volgeschreven in een nette hand. ‘Sure’, zuchtte hij opgelucht, ‘daar het is gelukkig, de text’. Toen vroeg hij of wij het goed vonden dat wij even zouden bidden. Het leek mij kinderachtig om nee te zeggen nu wij ze zelf hadden binnengelaten en ze hadden geinstalleerd met chocola en appeltaart en bovendien durfde ik niet goed. Ik knikte dus. De mannen sloten nu de ogen, mijn vrouw ook, evenals mijn zoontje die op de grond met een bouwdoos bezig was geweest. Ikzelf koos het compromis en keek op mijn kniëen, al was de verleiding groot om door de oogharen rond te kijken. Ik hoopte wel dat het gauw over zou zijn, want ik kreeg een paniekachtig gevoel dat de situatie mij nu toch uit de hand begon te lopen. De stralende van het tweetal riep God aan uit dankbaarheid hedenavond in ons gezin te mogen vertoeven en verzocht Zijn Geest aanwezig te willen zijn bij het belangrijke gesprek dat wij nu gingen voeren.
Dat gesprek werd geopend door die met de tas, zij het dat het nogal moeizaam op gang kwam. ‘Ja, ziet U’, zei hij ernstig, na een blik op het eerste velletje te hebben geworpen, ‘eh, wat zal ik zeggen tegen U. U zult toch ook menen dat de geest boven de materie uitgaat, niet waar?’ Hij zweeg en keek mij aan, ik moest blijkbaar antwoorden. Ik knikte haastig van ja. ‘Well, dat is goed, uitstekend. Nu, eh...’. Het duurde even voordat hij verder ging, want hij moest eerst nog even zijn papieren raadplegen. Zo ging het geruime tijd door. De inhoud zou ik niet kunnen navertellen. Waaien godsdienstige termen mij toch al wat vluchtig de oren voorbij, nu zij ook nog zo buitengewoon onverstaanbaar en met grote tussenpozen overkwamen kon ik er helemaal geen touw meer aan vastknopen. Toch verveelde ik mij niet, want het totaal ongemotiveerde maar onversaagde vertrouwen waarin hij voor ons doorploeterde met zijn plotselinge en onbegrijpelijke boodschap, was verbazend genoeg. Zelfs toen hij op een gegeven moment de draad helemaal kwijt scheen te zijn, was hij in het geheel niet uit het veld geslagen, evenmin als de voorbidder naast hem die bij deze kleine tegenslag slechts een ogenblik dromerig glimlachte. Het voordeel van de verwarde gang van zaken was wel dat de zitting een bij uitstek informeel karakter kreeg, waarbij wij een actieve rol konden spelen, die van bemoedigend knikkende supporters, in een zekere spanning of hij de eindstreep wel zou halen. Dat schijnt hem wel gelukt te zijn want tot opluchting van ons allen vouwde hij tenslotte zijn papieren dicht onder het uitspreken van de hoop dat wij elkaar nader zouden zijn gekomen. Toen leunde hij achterover, nam een hapje appeltaart en keek mij vragend aan.