De Hollandsche Lelie. Jaargang 29

[p. 115]

Geloof in Geluk.

O, als we twijfel konden bannen
En meer vertrouwden vast en sterk,
Als wij meer hoop en liefde hadden
En blijden moed bij al ons werk,
Dan zou de poort der reine vreugde
Zich openen wijd, voor iedereen,
En droefheid, door zichzelf gelouterd,
Zou als geluk eens binnentreên.

Want de gelukkigste der menschen
Zal overal en altijd zijn:
Die wáár geluk hier kent en najaagt,
En niet verblind is door den schijn,
Die er het diepst van is doordrongen,
Dat wanhoop, alle wereldwee,
Van wáár geluk slechts is gescheiden
Door hooge, moedige idee.

Nooit zal dezelfde idee hier wezen
Bestemd, geschikt voor iedereen,
En langzaam moet men haar verwerven,
Diep ín en dóór zichzelf alleen.
Geluk voor ieder is verschillend,
Wat ú verheugt kost míj een traan,
En 't grootsche uit úw smart kan lout'rend
In míjne vreugde overgaan.

J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE,
(naar een proza-idee uit ‘La Sagesse et la Destinée’ van Maeterlinck).