De Hollandsche Lelie. Jaargang 29
(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHoofdartikel
| |
[pagina 610]
| |
wat betreft de bevrediging der geslachtsdrift. Menig jongeling, een redeloos dier gelijk, begeeft zich op avontuur en offert zijne gezondheid op het altaar van Venus. Tevergeefs klinkt de vermanende stem van ouders (zoo deze zich al laat hooren), van voogden, onderwijzers of vrienden. De jonge man, nog dikwerf niet meer dan een kind, is hoorende doof. Hij luistert gedachteloos naar de vertoogen van ouderen, van personen van levenservaring. Hij denkt: praat maar toe, ik ga toch mijn gang. Hij, de onbedachtzame, die de wereld nog niet kent, gaat naar ‘de vrouwen’, en naar welk soort! Gelieve nota te nemen van den geijkten meervoudsvorm, waaruit geconcludeerd mag worden, dat zich als regel de excessen niet bepalen tot eene enkele vrouw! Indien nu deze escapades glad van stapel liepen en de betrokkenen er zonder kleerscheuren afkwamen, zou alleen de moralist er iets op aan te merken kunnen hebben. Het tegendeel is echter waar. De verwoestingen (de financieele nog daargelaten), zoowel physiek als psychisch teweeggebracht door den ongepatenteerden geslachtelijken omgang, zijn legio. Stellen wij (en de veronderstelling is zeer bescheiden) dat, op zijn minst genomen bij 60 procent der mannen de geslachtsbevrediging plaats vindt vóór het dertigste jaar, den tijd, dien men als norm kan aannemen voor het sluiten van een huwelijk, en dat bij de helft hiervan de funeste gevolgen niet uitblijven, in aanmerking genomen de bloeiende praktijken van specialisten in geslachts- en huidziektenGa naar voetnoot*), dan kunnen wij zonder overdrijving zeggen, dat van de honderd mannen de helft van het aangenomen percentage, in casu dertig, onder behandeling zijn voor bovengenoemde ziekten. Verder kunnen wij vrijelijk de conclusie trekken dat van die dertig mannen weder een groot deel niet of zeer langzaam geneest of ongenezen voortgaat met hun lichaam en dat van anderen te verwoesten, om bij eventueele huwelijksplannen zich er geene scrupules van te maken geïnfecteerd in den echt te treden. Het percentage is hier met opzet laag gesteld; indien er eventueel vraaglijsten konden worden rondgezonden en deze naar waarheid beantwoord, zou men dichter bij 80 dan bij 60 procent komen. Vele ouders verzuimen, hetzij uit schroom, hetzij uit onwetendheid, om hun toekomstige schoonzoons te ondervragen omtrent hun gezondheidstoestand, terwijl positie en geboorte, vooral de eerste in den tegenwoordigen tijd, gewoonlijk den doorslag geeft bij de toestemming. Het voornaamste, een onbesmet lichaam en een degelijk karakter, wordt al te dikwijls als eene quantité négligeable beschouwd. Ons inziens behoort met de andere bescheiden benoodigd voor het huwelijk te worden overlegd een geneeskundig certificaat, waaruit blijkt dat de aanstaande echtgenoot niet lijdende is aan eenige ziekte of aan het een of andere gebrek, dat gevaren oplevert voor de vrouw en de nakomelingen. Zonder deze verklaring zou het huwelijk niet gesloten mogen worden. Wij zouden zelfs verder willen gaan en ondanks de duizenden protesten eene verplichte periodieke keuring wenschen voor alle mannen, ook voor de gehuwden, van wien bekend is dat zij buitenechtelijke geslachtsgemeenschap hebben. Het komt toch veelvuldig voor, - informeert U slechts bij de hierboven genoemde specialisten, - dat echtgenooten, het ‘pas toujours perdrix’ gedachtig, aan galante avonturen den voorkeur geven boven een onberispelijk huwelijksleven. Ongelukkiglijk infecteeren zij dan in de meeste gevallen hunne vrouwen en leveren groot gevaar op voor deze en voor hunne kinderen. Eene geregelde geneeskundige behandeling is dan noodzakelijk. Op hen, die dit niet in willen zien, zou dwang uitgeoefend moeten worden en herhaling dezer escapades zou onherroepelijk tot scheiding - hetzij de commun accord, hetzij gerechtelijk moeten leiden. De prostitutie op te heffen zou ongerijmd zijn en niet doeltreffend. Reeds voor de opheffing der bordeelen, die trouwens de laatste twintig jaren van hun bestaan reeds uit den tijd waren, is de ongereglementeerde op zich zelve wonende prostituée, de niet aan geneeskundig toezicht onderworpene verbreidster van infectie, op den voorgrond getreden en de besmetting toegenomen. Van de toeneming der prostitutie zijn als oorzaken te beschouwen de grootere vrijheid, die de kinderen uit den kleinen burgerstand genieten, het afnemend godsdienstig leven, het zich uitbreidende wereldverkeer, de grootere gemakzucht, de lust tot opschik, de verspreiding van liberale begrippen onder hen, die | |
[pagina 611]
| |
er niet rijp voor zijn, kortom eene opvoeding, waarbij zedelijke beginselen genegeerd worden. Men moge beweren dat in sommige staten van Noord-Amerika de prostituées geen reden van bestaan hebben, daar tegenover staat dat in geen land ter wereld de scheidingen zoo talrijk zijn, en men vergelijke toch niet het koelere temperament der Amerikanen met dat van de bewoners van Europa. Trouwens in Amerika, men denke aan Coney-Island, aan de Bowery, enz., zal ook alles wel niet couleur de rose zijn. Indien men er al toe zou kunnen komen om de prostitutie tijdelijk den kop in te drukken, zouden aanrandingen en schandalen evenals de scheidingen toenemen; want er zouden, alleen om aan geslachtsbevrediging te voldoen, nog meer onberaden huwelijken gesloten worden, dan reeds het geval is. De prostitutie is en zal altijd een veiligheidsklep der maatschappij blijven; zij kan alleen beperkt worden door meerdere ontwikkeling, verhooging van het zedelijk bewustzijn der jonge meisjes uit den minderen stand. Hoogst zelden toch worden de hetaires gerecruteerd uit de meer beschaafde kringen. Uit de onderste lagen der maatschappij zal echter steeds nieuwe aanwas geschieden. Men make het deze vrouwen, die ten allen tijde reden van bestaan gehad hebben en zullen hebben, niet te lastig, doch stelle ze allen, zonder uitzondering, onder streng medisch toezicht. Men bewerkstellige dit op kiesche wijze en late haar derhalve de keus tusschen een door haarzelve te bepalen of wel een door de overheid aan te wijzen medicus. Moge de prostitutie niet zoo te beperken zijn als men zoude wenschen, de infectie kan en moet beperkt worden. Wat de zoogenaamde voorbehoedmiddelen aangaat, sorteeren deze over het algemeen niet het effect, wat men er van verwacht. Primo willen velen om redenen van verschillenden aard niets van de toepassing weten en secundo verkeert hetgeen men aanbiedt niet steeds in een staat die zekerheid zou doen verwachten. Ook op dit gebied is veel humbug. Blijft over het permanent geneeskundig toezicht op alle mannen, en op die vrouwen, welke er haar bedrijf of bijverdiensten van maken zich te prostitueeren. Met opzet zouden wij van het onderzoek uitgesloten gezien de anderen, wijl het niet aangaat eerbare vrouwen hieraan te onderwerpen. Evenwel zou, wanneer rechtmatige twijfel bestaat, de geïnfecteerde man, hetzij in zijne kwaliteit van echtgenoot, hetzij anderszins een geneeskundig onderzoek mogen eischen van haar, die hij als de oorzaak beschouwt. Men werpe ons niet tegen dat deze maatregelen absurd zouden zijn en ingrijpen in het particuliere leven. Wij zouden hierop kunnen repliceeren, dat de heffing van vermogens- en verschillende andere soorten van inkomstenbelasting, waarbij ambtenaren op regeerings- en stedelijke bureaux geheel au fait zijn van den staat der portemonnaie van meneer X en mevrouw Y van vrij wat indiscreter aard is. En dan de zedenpolitie, die zich bezig houdt met de faits et gestes van gehuwde en andere heeren? En de schatters, die in uw huis moeten worden toegelaten, om van het woord binnendringen maar niet te gewagen? Neen, bij het hierboven bedoeld geneeskundig onderzoek gaat ‘le linge sale’ de deur niet uit en wordt alle schandaal vermeden door het ambtsgeheim van den medicus. En, zal men verder vragen, waar blijft gij met de tallooze infectie bij zich dragende personen? Hierop zou ons antwoord zijn, dat zij, die gevaar van infectie opleveren, zouden moeten gesequestreerd worden voor korteren of langeren tijd in ziekenhuis of sanatorium, indien de behandelende geneesheer dit noodig oordeelt. Maar, zal men zeggen, dan zullen toch velen uit hun werkkring worden gerukt! Misschien wel, doch mogen vrouw en kinderen en zoovele andere onschuldige wezens, die met hen in aanraking komen, steeds aan infectie worden blootgesteld? Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen, en hier moet het heil van velen boven het genot van enkelen gaan, hoe talrijk deze laatsten ook vertegenwoordigd mogen zijn. Indien ooit tot maatregelen als de hiervoren genoemde mocht worden overgegaan, zou men perplex staan over de enorme mate van infectie in onze maatschappij, zonder dat de groote massa zich dit bewust is. Gelijk bij militairen, zou het geneeskundig onderzoek, wilde het vruchten dragen, op vastgestelde tijdstippen moeten geschieden, en - dit spreekt vanzelf, zou de medicus, die al spoedig ziet wat voor vleesch hij in de kuip heeft - dit onderzoek mogen beperken of uitbreiden. | |
[pagina 612]
| |
Bij ziekte van infectueuzen aard van der gehuwden man, zoude de echtgenoote en, bij niet aanwezigheid van deze, de inwonende kinderen door den arts moeten ingelicht worden. A propos, van militairen gesproken (beneden den rang van officier), heeft bij deze periodiek eene gezondheidsinspectie plaats, waarbij het kaf van het koorn gescheiden wordt. Bij de Marine wordt door de officieren van gezondheid in de conduiteboekjes der mindere schepelingen aanteekening gehouden van de ziekten en verwondingen en hun verloop. Dat daarin de zoogenaamde vrouwenziekten een ruime plaats innemen, behoeft geen betoog. Dat vele dier ziekten slecht of niet genezen, is, in overweging genomen het betrekkelijk ruwe leven van Janmaat en de vele verleidingen, waaraan hij aan den wal is blootgesteld, een vaststaand feit. Velen zijn op dat gebied recidivist en worden op middelbaren leeftijd met een geknakt lichaam ontslagen. Veel kan hiertegen niet gedaan worden, beteugeling in het gebruik van dranken, geschikte ontspanningslokalen aan den wal en waarschuwingen door superieuren zullen slechts eene gedeeltelijke uitwerking hebben, daar ongehuwde of verre van hunne vrouw verwijderd zijnde krachtige mannen veelal geneigd zullen zijn hunne geslachtsdriften te bevredigen. Wat nu eenmaal kan geschieden voor militairen, waarom zou dat niet kunnen in de burgermaatschappij? De practische toepassing zal inderdaad minder gecompliceerd zijn dan men wel oppervlakkig zou meenen, b.v.: zou elk gezin en ieder alleenwonend persoon verplicht kunnen worden tot het hebben van een huisdokter, die dan van den staat van gezondheid der onder zijn ressort behoorende personen verantwoording zou moeten doen aan het geneeskundig Staatstoezicht. Hem wordt het geneeskundig onderzoek opgedragen, dat minstens eenmaal 's jaars en aan huis van den betrokkene zou moeten geschieden. Het genoemde Staatstoezicht beslisse dan of bij infectie de patiënt(e) tehuis mag behandeld of wel in eene ziekeninrichting moet verpleegd worden. Waar van de zijde der vrouwelijke leden of alleenwonende vrouwen schroom bestaat tegen een onderzoek door den huisdokter, zou zulks door een vrouwelijke arts kunnen geschieden. Vindt de huisdokter het onderzoek onnoodig, zoo zou hij onder ontvouwing der redenen het Staatstoezicht kunnen voorstellen dit na te laten. Zoodoende zouden goed ter naam bekend staande personen hiervan vrijgesteld zijn. Daar hij echter verantwoordelijk blijft, zou hij zulks niet durven voorstellen, indien hij niet overtuigd ware van de soliditeit van de(n) betrokkene. Ons dunkt, dat indien eenmaal mocht worden besloten de hier voorgestelde wijze te volgen, wel niemand bij rijpelijk nadenken daartegen bezwaar kan hebben. Bij het toezicht over hen, die van de prostitutie een beroep of bijverdienste maken of eene gewoonte, denken wij bij sub 1 aan de beroepshetaires, en aan de modistes, naaisters, fabrieksmeisjes, winkelmeisjes en dienstboden, die er buiten hun loon iets op deze wijze bij verdienen. Bij sub 2 (eene gewoonte) hebben wij op het oog alle mannen, die geslachtelijken omgang hebben met vrouwen, waarmede zij niet gehuwd zijn of samen leven. Wat betreft deze samenleving (maintenée, maîtresse, vriendin) zou ze aanleiding tot verwikkeling kunnen geven, daar hier niet altijd sprake is van trouw aan den man, met wie men samenleeft. Èn voor man èn voor vrouw vallende onder deze categorie zou eene strengere keuring dan eenmaal 's jaars gewenscht zijn, doch kan weder aan den huisdokter overgelaten worden deze na te laten, indien zij hem niet noodzakelijk voorkomt. Wat aangaat de prostituées van beroep en dezulken, die de prostitutie als bijverdienste uitoefenen, en de mannen, die beide categorieën frequenteeren, deze dienen bij voortduring aan een streng geneeskundig toezicht onderworpen te zijn, willen de hierboven voorgestelde maatregelen effect sorteeren. Juist van prostituées en van hen, die haar bezoeken, gaat de besmetting uit. Wil men komen tot een van ‘smetten vrij’ Nederlandsch volk, dan moet in deze richting gearbeid worden, om een krachtig, niet door erfelijke ziekten bezocht nageslacht te verkrijgen. Nogmaals blijft het gezegd, dat de buitenwereld, het publiek, hier geheel buitengesloten wordt, daar slechts in zeldzame gevallen het onderzoek voor eene commissie, doch als regel aan huis zou moeten geschieden. | |
[pagina 613]
| |
De meerdere kosten, die ontstaan zouden door administratie en door de verplichting voor iedereen van het hebben van een huisdokter, wegen niet op tegen de nadeelen teweeggebracht door de zich steeds uitbreidende infectiehaarden, waarbij het familieleven aanhoudend bedreigd wordt en het ‘something rotten in the State’ steeds grootere proportiën aanneemt. Veel water zal er nog door de Maas stroomen voor het groote publiek van het nut der bestrijding zal overtuigd zijn en voor de machthebbenden het aan zullen durven den stier, die zooveel verwondingen heeft veroorzaakt en nog veroorzaakt, bij de hoorns te vatten. Doch gelijk ook eenmaal de Zuiderzee zal gedempt worden, de vrouwen het kiesrecht zullen verkrijgen, zal ook in het belang der Menschheid eene verplichte keuring niet meer tot de desiderata behooren. F.A. EBBINGE WUBBEN.
Den Haag, December 1915. |