De Hollandsche Lelie. Jaargang 29(1915-1916)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Onbegrepen O menigeen, die onbegrepen Zich waant, in droeve eenzaamheid, Miskend door allen om zich henen, Begrijpt hij wel zichzelf altijd? Zou dat miskennen, niet-begrijpen Altijd door allen om zich heen, Die onvoldaanheid over 't leven Niet schuilen bij hemzelf alleen? Zou zelfzucht, hoogmoed, eigenliefde En veel gekrenkte ijdelheid De bron niet zijn van veel miskenning, Gewaande onbegrepenheid? O, als we meer eenvoudig waren, Waardeerden niet onszelf allèèn, Geen lof en bijval steeds verwachtten, Bewondering van iedereen; Wanneer wij eigen ik vergaten Bij 't zoeken naar de waarheid, zou Zij ons niet stralend nader treden Met al haar liefde, al haar trouw? We voelden ons niet onbegrepen, Miskend, geplaagd en onvoldaan; We zouden minder ontevreden En eenzaam onzen weg hier gaan. We leefden niet in schemerdonker, Maar in den heldren zonneschijn; We zouden - voor onszelf geen raadsel - Voor and'ren meer een zegen zijn. J. VAN REES-VAN NAUTA LEMK Vorige Volgende