duurde het of Napoleon kwam met het Fransche leger opdagen. Nog eenmaal sprak hij zijne soldaten in een proclamatie toe: ‘Soldats, je vous ai promis que la victoire marcherait au pas de charge. Vous avez marché avec la rapidité de l'aigle et partout vous avez battu et repoussé ces armées autrichiennes et prussiennes, qui de nouveau voulaient envahir votre belle patrie. Encore une fois, je vous demande tout votre courage pour culbuter la dernière armée allemande, et alors vous reviendrez chez vous, et Soldats, mon peuple vous reverra avec joie, et il vous suffira de dire: J'étais à la bataille de Glogau pour que l'on vous réponde: Voilà un brave!’
Met buitengewoon veel moed streden de Franschen. Ney en Murat streden als in hun glorietijd, maar elke aanval der Franschen werd afgeslagen en reeds scheen het alsof de Duitschers zich in hunne posities zouden handhaven, toen evenals Blücher bij Waterloo, nu Russische corpsen, die op het slagveld aankwamen, de beslissing brachten. De Russen hadden Posen genomen en onmiddellijk had de Grootvorst een deel van zijn leger naar Glogau gedetacheerd, omdat zijn vliegeniers hem bericht hadden, dat daar een ernstig treffen verwacht werd tusschen de Franschen en het Duitsch-Oostenrijksche leger. Opnieuw gingen de Franschen nu tot den aanval over met het gevolg, dat het Duitsch-Oostenrijksche leger volkomen geslagen werd en duizenden en duizenden gevangenen in handen der Franschen vielen. Ook de oorlogsbuit was zeer aanzienlijk. Duitschland zag nu in dat alles verloren was en nam nu, om ten minste het overwinnende Fransche leger niet in Berlijn te zien, de voorloopige vredesvoorwaarden aan. In de eerste plaats moest Duitschland daarbij afstand doen van het recht mede te spreken over het lot van zijn Bondgenooten, Oostenrijk en Turkije. Daarover zouden Frankrijk en Engeland oordeelen zonder Duitschland. Verder moest Duitschland Elsas-Lotharingen afstaan aan Frankrijk en de Koloniën aan Engeland behalve Kiau Tschow, dat in bezit bleef van Japan. Dan moest Duitschland een nader te bepalen krijgsschatting betalen aan België, Frankrijk en Rusland ter vergoeding van de veroorzaakte schade in die landen door den Duitschen inval. Tot het sluiten van de definitieve vrede zouden de Geallieerden de nu bezette gedeelten van Duitschland niet verlaten.
Het Vredeskongres in den Haag duurde, tegen alle Kongresgewoonten in, zeer kort. Oostenrijk werd verdeeld, zoodat er slechts een onafhankelijk Koninkrijk Hongarije overbleef. Italië, Rusland, Rumenië en Servië kregen hun aardrijkskundig deel. Het Fransche leger kon dus zegevierend naar het geredde vaderland terugkeeren. Geheel Frankrijk, maar in het bijzonder Parijs, verheugde zich vooral op de intocht van Napoleon. Maar wie zich ook zien liet, Napoleon niet. Napoleon was even geheimzinnig verdwenen als hij in het Kabinet van Poincaré verschenen was en met hem Murat en Ney. Terwijl nu duizenden en duizenden vertelden hoe zij Napoleon aan het hoofd van het leger gezien hadden, en hoe Murat en Ney zich dapper gedroegen als weleer, geloofde men ten slotte toch niet, dat het waar was dat inderdaad Napoleon er geweest zou zijn.
De Académie bemoeide zich met het geval en de geleerde heeren verklaarden later dat het geheele verhaal onmogelijk waar kon zijn. Zij die het vertelden, Poincaré, Joffre, enz, tot den minsten soldaat toe, waren oprecht in hunne mededeeling, maar opgewonden door halucinaties, omdat ieder in dien benarden tijd in Frankrijk dacht: hadden wij onzen Napoleon nu maar. En toen eenmaal het praatje er was, geloofde ieder het, ondanks het onwaarschijnlijke ervan. En dat geloof werd weten, werd waarheid, toen de gang van zaken de heldendaden van Napoleon in herinnering riep en Lodi, Rivoli, Marengo en Austerlitz in de schaduw gesteld werden. En daardoor zijn er nog menschen in Frankrijk die het gelooven, niettegenstaande zij toch ook weten dat de eenige Onsterfelijken in Frankrijk, de leden van de Académie zijn.
In Duitschland weet men wel beter. Napoleon kwam niet terug, maar het perfide Albion heeft door allerlei combinaties en gemeene maatregelen Duitschland ten onder gebracht. Maar een groot volk als het Duitsche brengt men niet voorgoed ten onder. De Duitschers vinden nu ook de revancheidee nog zoo mal niet. En nieuwe bewapeningen, nieuwe versterking van leger en vloot moeten na een aantal jaren Duitschland in staat stellen te doen wat nu niet gelukte, en zoo heeft deze nieuwe vrede ons wederom veel en veel verder van de vredesidee verwijderd. Geen vrede op aarde is de leus gebleven. Vrede is slechts een reculer pour mieux sauter.