Correspondentie van de redactie met de abonnés
De redactrice van de Holl: Lelie brengt ter kennis van de lezers van dit Blad, dat zij géén manuscripten of brieven, haar naar aanleiding der redactie-aangelegenheden toegezonden door niet-abonnés, kan beantwoorden langs particulieren weg. De correspondentie in dit Blad dient zoowel tot de beantwoording van brieven, als tot de mededeelingen betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus niet verwachten langs een anderen dan den correspondentie-weg te worden beantwoord. Wanneer zij door leesgezelschap, kring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid hen dáárin te beantwoorden.
Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nummers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden.
Alle brieven moeten, om in de d.a.v. week omgaand te kunnen worden beantwoord, uiterlijk Zaterdag-ochtend in mijn bezit zijn.
Redactrice.
P.S. Het spreekt vanzelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers, die in de corr:-rubriek thuisbehooren.
A.T.B. te Amsterdam (Herfstliefde). - Ik nam Uw schets aan. Voor hon. hebt gij U te wenden tot den uitgever.
Henri Constant. - De gedichtjes zal ik geleidelijk plaatsen.
Stania. - Onder vele excuses, dat de bijzondere wending die mijn leven nam oorzaak is mijner schijnbare verwaarloozing van U, beloof ik U thans een spoedig particulier antwoord.
J.P. te Alkmaar. - Ik dank U hartelijk voor Uw schrijven. Men kan het samen oneens zijn op 't een of ander punt en nochtans - zooals gij ook constateert - elkaar waardeeren om karakter en optreden. Dat gij dus steeds de Lelie hebt gewaardeerd, ook al waart gij 't niet altijd eens met mij, is mij een aangename tijding. Pro Duitsch of anti-Duitsch, 't zal den oorlogvoerenden-zelf ten slotte niet veel helpen hoe gij en ik er ieder individueel er over denken. Nu ik weldra de redactie nederleg wensch ik daarom over die quaestie niet meer te redetwisten. Mijne sympathie zal steeds zijn met de Duitschers (het Duitsche volk), en ik hoop stééds dat zij, de Duitschers, mogen overwinnen tenslotte. Maar voor en boven alles wensch ik een spoedigen vrede, en, moet die gekocht worden ten koste van Duitschland, dan zeg ik mijnerzijds: liever nog vrede, hoe dan ook, en ten nadeele van 't Duitsche Rijk, dan voortzetting van den oorlogsgruwel. Ziedaar mijn onveranderd standpunt.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.