De Aap Peter.
De groote Aap Peter is werkelijk een wonder der natuur. Want ik merkte dadelijk tegen mijn vrienden in mijn loge op, dat deze aap onmogelijk op het wielrijden afgericht kon zijn, maar dat het een natuurlijke aanleg moest zijn, en het rijden het dier een hartstochtelijk genoegen verschafte, zooals een kind een geliefkoosd spel: hobbelpaard of schommel.
Directeur Brill versterkte mij in die meening.
Het genoegen en de handigheid van het dier, een buitengewoon lief meisje met het rijwiel te vervolgen, verwekte groot enthousiasme onder het publiek.
Men zal er vele brave kinderen heen brengen.
Deze aap kon zonder twijfel de allermoeilijkste rijwielkunstjes spelenderwijze leeren. Men moest echter van de zijde van den hem bij het publiek introduceerenden heer eene meer menschelijk-vriendschappelijke betrekking tot het dier bespeuren, zooals ze tot dusverre steeds tusschen de bezitters van beroemde chimpansés, oerang-oetangs plaats gevonden heeft, ja zelfs een bepaald roerende, teedere aanhankelijkheid, zooals voor edele paarden, edele honden.
Men behoeft natuurlijk niet de valsche comedie van een geëxalteerde vriendschap aan het publiek voor te spelen, maar men moet genegenheid bespeuren van weerskanten.
Een beroemde apendresseerder maakte zich te zijner tijd door zijn harde zenuwachtigheid tegenover de dieren bijna onbemind, niettegenstaande de wonderbaarlijke kunststukken die hij ze liet verrichten.
Niet wat hij de dieren aanleert, maar wat hij verder nog over heeft aan liefde en begrip van hen, dat maakt ons den dierentemmer sympathiek.
Hoe was de betrekking van den aristocratischen Severus Schäffer tot zijn honden? Als die van een jagend landedelman tot zijn lievelingshonden.
Alle dresseerders moeten iets van een aristocraat over zich hebben. Zoo reed Directeur Schumann zijn paarden nonchalant-voornaam-beminnelijk. Ik geloof dat hij zijn paarden nooit kon slaan. Of tenminste zoo zag hij er uit.
Met een der menschen-apen, zooals Peter, moet een diep vriendschappelijke, echte verhouding ontstaan.
Hij eet na de voorstelling in een restaurant als een welopgevoed mensch. Hij gaf mij de hand, wilde ze zelfs teeder aan zijn lippen drukken.
Bij zulke dieren bemerkt men, dat men ze slechts met uiterste teederheid en zelden aangewende rechtvaardige strengheid tot hun eigen bereikbare hoogte brengen kan.
De wonderbaarlijke chimpansé in den dierentuin, 1896, haatte elke dame, die in mijn gezelschap of gearmd met mij haar kamertje binnentrad, drong haar weg, en omarmde mij opzettelijk hartstochtelijk en vol liefde. Ik geloof zelfs dat zij het eenige vrouwelijke wezen was dat ernstig behagen in mij schiep.
Voor edele dieren behoort misschien een philosoof met een diep gemoed.
Vrouwen nemen het gemakkelijker op en geven er gewoonlijk niets om. En die, welke werkelijk er iets om geven, zijn zelve gelijk aan edele, goedhartige dieren.
Naar PETER ALTENBERG.