Correspondentie van de redactie met de abonnés
De redactrice van de Holl. Lelie brengt ter kennis van de levers van dit Blad, dat zij géén manuscripten of brieven, haar naar aanleiding der redactie-aangelegenheden toegezonden door niet-abonnés, kan beantwoorden langs particulieren weg. De correspondentie in dit Blad dient zoowel tot de beantwoording van brieven, als tot de mededeelingen betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus niet verwachten langs een anderen dan den correspondentie-weg te worden beantwoord: Wanneer zij door leesgezelschap, kring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid hen dáárin te beantwoorden.
Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nummers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden.
Alle brieven moeten, om in de d.a.v. week omgaand te kunnen worden beantwoord, uiterlijk Zaterdag-ochtend in mijn bezit zijn.
Redactrice.
P.S. Het spreekt vanzelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers, die in de corr:-rubriek thuisbehooren.
Mevr: C.L.T. Gerlings, Bennekom. - Gij zijt reeds beantwoord in een vroeger nommer, reden waarom ik thans Uw naam voluit schrijf, opdat de een of ander dit onder Uw aandacht brengt. Uw stukken zijn in elk geval nog niet geplaatst. Ik geef er U dus de vrije beschikking over terug; indien ze nog onder de copy zijn die ik reeds aannam, dan zal ik ze vernietigen wijl gij mij meedeelt afschrift te bezitten.
Mevr: van der H. te 's-G. - Ja, ik kan U nog steeds met volle gerustheid madame Derwel, Anna Paulownastraat 19 alhier, aanbevelen als Corsetière. Juist dezer dagen liet zij mij een briefkaart lezen, die ik gaarne voor U woordelijk copieer: G.... 10/12 '15: ‘Het is al eenige tijd geleden, dat ik het door U gemaakte corset ontving. Even wilde ik U berichten, dat het mij uitstekend past en me gemakkelijk zit. Na beleefde groeten achtend: J.C.B. - B...'’ Deze kaart was aan mevrouw Derwel-zelve gericht, maar ik-zelve heb, door mijne aanbeveling van haar, eveneens vele dergelijke getuigenissen gekregen van door aan mij dankbare Lelie-lezeressen. Ga dus gerust tot haar. Zij spreekt Hollandsch, indien gij dit prefereert.
N. van der S., Apeld: - Ik heb Uw stuk aangenomen.
Mignon. - Het zal U wel een teleurstelling zijn geweest dat ge maar steeds op antwoord hebt moeten wachten. Tot Uw troost is thans eindelijk mijn antwoord echter een gunstig, namelijk dat ik Uw gedichtje aanneem. Uw brief is overigens te vertrouwelijk om hem hier te beantwoorden. Ik dank U hartelijk voor den inhoud ervan, en ik geloof zeer zeker dat ik U in alles wat gij schrijft kan navoelen. Het leven voedt ons op, en vormt ons, en daardoor krijgen we op vele dingen een anderen kijk van lieverlede, en leggen ons neer tenslotte bij veel wat ons eerst geheel onoverkomelijk scheen; ja zelfs blijkt het dan menigmaal achterna hoe juist die weg, dien wij niet wenschten te gaan in onze jeugd, de rechte en de beste was tenslotte. - Inderdaad was de villa en de prachttuin van mijn man in A/doorn héérlijk om te bewonen, en heeft het mij in dat opzicht veel gekost te scheiden; niet het minst ook, omdat we er zoo vele dieren konden hebben van allerlei aard. We wonen hier echter ook geheel en al buiten den Haag, op een villa met tuin. - Nogmaals vriendelijk dank voor Uw lieve hartelijke woorden over mijn werk en mijn boeken. Met U geloof ook ik, dat de Lelie zeker onder een nieuwe redactie iets anders zal worden dan zij nu is. Ik ben nu eenmaal ik.
Mej: B.B., te Soest. - Vernietigd.
Nora. - Hartelijk dank voor Uw brief. Met den oorlog blijft het inderdaad steeds 't zelfde, en wij moeten nog dankbaar zijn, indien het zich ten onzent blijft bepalen tot duurdere tijden, en wij er niet tenslotte in gemengd worden. Aangaande de Lelie verwijs ik U naar bovenstaande corr: - Om U de waarheid te zeggen hoor ik niet anders dan die opmerking, die ook gij maakt, dat zij met mij te veel is samengegroeid als een uiting van mijn persoonlijkheid, om gemakkelijk te kunnen worden overgenomen door wie ook. Vermoedelijk maakt de nieuwe redactrice er iets geheel anders van. Ik vóór mij zal de Lelie nooit meer lezen zoodra ik ben afgetreden als redactrice. Ik lees dan voortaan namelijk geen enkele courant of tijdschrift meer, zie enkel nog illustraties in; wijl ik voor alles wat zweemt naar 't journalisten-gedoe een uitgesproken minachting heb. Ik heb het zoo lang moeten doen, mij moeten bezoedelen met dat vak, dat ik God dank nu eindelijk niets meer van al die leugens en knoeierijen te moeten lezen. Terwijl ik voor onbeduidende Blaadjes, enz., als de Lelie wel zal worden, mijn tijd en mijn hersenen te hoog stel. Vriendelijk gegroet.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.