Korte commentaren
Een goed advies
Door minister Staf is destijds, onder voorzitterschap van Prins Bernhard, een ‘Nationale Raad welzijn militairen’ ingesteld, om ‘een brug te slaan tussen de strijdkrachten en het volk, welke noodzakelijk is om op dit terrein onze gezamenlijke plicht te vervullen’. Het advies dat de Raad aan de tegenwoordige minister van defensie heeft uitgebracht, is dezer dagen gepubliceerd. Nadat in het advies een opsomming is gegeven van de voornaamste weerstanden die in de bevolking leven, worden middelen genoemd om daarin verbetering te brengen, o.a. betere voorlichting over de doelstellingen van de N.A.V.O., eindelijk modernisering van de bepalingen op de krijgstucht, het laten meetellen van de diensttijd bij aanstelling of promotie in overheidsfuncties, en het inschakelen van het leger bij bepaalde niet-militaire taken. Had men dit soort practische en zonder twijfel nuttige wenken kunnen verwachten, nogal verrassend was een aanbeveling aan de regering om te stimuleren ‘dat de geestelijke aspecten van de atoombewapening meer dan tot dusver in het openbaar ter discussie worden gesteld.’ In andere landen wordt dat veel meer gedaan, constateert de Raad, die verder opmerkt: ‘Thans worden deze zaken veelal doodgezwegen of hoort men alleen de tegenstanders van atoombewapening.’
Met deze aanbeveling getuigen de adviseurs van een, voor openbare personen, tamelijk onverwachte onbevangenheid; autoriteiten en zeker die van het leger zijn er in het algemeen niet erg op uit principiële discussies over hun beleid aan te moedigen. Nu kan men wel zeggen dat het er om te doen zal zijn juist de voorstanders van de atoombewapening aan het woord te laten, maar de Raad zal niet uit het oog hebben verloren dat daarmee de tegenstanders zeker tot groter activiteit zullen worden gewekt, al zag het nog wel niet komen tot een mars van Lankhorst en de zijnen naar de Harskamp. Overigens is het advies wel tekenend voor de diepe rust waarin ons volk ook in