volgende verbond tusschen Napoleon en Alexander, deed dit plan opnieuw mislukken. Hij vlucht naar Rusland, waar hij in 1816 te Kiew stierf. Zijn zonen maakten zich naam in het Russische leger in den strijd tegen Frankrijk, zoo o.a. zijn oudste zoon Alexander, die brigade-generaal in het Russische leger werd. Later vinden wij zijn zoons terug in Griekenland en deel nemen aan den opstand van 1820.
Napoleon voerde oorlog met Pruisen en Rusland. De Pruisen waren bij Jena geslagen, waarop nu met de Russen moest afgerekend worden.
Thiers zegt: ‘Napoleon wilde in dit buitengewone tijdperk zijner regeering het Oosten doen dienen tot welslagen van zijn plannen in het Westen. Turkije was in een toestand van crisis, waarvan hij partij hoopte te trekken.’
Na Austerlitz was Sultan Selim Franschgezind geworden. Dat de Hospodar van Walachye, Ypsilanti, aan Engeland en Rusland verknocht was, behoeft na het boven medegedeelde wel geen betoog. Doch niet alleen was hij dit, maar daarbij ook vijandig tegen Turkije zelf. Selim besloot daarom Ypsilanti af te zetten. Rusland en Engeland waren hierover zoo verbolgen, dat zij niet slechts protesteerden, maar gewapenderhand tusschen beiden traden, om Ypsilanti te herstellen als Hospodar van Walachye. Rusland zond een leger van 60.000 man onder Generaal Michelson naar den Dniester, terwijl Engeland een vloot zond naar de Dardanellen om aan dien eisch kracht bij te zetten.
Napoleon had deze verwikkelingen aan zien komen en daarom een uiterst bekwaam man benoemd tot gezant te Constantinopel en wel de in Corsica geboren Generaal Sebastiani. Deze had de meest uitgebreide volmachten, o.a. ook, om het corps van Marmont uit Dalmatië naar Turkije over te brengen, zoodra de Sultan dit zou wenschen.
Naar aanleiding van die maatregelen van Napoleon roept Thiers uit: ‘Die algemeene oorlog sedert vijftien jaren tusschen Europa en de Fransche Revolutie opgewekt, zou zich derhalve uitbreiden van den Rijn tot aan den Weichsel, van Berlijn tot aan Constantinopel. In een worsteling op leven en dood gewikkeld, nam Napoleon maatregelen geëvenredigd naar de grootheid zijner plannen’.
Is het niet alsof men over den tegenwoordigen oorlog leest? Alleen strekt het oorlogstooneel zich nog veel verder uit dan de door Thiers genoemde grenzen en moet men voor Napoleon nu Wilhelm lezen.
Zoodra echter de Russische gezant Italinski den Sultan met oorlog bedreigde, gaf deze toe en benoemde opnieuw de vijanden van Turkije: Ypsilanti en Maruzzi tot Hospodars van Walachye en Moldavië. Rusland beweerde volgens het vredesverdrag van Kutschak Kainardschi recht te hebben mede te spreken over het bestuur der Donau-vorstendommen.
Napoleon zond onmiddellijk verscheidene genie- en artillerie-officieren naar Turkije, om de Turken behulpzaam te zijn in het verdedigen der Dardanellen en het reorganiseeren van hun leger en beloofde onmiddellijke steun zoowel van de zich nog te Cadix bevindende Fransche vloot als van de Fransche legercorpsen te Dalmatië. Sebastiani ging nog verder, wees op het onoverwinnelijke der Fransche legers en beloofde Turkije volkomen onafhankelijkheid van Rusland en buitendien nog de Krim. Terwijl de Sultan nog aarzelde met het oog op den slechten toestand van zijn leger, besloot én Engeland én Rusland krachtig op te treden ondanks het besluit der herbenoeming van Ypsilanti. De bedoeling was het veroveren van Moldavië en Walachye. In drie corpsen trokken de Russen over den Dniester en wel op Chocsim, Bender en Jassi. Hun plan was Boekarest te bezetten, waardoor zij ook steun van de oproerige Serviërs zouden krijgen.
De Engelschen zonden daarop den schout-bij-nacht Louis met drie schepen naar de Dardanellen, met het bevel geen vijandige daad te plegen, doch slechts die Engelsche families uit Constantinopel op te nemen, die daar niet wenschten te blijven. Daarna zou hij naar Tenedos stevenen, om te wachten op de daarheen gezonden twee divisies der Engelsche vloot. Die twee divisies waren het eskader van den admiraal Sidney Smith en dat van den admiraal Duckworth, die beiden ontboden waren resp. uit den Levant en van Gibraltar. De vereenigde Engelsche vloot werd gesteld onder bevel van Admiraal Duckworth, die weer zijn instructies zou ontvangen van Sir Arbuthnot, Engelsch gezant te Constantinopel.
De Sultan gaf Italinski zijn paspoorten, maar Sir Arbuthnot bleef, omdat de Engelschen voorloopig nog niet vijandig waren opgetreden.
Sir Arbuthnot maakte daarvan een nuttig gebruik door zeer dreigend op te treden. Hij eischte de verwijdering van Sebastiani en