Ik had van den winter mijn zinnen zoo gezet op een mooi bont, maar ja, in een jong huishouden - ik wou er Frans niet mee aan boord komen, al liet ik wel eens iets doorschemeren. Op een keer, dat Vader weer eens hier geweest was, drukte hij me bij het heengaan een bankje van honderd in de hand. “Hier, voor je nieuwe bont! Maar aan niemand zeggen, hoor!” Hij dreigde met zijn vinger. Hartelijk he?’
‘Nu, en heb je het aan niemand gezegd? En Frans dan?’
‘O, Frans natuurlijk wel!’ Ze keek hem, bijna beleedigd door de veronderstelling, dat ze het voor haar man geheim gehouden zou hebben, aan. ‘Ofschoon Vader dat blijkbaar al niet eens aardig vond. Maar voor Moeder heb ik het maar verzwegen! Ik begrijp eigenlijk niet, hoe die twee menschen elkaar gevonden hebben! Hij - altijd druk en joviaal - zij, bijna nooit eens vroolijk, en met een gezicht, of ze niets dan teleurstellingen ondervindt. Frans houdt vreeselijk veel van haar, doch ik kan beter met hem opschieten!’
Een sleutel knarste in het slot.
‘Daar is manlief al!’ Aanhalig stak ze haar arm door dien van den binnentredende! ‘Je bent lang uitgebleven, Frans!’
Verrast zag hij haar aan. Hij was niet verwend door spontane uitingen van hartelijkheid van haar kant. Hij eischte ze ook niet; hij was iemand, die weinig vroeg, en al gelukkig en dankbaar was, dat ze zijn liefkoozingen in ontvangst wilde nemen.
‘Vader is er nog geweest!’
‘Vader?’ Hij keek verwonderd, haast verschrikt.
‘Ja, om het monsterboek!’
‘Het monsterboek? Dat ligt toch altijd op het kantoor!’
‘Nu ja, dat wist hij zeker niet!’
Van terzijde keek hij Willem van Ries eens aan; deze lette echter niet op hem, en stond juist op.
‘Mag ik de piano eens openzetten? 't Is een eeuw geleden, sinds ik je het laatst hoorde zingen, Lize!’
‘Goed,’ zei ze opgewekt, ‘speel jij dan eerst eens een stuk, onder de hand maak ik iets klaar. Een glas wijn, een grogje, wat willen de heeren!’
Ze streek met de hand over het kort geknipte haar van Frans, in het langs gaan. De nevelen die over haar ziel gedreven hadden, schenen weggetrokken - was het, omdat ze langzamerhand begon te begrijpen, dat ze ‘een lot uit de loterij getrokken had!’ - zooals Willem gezegd had?
Omstreeks veertien dagen daarna zat ze weer alleen 's avonds: Frans was naar zijn werk, toen er een briefje bezorgd werd.
‘Van wien?’ vroeg ze verwonderd, de hand niet kennend van het adres.
Het dienstmeisje wist het niet, ze had er niet naar gevraagd.
Nieuwsgierig maakte Lize het open. - ‘Een goed Vriend’ was de onderteekening! Ze glimlachte: wat kon Willem van Ries haar te zeggen hebben? Doch reeds, na de eerste regels gelezen te hebben, werd ze doodsbleek, en de hand, die het papier vasthield, beefde. Het duurde lang, eer ze het briefje ten einde had, maar de kleine, trillende hand had zich tot een vuist gebald, en kwam plotseling met harden slag op tafel neer, zoodat het theekopje rinkelend van zijn schoteltje opsprong.
Groote hemel!
Waren de menschen, was hijzelf - of was zij gek? Wie kan aan zoo iets monsterachtigs denken? Nog eens las ze woord voor woord, het geschrevene over.
‘Lize, ik acht het mijn plicht - waartoe ik na lang aarzelen overga, en slechts in het besef, dat je het van mij, als vriend, aan zult nemen - je in je eigen belang te waarschuwen, je schoonvader niet meer te ontvangen bij afwezigheid van je man. Hier en daar schijnt men er zich reeds over te verwonderen, en de reputatie, die je schoonvader hier heeft, is zóó ongunstig, dat de laster zelfs jou niet zal bespaard blijven. Jij bent in dezen volkomen ter goeder trouw, doch hij, ik ben ervan overtuigd, handelt met nevenbedoeling!
Een goed vriend!
Een hevige woede bruiste in haar op.
Ze twijfelde niet aan zijn woorden - alles kwam voor haar opeens in een ander, scheller licht te staan. Die, soms wel wat overdreven vriendelijkheid, van Frans zijn Vader, zijn talrijke bezoekjes, wel vluchtig, maar toch steeds als hij zijn zoon afwezig kon weten - bah! Zij walgde van het denkbeeld: Een Vader, die zijn eigen kind zou willen bedriegen, die het met een gerust geweten ongelukkig zou kunnen maken, alleen om aan eigen lage passies te kunnen voldoen. Hoe was het mogelijk, hoe was het mogelijk!!