varen doch koers te zetten naar Engeland.
Het plan was dus aanvankelijk naar Zeeland te gaan doch door de toevallige gebeurtenis van het Duitse bombardement is dit plan niet uitgevoerd en gewijzigd in de tocht naar Harwich. Deze lezing was in 1949 reeds onbevredigend. In de dagen van 10-14 mei was er overal in Nederland sprake van krijgshandelingen; de toen voor waar gehouden geruchten waren onrustwekkend. Zou een bombardement op Breskens de koningin van haar plan hebben kunnen afbrengen? Het ligt niet voor de hand. Zowel de houding van de koningin als de stelligheid van haar plan pleitten er tegen.
Betrekkelijk kort geleden is dit relaas der enquête-commissie van buitenlandse zijde ernstig aangetast. In haar ‘Der Verrat im XX Jahrhundert’ (Rowohlt, Hamburg, '56, deel I pag. 63 e.v.) beschrijft Margret Boveri de tragische rol van ex-koning Leopold van België en zij zegt in dit verband onder de titel ‘Die unfreiwillige Verschiffung der Königin Wilhelmine’ o.a.: ‘Königin Wilhelmine von Holland, die als erste vor eine Entscheidung gestellt wurde, widerstand zwei Tage lang den Aufforderungen ihres Aussenministers Van Kleffens nach London zu kommen. Sie wollte bleiben - Jedoch bestimmte sie ihr Quartier innerhalb Holland zu verlegen... Als das Kriegsschiff unterwegs war erklährte ihr der Kommandant sie führen nach Engeland. Auch dieser Auszug aus dem eigenen Land war also unfreiwillig.’
Dit klinkt heel anders dan de ons vertrouwde beschrijving van de enquête-commissie. In de laatste is altijd nog sprake van een vrijwillig genomen besluit; volgens Boveri is de koningin bij wijze van spreken ontvoerd.
Uit de desbetreffende passages in de biografie van Prinses Wilhelmina ‘Eenzaam maar niet alleen’ krijgt men in de eerste plaats de ontstellende indruk dat de reis en de aankomst in Engeland zuiver toeval zijn geweest en niet het resultaat van een overwogen besluit. Maar bovendien blijkt er uit dat de koningin toen geforceerd is geworden om naar Engeland te gaan.
Zij wilde via Vlissingen naar Breskens. Daartoe moest contact worden opgenomen met de marine-autoriteiten in Zeeland. Het ware ondenkbaar in Vlissingen aan land te gaan zonder voorafgaand contact. ‘Tijdens een diepgaande gedachtenwisseling’, aldus H.K.H. in haar boek, ‘deelde de Engelse commandant mede dat hij geen contact met de wal mocht opnemen. Dit waren de strikte instructies die hij van zijn Engelse superieur had ontvangen. Daarenboven wisten wij niets van de plaatselijke situatie van het ogenblik, noch in Vlissingen noch in Breskens. Na raadpleging... besloot ik naar Engeland over te steken. Dit liet de instructie van de commandant wèl toe.’ Dit relaas werpt dus een ander licht op de gebeurtenissen van de 13e mei dan het verslag van de parlementaire enquête.
Sedert 10 mei had zich ook in Londen het een en ander afgespeeld. Het nu volgende verloop der gebeurtenissen is geheel ontleend aan de verhoren van de parlementaire enquête-commissie. De heer van Kleffens, minister van buitenlandse zaken, was op 10 mei samen met minister Welter (Koloniën) naar Engeland vertrokken. Zijn echtgenote, die hij die morgen puur bij toeval ontmoette, had hem vergezeld. In Londen had Van Kleffens langer te doen dan strikt nodig leek; aannemelijker was dat hij zo snel mogelijk naar Parijs zou gaan. De Nederlandse gezant, de heer Michiels van Verduynen, noemt als reden hiervan: ‘... Er zijn andere redenen geweest waarom deze heren in Londen moesten blijven; ik ben daar enigszins geheimzinnig over, omdat het niet over de regering gaat maar over andere personen. Er waren nog telegrammen die verzonden moesten worden om het vertrek te bespoedigen...’ (pagina 667 van deel 2C). De enquête-commissie heeft gepoogd hieromtrent nadere opheldering te krijgen doch is daarin niet geslaagd. De telegrammen bleken onvindbaar, zo ze al verzonden waren.
Voor de gezant was de komst van de koningin een verrassing; deze kwam ‘volkomen onverwacht’. En voor de heer Van Kleffens?
Een dergelijke vraag is hem door de commissie niet gesteld. (Wel aan de gezant) Volgens Van Kleffens waren hij en minister Welter reeds op het vliegveld om naar Parijs te gaan - het tweede deel van de door de regering opgedragen missie - toen er een boodschap kwam van het gezantschap dat zij onmiddellijk moesten terugkomen. In één adem door, en zonder dat hem daarover wordt gevraagd, vervolgt Van Kleffens dan: ‘Hij kon ons geen reden opgeven. Als je zo'n boodschap krijgt van een man met zin voor verantwoordelijkheid, dan doe je dat. Wij kwamen op het gezantschap en daar kwam het bericht: De koningin komt.’
De missie naar Parijs was op korte termijn belangrijker dan die naar Londen. De minister staat op het punt - eindelijk - naar