Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 29 (1915-1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 29
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 29Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 29

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.32 MB)

Scans (98.55 MB)

ebook (5.40 MB)

XML (3.84 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 29

(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Hoofdartikel
Over voeding en gezondheid.

Een goede spijsvertering maakt gelukkige menschen.

Misschien zult gij teleurgesteld zijn, dat ik voor mijn praatje een onderwerp kies, dat niet dikwijls heden ten dage besproken wordt: het oude, oude probleem van geregelde voeding.

Ik weet, dat iemand, die dat onderwerp ernstig opneemt, aanmerkelijk lager dan de engelen wordt geacht.

Ik weet dat liefdadigheid, en kinderopvoeding, en vrouwenkiesrecht, en psychologie, en literatuur en kunst, en muziek en occulte wetenschappen de eenige onderwerpen zijn die waardig geacht worden besproken te worden door onze hedendaagsche generatie.

Maar - ik weet ook, dat de grootste genieën ongeveer driemaal daags van hun voetstuk afdalen, en als ze verstandig zijn zoowel als knap, van hun maaltijden genieten.

Ik heb zelfs het vermoeden, dat wanneer al de genoegens uit het leven van alle menschen in stapels gesorteerd konden worden, de stapel, die het genot van het verhemelte vertegenwoordigde, de hoogste zou zijn.

[pagina 802]
[p. 802]

Zoovele millioenen hebben geen ander genot.

In de wereld heeft de goed-gevoede, goed-verzorgde man een oneindig groot voordeel boven de armoedig-gevoede, slecht-verzorgde man.

De goedgevoede menschen leggen in 't algemeen een grootere vitaliteit aan den dag, bezitten meer impulsie en individualiteit dan hun minder goed-gevoede broeders; zij vormen de basis en den voortbrengingsgrond, waarop eminente menschen hoofdzakelijk telen.

Evenals in groote veldslagen het voordeel is aan de zijde van het goed-uitgeruste leger, zoo is in den dagelijkschen strijd het voordeel aan de zijde van den man, wiens lichaam zoo krachtig mogelijk gemaakt is door goede en geregelde voeding.

En dit nu ligt geheel in handen der vrouw.

Wanneer zij verwacht dat haar ridder met den buit naar huis zal komen, moet zij hem in goede vechtende conditie houden.

De overwinning hangt zoo dikwijls af van het uithoudingsvermogen; een man met een goede spijsvertering behaalt dikwijls een overwinning over een schitterend tegenstander, letterlijk door zijn maag.

Maar dat is het niet waarover ik wensch te spreken.

Ik wensch voornamelijk te spreken over vrouwen en haar drie maaltijden daags. En ik ben van plan te bewijzen dat het van evenveel belang is dat vrouwen geregeld voedsel tot zich nemen, als de mannen.

In den ouden tijd, toen de familie feitelijk alles, wat zij noodig had - voedsel, kleeding, warmte, licht - produceerde, was het werk van niemand ooit ten einde.

Heden ten dage kan een vrouw haar dag indeelen, zooals ze wil, en zij die hem niet zoo weet in te richten dat zij aan tafel komt met een flinken eetlust, bedriegt zich zelf.

Den hemel zij dank, is de ouderwetsche, hysterische heldin met haar vogel-eetlust en haar wespen-taille, die weende en kwijnde door vijfhonderd bladzijden heen, verdwenen, en hebben we daarvoor in de plaats gekregen de moderne heldin met natuurlijke rozen op haar wangen, een lichaam om de goden in verrukking te brengen, en den eetlust van een Amazone.

De jonge vrouwen van heden, met de verantwoordelijkheid op zich voor het volgende geslacht, zijn in waarheid ‘nieuwe’ vrouwen.

Een bekend dokter zegt, dat haar figuur veranderd is om meer te gelijken op dat van den man: zij is grooter, heeft breeder borst, breeder heupen dan de vrouw van vroeger.

Gezondheid is de belangrijkste conditie voor geluk. Maar we kunnen niet gezond zijn zonder een zeer geregeld leven te leiden. En vrouwen zijn op dit punt bekend zorgeloos. Merkwaardig zorgzaam voor anderen, maar niet voor zichzelf. Andere en in haar oog belangrijker dingen beteekenen zooveel meer voor hen, doch ze vergeten, dat ongeregelde maaltijden, gepaard met overdreven ingespannen geestelijken arbeid, een totale ruineering van het zenuwstelsel beteekent.

Ik ben heilig overtuigd, dat een geregelde leefwijze 's levens beste verzekering-polis is, en ik garandeer de vrouw, die geregeld eet en geregeld slaapt, bijna vijf en zeventig percent van haar te verwachten geluk.

Zoo nu en dan een kleine afwisseling in den dagelijkschen sleur doet haar geen kwaad. Integendeel, dat doet haar zelfs goed. Maar de meerderheid der vrouwen, schijnt het mij, kan geen maat houden, en zich aan vaste gewoonten binden. Haar leven is een opeenvolging van afwisselingen, die haar zenuwen in een voortdurende gejaagdheid houden.

Zij zal dagenlang stokvast in huis blijven en dan als een bezetene uitvliegen, want wanneer eens een vrouw door de koorts van uitgaan bezield is, kan niets minder dan een instorting haar tot stilstand brengen.

Ze zal een tijdlang gemiddeld vier uur slaap nemen en dan dagenlang in bed blijven. Zij zal alleen van thee leven wanneer ze daar zin in heeft, een tijdlang zoo goed als niets en dan op eens alle mogelijke dingen eten.

Zij zal een zware lunch om één uur nemen, een zwaar diner van verscheidene gangen om 6 uur en misschien nog een soupertje om elf uur, en den volgenden dag niets eten.

De meeste mannen hebben geregeld werk, dat geregelde gewoonten in het leven roept. De meeste vrouwen ongeregeld werk, dat leidt tot ongeregelde gewoonten.

Vrouwen zouden gezonder en gelukkiger zijn en meer volbrengen, wanneer ze wat meer systeem in haar leven wilden brengen.

In het algemeen gesproken, maakt de vrouw den indruk alsof zij minder zelf-kennis, minder zelfbeheersching heeft dan de man. Zij vergeet zichzelf, kent zichzelf niet, absorbeert zichzelf ten dienste van haar werk of haar huishouding, wat voor haar hart spreekt, maar niet voor haar hoofd. Want de vrouw, die zich snel en geheel uitput ten dienste van het huisgezin, berooft het huis van zijn beste dienaar.

[pagina 803]
[p. 803]

Elke vrouw die een bezig, absorbeerend leven leidt, in huis, kantoor of in de maatschappij, moet, wanneer ze haar werk steeds met vrucht en genoegen verrichten wil, vóór alles op haar gezondheid letten, hetgeen wil zeggen op haar gewoonten. Wanneer zij goed eet en goed slaapt, is zij gezond. Is dit niet het geval, dan moet zij haar gewoonten of liever het gemis ervan, en vooral haar voeding, veranderen.

Doch daar een vrouw geneigd is licht in uitersten te vervallen, moet zij ook hiermee voorzichtig zijn, want evenals alle kostbare bezittingen is ook de eetlust een bron van meer of minder gevaar en angst voor zijn bezitter.

Hij kan leiden tot te veel eten, tot het eten van ongeschikt en nadeelig voedsel en tot vele andere onvoorzichtigheden waarvan de gevolgen bijna alle zijn de tallooze klachten die gerangschikt worden onder de afdeeling: slechte spijsvertering.

Vele menschen - waarschijnlijk de meerderheid van ons - eten te veel en te vaak waardoor ze aanleiding geven tot verstopping van het lichaam door een grooten overvloed van onverteerd voedsel, en tot verschillende kwalen van de afscheidsorganen, als gevolg van de overdaad van werk, vereischt voor het behandelen van dit surplus.

Elk individu is meer of minder een wet voor zichzelf. Terecht zegt Bacon: ‘A man's own observation, what he finds good of and what he finds hurt of, is the best physic to preserve life.’

Niet zelden zien we den galachtigen, lijkachtigen klerk naast zijn dikken, blozenden buurman, beiden dezelfde hoeveelheid werk verrichten, de laatste etende wat en wanneer de gelegenheid zich voordoet, de andere slechts op de geregelde tijden, met groote moeite, maar niettegenstaande die klacht, zonder slechte spijsvertering.

Er bestaat een groote klasse menschen die klagen dat ze nooit eetlust, nooit honger hebben, en eenvoudig, wanneer de tijd er voor aangebroken is, zonder genot en slechts uit een gevoel van plicht eten. Ze hebben geen slechte spijsvertering, doch zijn volmaakt gezond; inderdaad, zij schijnen een soort van struisvogelachtige spijsverterings-organen er op na te houden, die alles kunnen verteren, van af nieren in 't vet tot rauwe uien, maar alleen niet kunnen begrijpen waarom ze nooit van hun voedsel genieten.

Deze menschen zijn eenvoudig slachtoffers van hun voortdurend schrokken. Ze geven zichzelf nooit de gelegenheid hongerig te worden en missen daardoor een van de aangenaamste gewaarwordingen: die van te bevredigen een goeden, gezonden eetlust.

Er is een andere klasse van menschen, dun en schraal, enorme eters, die in een staat van voortdurende verwondering verkeeren omdat zij niet ‘aandikken’. Zij behooren tot dezelfde klasse als de bijziende hond, die een konijn in zijn hol joeg en er toen geduldig voor ging liggen, wachtende dat zijn prooi er uit zou komen, terwijl het konijn door een anderen uitgang verdwenen was.

De hoeveelheid voedsel, die gegeten wordt, is lang geen aanwijzing van de hoeveelheid voedsel, die het lichaam ontvangt, en een van de ergste gevolgen van te veel eten is, dat een overdreven hoeveelheid voedsel in de spijsverterings-organen de juiste vertering van iets ervan belemmert.

Verschillende werkzaamheden eischen verschillende voeding. Deze kwestie van het functioneeren van verschillende voedingsstoffen voor het versterken van speciale weefsels is nog in zeer elementairen toestand, maar in het algemeen kan men zeggen, dat hij, die zijn spieren bij het werk moet gebruiken, noodig heeft een groote hoeveelheid voeding als b.v. brood, erwten, aardappelen, enz., voedsel, waarin de voeding niet speciaal geconcentreerd is, terwijl hij, die veel zijn hersenen moet gebruiken, het beste werk verricht op geconcentreerd voedsel d.w.z. voedsel, waarvan de voeding gering is en gecombineerd met verschillende extracten, die een directe prikkelende uitwerking hebben.

Het gebruiken van abnormale voeding zal mettertijd aanleiding geven tot stoornis in een of ander gedeelte van het lichaam.

De rheumatiek van den een zittend-leven-leidend mensch, de hysterie en zenuwachllgheid van de vrouw kunnen in vele gevallen toegeschreven worden aan het gebruiken van ongeschikte voeding.

Sir Henry Thompson, de eminente Engelsche dokter, zegt op dit punt: ‘Ik ben tot de conclusie gekomen, dat meer dan de helft der ziekten, die het midden en laatste gedeelte van ons leven verbitteren, een gevolg zijn van te vermijden dwalingen op voedingsgebied, en dat meer onheil, in den vorm van werkelijke ziekte, van verzwakte krachten en bekorting van het leven, voortspruiten bij den beschaafden mensch uit verkeerde gewoonten van eten dan het ge-

[pagina 804]
[p. 804]

bruik van alcohol, hoe groot dat kwaad ook moge zijn.’

Het is misschien niet te verwonderen dat velen van ons opgroeien met zonderlinge smaken op het gebied van voeding.

Gepaste voeding in de kinderjaren is een der belangrijkste factoren van kinderopvoeding, en toch wordt die gewoonlijk op schandelijke wijze verwaarloosd of op onverstandige wijze geleid.

In de kinderjaren moet de voeding zeer voldoende en eenvoudig zijn, vóór alles vrij van kruiderijen; er is geen zekerder weg om een chronisch dyspecticus van iemand te maken dan hem in zijn kinderjaren kruiderijen toe te staan.

Op volwassen leeftijd moet het voedsel varieeren naar de bezigheid en de persoonlijke voorkeur, maar men doet goed zich altijd te herinneren, dat oververwendheid in dezen tijd van 't leven haar straf meebrengt wanneer de machine later begint te slijten.

Op hoogen leeftijd moet er groote zorg niet alleen bij het uitkiezen van voedsel (een kleine hoeveelheid) maar nog meer aandacht aan haar toebereiding besteed worden.

Dat de eetlust zeer grillig is, komt het duidelijkste aan het licht in de ziekenkamer. Dikwijls is een verondersteld gebrek aan eetlust bij den patiënt eenvoudig een gevolg van slecht koken, slecht uitgekozen of te veel voedsel, opgediend op een ongeschikt oogenblik.

Dit mogen afgezaagde punten schijnen, maar niettemin spelen zij een zeer belangrijke rol in waarschijnlijk het belangrijkste deel der behandeling van een zieke.

Er is één gezegde, dat men zich alijd herinneren moet, door het toe te passen niet alleen bij zieken maar eveneens bij gezonden: ‘Dien een warm gerecht warm op, niet lauw!’

Twee eenigszins uiteenloopende klassen zal men onder zijn kennissen, in verband met eten, aantreffen: ten eerste zij, die zeer veel moeite en veel aandacht aan hun voeding besteden - die inderdaad er een studie van maken - de epicuristen; en ten tweede zij, die weinig om de maaltijden schijnen te geven, ze ondergaan, niet als een genoegen, maar als een taak, en die een zucht van verlichting, niet van tevredenheid slaken, wanneer zij van tafel opstaan.

Deze vertegenwoordigen de twee uitersten, welke beide vermeden moeten worden.

Tracht den gelukkigen middenweg te bewandelen: geniet uw maaltijd, maar laat de gedachte eraan niet alle andere uit uw hoofd verdringen: voed uw geest zoowel als uw lichaam; praat en lach!

Hufeland zegt: ‘Lachen is een van de beste hulpmiddelen voor de digestie die ik ken, en de gewoonte, door onze voorvaderen aangenomen, om die aan tafel op te wekken door narren en potsenmakers, was gegrond op een medisch beginsel.’

In het kort: ‘Vat uw maaltijd op als een aangename noodzakelijkheid, een middel voor het doel, niet het doel voor een middel!’

In nauw verband hiermede staat de kwestie hòe wij moeten eten? Het schijnt inderdaad, dat wij, eens aan tafel gezeten, fout op fout begaan en na de maaltijden doorgaan tegen de hygiëne te zondigen, waardoor wij ons blootstellen aan ernstige kwalen.

Qui va piano, va sano. Die langzaam kauwt, leeft lang, zegt een oud spreekwoord.

De meeste dyspeptici hebben hun maagkwaal te danken aan hunne gewoonte te vlug te eten.

Deze gewoonte neemt men gewoonlijk reeds in de jeugd aan en onze haastige, ongeduldige, zenuwachtige manier van leven verergert haar nog. De spijzen, ternauwernood gekauwd, slecht afgescheiden, gaan slechts den mond door, zonder zich te doortrekken met speeksel. En dit speeksel speelt juist bij de spijsvertering een belangrijke rol; het draagt er toe bij, het zetmeel van het brood, de pap en de groenten, om te zetten in suiker, die door den darm wordt opgenomen.

Een serie proeven door dokter M. genomen, bewijst ons dit duidelijk: Hij laat een zeer gezond man 60 gram wittebrood, geweekt in 250 gram water, eten; daarna na verloop van een half uur, haalt men dezen ‘proefmaaltijd’ weer uit de maag en vorscht de hoeveelheid zetmeel, die zich omgezet heeft in suiker na.

Den volgenden dag neemt dezelfde man zijn 60 gram geweekt brood, maar nu laat men hem na afloop van dezen proefmaaltijd een half uur op een gomballetje kauwen en hem het speeksel, dat hierdoor ontstaat, inslikken.

Men ziet nu, daar het speeksel in grootere hoeveelheid in de maag komt, dat de omzetting van het zetmeel in suiker, d.w.z. de vertering van het brood en de groenten, veel vollediger en tweemaal zoo vlug geschiedt dan in het eerste geval.

Wat gebeurt in deze proeven, doet zich zonder hulpmiddelen en heel natuurlijk voor

[pagina 805]
[p. 805]

wanneer we maar zorg dragen de spijzen goed te kauwen en ze behoorlijk te doorweeken met speeksel. Vooral gedurende den maaltijd, op het oogenblik van het kauwen, vormt het speeksel zich en wordt in groote hoeveelheden in de maag gebracht.

De gewoonte van tusschen de maaltijden een gomballetje te kauwen is tegenwoordig in de Vereenigde Staten zeer verbreid. De oefening, hoewel niet zeer elegant, bevordert de toename van het speeksel.

Wanneer de spijzen onvolledig gescheiden worden, komen ze moeielijk in aanraking met het maagsap en nog moeilijker met het darmsap. Zoowel vleesch, vet, brood of groenten, al deze spijzen gisten, wanneer ze langs het spijsverteringskanaal gaan. Maagzuur en oprispingen na den maaltijd, maagpijn en een slechte spijsvertering, onoverwinnelijke slaperigheid wanneer men van tafel opstaat, ziehier de eerste symptomen van een beginnende dyspepsie.

Maar niet alleen op die manier protesteert de maag. Hij brengt ook de zenuwen in beweging: vooral de maagzenuwen en deze beweging deelt zich langzamerhand aan de andere zenuwen mee, vóór alles aan die der huid. Roode plekken in het gezicht, ekzeem, een puisterig teint en een altijd vettige huid, ziedaar hoe de maag ons onzen tol laat betalen.

Men heeft tallooze voorbeelden van vrouwen, die voor huiduitslag jarenlang zonder succes behandeld werden en genazen in den tijd van enkele weken, toen men haar geleerd had langzaam te eten en alles goed te kauwen.

Er zijn menschen, die na elken maaltijd een slaapje houden, en andere die niet behoorlijk kunnen verteren zonder eenige lichaamsbeweging te nemen.

Bij de dieren merkt men op, dat zij gewoonlijk uitrusten gedurende hun spijsvertering: de hond legt zich in 't rond na zijn maaltijd en voor de herkauwende dieren is de spijsvertering bepaald een groot dagelijksch werk.

Er is veel te zeggen ten gunste van deze rust na den maaltijd, ook voor de menschen, want de vertering is een werkelijke arbeid voor de maag, een arbeid gelijkstaande met dien van een spier die zich samentrekt of van het brein dat denkt. Nu stroomt, elke keer dat een orgaan werkt, het bloed er heen. Als men dus, van tafel opstaande, zich dadelijk aan lichaamsbeweging overgeeft, of aan hersenwerk, gaat het bloed, in plaats van naar de maag te stroomen, gedeeltelijk naar de spieren, naar de hersenen. Beroofd van het bloed, dat zij noodig heeft voor de spijsvertering, zal de maag haar taak dus slecht volbrengen.

Doch deze rust nemen wij bijna instinctmatig. Bijna nooit gaan wij dadelijk na den maaltijd weer aan onzen arbeid. Altijd blijven wij nog gedurende eenige oogenblikken zitten babbelen of luieren. De werklieden, de landbouwer, en de maaiers vooral, nemen stipt de gewoonte van de siesta in acht.

Sommige personen kunnen slechts behoorlijk verteren wanneer zij zich bijna onmiddellijk na den maaltijd aan eenige lichaamsbeweging overgeven. Dit zijn bijna altijd volbloedige menschen, apoplectici, bij wien het bloed niet goed circuleert. Bij hun prikkelt en regelt spierarbeid, die een ware geneeswijze is, ten koste van de maag, hun onvolkomen bloedsomloop.

De menschen, die na den maaltijd verplicht zijn een slaapje te nemen, zijn meestal personen wier bezigheden hun dwingen tot een groote hersen-inspanning, want het is bewezen, dat gedurende hersenarbeid er in de hersenen gevormd worden speciale slaapverwekkende substanties en misschien doet hun uitwerking zich na den maaltijd op een bijzonder krachtige wijze gevoelen, wanneer de spijsvertering den bloedsomloop in de hersens matigt.

Wanneer de behoefte aan slaap na de maaltijden zich voordoet bij menschen, wier bezigheden noch een groote geestes-inspanning, noch groote lichamelijke vermoeidheid eischen, dan wijst dit duidelijk op een inbreuk op de regels van de hygiënische voeding. Het zijn dyspeptici, wier maaltijden te copieus zijn of samengesteld uit spijzen die hun niet passen. Den dag waarop deze zieken van hun dyspepsie genezen, verdwijnt oogenblikkelijk de behoefte aan slaap na den maaltijd.

De samenstelling van onze drie maaltijden is niet altijd de juiste.

Het ontbijt dat wij nemen, is gewoonlijk niet copieus genoeg. 's Morgens na het ontwaken is de maag leeg, want zij heeft den tijd gehad alle spijzen te verteren. Daar wij in de morgenuren den meesten arbeid verrichten, is het noodzakelijk onze machine vooraf goed van brandstof te voorzien. Die brandstof, ik wil zeggen de spijzen die men 's morgens in voldoende hoeveelheid in de maag brengt, veroorlooft de machine gedurende den morgen flink te werken, maar daar de spijzen niet langer dan vijf uren in de maag blijven, moet men den voorraad kolen

[pagina 806]
[p. 806]

om één uur 's middags vernieuwen, te meer daar onze machine nog vier of vijf uur arbeid moet verrichten.

Dit tweede ontbijt moet niet te substantieel zijn, want is het dit wel, dan moet het, om goed, verteerd te worden, gevolgd worden door een lange periode van rust en dit geschiedt meestal niet, want bijna onmiddellijk zijn wij gedwongen weer aan onzen arbeid te gaan. Het resultaat is dan: slechte vertering en werk zonder lust.

De oude Romeinen zeiden reeds: Plenus venter non studet libenter.

Een laatste opmerking:

Het is bewezen dat men werkelijk slechts goed verteert de spijzen, waarvan men houdt. In gevallen waar door het zien van spijzen, die men opdischt, uw gehemelte niet gestreeld wordt, kiest de maag partij en weigert beslist den minsten druppel maagsap af te scheiden.

Het vooruitzicht een goeden maaltijd te zullen krijgen, is dus een uitstekende hulp voor de spijsvertering, om de afscheiding van het maagsap te bevorderen.

Het gevoel van eetlust is van buitengewoon gecompliceerden aard. Zoo weet ook iedereen, dat het gezicht van het een of ander onoogelijk of walgelijk voorwerp, een onhygiënische omgeving, geestelijke depressie, oververmoeidheid, buitengewoon warm weer den eetlust soms urenlang verbannen kan. Een plotselinge schrik heeft dikwijls dezelfde uitwerking. Het binnendringen van infectiekiemen in het lichaam, het ernstig kneuzen van eenig lichaamsdeel, zelfs een eenvoudige hoofdpijn, zal iemand ongevoelig maken voor de uitgezochtste spijzen.

De eetlust wordt opgewekt en aangemoedigd door verschillende omstandigheden: Het zien, of zelfs de lucht van een smakelijk gerecht; aangenaam gezelschap; een tevreden gemoed; lichaamsbeweging (vooral in de open lucht); inderdaad, alles wat strekt tot bevordering van het algemeen welbehagen en genoegen van den mensch kan beschouwd worden een gezonden eetlust te bevorderen, behalve natuurlijk het eten zelf; maar zelfs dat proces - in den aanvang namelijk - kan den eetlust prikkelen. Hoeveel scherper wordt die niet na het eten van een ‘hors d'oeuvre’ of een cantaloupe?

De eetlust kan kunstmatig opgewekt worden door piquante sauzen, door alcohol in kleine hoeveelheden - wijn, tusschen de gerechten in gedronken, is in staat het tegendeel te bewerken -, goed koken. Niet alleen bepaalt dit laatste de aantrekkelijkheid van het gerecht voor het gehemelte, maar tevens hangt er in groote mate de verteerbaarheid en vandaar de voedingswaarde van af.

Onder normale omstandigheden staat de eetlust in nauw verband met de behoeften van het lichaam.

Het kind heeft altijd honger; het groeit, maakt nieuw weefsel en vereischt een groote hoeveelheid weefselvormend voedsel.

Bij den tachtigjarige is het tegenovergestelde het geval: zijn weefsels sterven langzamerhand af; hij heeft alleen nog voedsel noodig om de machine gaande te houden; er is bij hem niets nieuws meer op te bouwen en het voedsel, dat door hem vereischt wordt, dient slechts om voor een korten tijd een bijna uitgesleten orgaan op te lappen.

De kunst van eten voor den gezonden mensch is ten slotte in een paar regels, die gemakkelijk zijn op te volgen, en hun uitwerking niet zullen missen, samen te vatten:

Eet op geregelde tijden.

Eet langzaam en kauw alles goed wat gij eet.

En hieraan voeg ik toe:

Voorzie U van een goede keukenmeid!

Iedere vrouw en ieder man moet deze regels in praktijk brengen, want, zooals Herbert Spencer terecht zegt:

‘Misschien zal niets zoozeer den tijd verhaasten, wanneer aan lichaam en ziel beide gepaste zorg wordt gewijd, als een verspreiding van het geloof, dat het behoeden van gezondheid een plicht is. Weinige schijnen er zich bewust van te zijn, dat er zoo iets als physieke zedelijkheid bestaat. De gewone woorden en daden van de menschen schijnen bijna in te sluiten dat zij vrij zijn hun lichamen te behandelen zooals het hun goeddunkt. Een feit is het echter, dat elke overtreding van de gezondheidswet eene physieke zonde is. Wanneer dit algemeen erkend wordt, dan, en misschien niet eerder, zal aan een physieke opvoeding van de kinderen al de aandacht geschonken worden die ze verdient.’

Vertaald door X.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken