegge geen Tieenk of Inteke maar alleen Tineke. Vorige Volgende