Gedachtenwisseling.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
's-Gravenhage, 7 Februari 1916.
Aan de Redactrice van de Hollandsche Lelie. Hooggeachte Redactrice,
Door dezen heb ik de eer U voor het volgende een plaatsje te verzoeken. Vertrouwende, dat U mij dit niet zult weigeren, zeg ik U bij voorbaat dank.
In de Lelie van 2 Februari l.l. steekt U de loftrompet op een firma, die U tot Uw volkomen tevredenheid verhuisd heeft. Dat is Uw recht, ofschoon ik het minder fijngevoelig vind jegens een andere firma, die reeds meer dan duizend gulden in de Lelie veradverteerd heeft, en door Uw artikel ‘Verhuizen’ dat geld wel kan beschouwen als in 't water te zijn gegooid. En dit te meer, waar U zich beklaagt over een firma, die U in den steek heeft gelaten.
Het ligt toch voor de hand, dat menig lezer (lezeres) zal denken, dat ik die firma ben, daar ik, sedert geruimen tijd, de eenige verhuizer ben, die in de Lelie adverteert en, in dit geval tot overmaat van ramp, in den Haag woon, dus allicht in de gelegenheid gesteld had kunnen worden om mede te dingen naar Uw verhuizing.
Ik stel er echter prijs op hier te verklaren, dat U mij die gelegenheid niet geboden heeft, en dat ik nimmer het genoegen had voor U te werken, zoodat Uw blaam mij niet treft.
Nu twijfel ik niet, of de lezers(lezeressen) van de Lelie, zullen in de toekomst naar de door U aangegeven firma gaan, want U zijt er zeker van dat geen enkele andere firma zulk een volmaakt succes geeft in geval van aanbeveling. U grondt die zekerheid wel op Uw ervaring, maar U zult mij toch moeten toestemmen, dat U nog lang niet alle goede firma's beproefd heeft, zoodat ik maar zeggen wil, dat ook die zekerheid een kaakslag is voor mij en mijn andere collega's.
Er was toch een andere weg mogelijk geweest om de firma, die U verhuisde, Uw tevredenheid te betuigen. Ik ontvang meermalen briefjes van klanten, die bijzonder tevreden zijn, en die bewaar ik in een daarvoor bestemd boek, dat ten mijnen kantore ter inzage ligt. Dergelijke briefjes ontvangen mijn collega's natuurlijk ook en Uw firma zal ook wel een flink partijtje ervan hebben. Het spijt mij, dat U dezen weg niet heeft ingeslagen, dat zou mij althans voor groote schade gevrijwaard hebben. Het kan mij volstrekt niet schelen, dat ik U niet verhuisd heb, U zijt volkomen vrij te gaan waar U wil, maar dat U, die zooveel gevoel voor recht toont te bezitten, vergeten hebt aan mijn rechten als adverteerder te denken, dat valt mij in U tegen. U zult het toch wel met mij eens zijn, dat Uw stukje ‘Verhuizen’ een betere reclame is en veel meer succes zal hebben dan al mijn advertenties te zamen. En nu geloof ik, dat iemand, die een blad steunt door reclame wel recht heeft op de bescherming zijner belangen ook zijdens de Redactie, een bescherming, die U niets kostte dan U te onthouden van in het openbaar een andere, niet betalende firma, aan te bevelen. Inmiddels verblijf ik met de meeste hoogachting
Hooggeachte Redactrice
Uw Dw Dnr.,
N.C. HOOGTEIJLING.
Noot Red.
Ik plaats dit stuk met alle genoegen, omdat ik het eigenlijk een soort amusement vind voor de lezers ervan, dat de schrijver zich zóó boos maakt over mijn goede recht mij te laten verhuizen door wien ik wil, en aan te bevelen wien ik wil.
Met zijn advertenties in de Lelie heb ik niets te maken.
De ‘duizenden guldens’, door hem daaraan besteed, verdwenen in den zak van den uitgever (evenals dat bij alle bladen vermoedelijk 't geval is), niet in de mijne. En de uitgever heeft nooit geïnfluenceerd op mijn aanbevelingen in verband met advertenties - wat hem tot eer strekt.
De inzender van dit stuk heeft zich inderdaad niet eenmaal bij ons aangemeld; daarom behoeft hij het zich niet aan te trekken dat wij de firma de Gruyter kozen en niet hem. Want hij was niet eenmaal concurrent. - - - -
Dus, ik eindig zooals ik begon, ik vind de boosheid van den inzender een beetje komiek. En ik herhaal dan ook nogmaals dat ik de firma de Gruijter met den meest mogelijken nadruk aanbeveel, op grond van deze en van vroegere ondervindingen, al adverteerde zij nooit in de Holl. Lelie, en al doet meneer Hoogteijling dat wel. Want, mijn aanbevelingen grond ik op persoonlijke tevredenheid.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.