dikwijls een ‘tweede gezicht’ hebben is bekend. Welk een troost zal zulk een schat thans aan den overlevende bieden, dunkt mij! Mij ook ergert het gebruiken van de woorden ‘verdierlijkt’, ‘beestelijk’ enz. enz., steeds buitengemeen. Welk varken b.v. leeft zooals de mensch het doet dien men door dat woord van die levenswijze beschuldigt! En indien men zegt, telkens opnieuw, hoe de oorlog ‘verdierlijkt’, welk een onzin is dat dan! Geen enkel dier bezit zulke gemeene streken noch instincten als de menschen die dezen oorlog bedachten en uitvoeren! Maar het is zoo gemakkelijk, dom op het dier neer te zien, en zichzelf ‘met rede begaafd’ te vinden! Hartelijk gegroet.
Henri Constant. - Na de wijze waarop Uw moeder - ik vermoed althans dat gij een zoon zijt dezer dame - mij onlangs schreef, ben ik wel eenigszins verwonderd over Uw zending en vraag. Maar hoe dit zij, ik heb er niets tegen U eerlijk en onpartijdig mijn oordeel te zeggen; dit oordeel is dat de vorm en de welluidendheid Uwer gedichtjes m.i. belóóft, zoodat ik dan ook bereid ben het 2de, als het meest oorspronkelijke, te plaatsen: Illusie. Natuurlijk zou het voorbarig zijn U na één enkele zending te voorspellen een toekomst. Ik ben liever voorzichtig. Maar m.i. hebt gij wel aanleg en gevoel, en is er iets zangerig-welluidends in Uw thans gezonden versjes dat aange naam aandoet. Wenscht gij de twee andere terug?
v.d. H. den Haag. - Onder vriendelijke dankbetuiging voor Uw schrijven, deel ik U mede dat ik U proef liet toezenden van Uw gedichtje.
B.P. - Onder vriendelijke dankbetuiging voor Uw schrijven, verwijs ik voor mijn antwoord naar een andere plaats in dit Blad, wijl de hier door U besproken quaestie van te veel belang is om haar niet ten behoeve van alle lezers te behandelen en toe te lichten.
Gé! - In zake de Nielsen-verontwaardiging kies ik geen partij, alleen vestig ik Uw aandacht op het stukje What is in a name: van mijn hand (zie overzicht van de week). Het Fransche gedichtje (vertaling) (prijsvraag) moet gesteld zijn in poëzie. De vertaling moet voor alles goed zijn, en overigens zooveel mogelijk overeenkomen met het oorspronkelijke, maar, aan den anderen kant, spreekt het van zelf dat de vertaler of vertaalster eenige vrijheid heeft in zake de overzetting. 18 Juli ben ik niet meer te Heelsum, want dan hoop ik heerlijk uit logeeren te zijn in een ander deel van Gelderland, van waar mijn vrienden mij niet zouden laten gaan naar welke jaarvergadering ook; omdat ze vast besloten zijn mij een ‘Geldersche kuur’ te laten doen in de buitenlucht en de rust - iets waarop ik mij bijzonder verheug.
O.P.H. Malang. - Vriendelijk dank voor de mij toegezonden overdrukjes. Uw belangstelling is mij altijd een aangenaam bewijs van sympathie.
P.B. - Ik heb de gedichtjes aangenomen, en deed U de drukproeven toekomen.
R. te N.H. - Uw artikel nam ik aan, en doe U de proeven toekomen. -
E.W. den Haag. - Hartelijk gelukgewenscht. Ik had U een briefkaart willen schrijven. Maar de tijd ontbreekt mij hierbuiten meer dan ooit. Uw Haagsche buurt lokt mij juist niet aan. Maar het geldt in dezen een weinig: Onbekend maakt onbemind. Steeds namelijk woonde ik in het andere stadsgedeelte, daar waar ik nu òòk woon; reeds in den tijd mijner ouders woonde ik daar. Zoo komt het dat het door U thans bewoonde gedeelte voor mij is als een andere stad, indien ik er eene visite moet maken. Velen echter, die er wonen, roemen het zéér, als gij. Anderen, die er niet wonen, beweren integendeel dat het er minder gezond, meer-vochtig, is; verhuizen ga ik in elk geval vanwege die ineenstorting. Maar waarheen en op welke wijze dat hangt af van velerlei omstandigheden. - Ik zal het door U beloofde artikel gaarne ontvangen, en zond U van het bij Uw brief gevoegde reeds drukproef.
Inzender van een aangeteekenden brief (verleden jaar in Nauheim ontvangen), inhoudend geld voor een bepaald doel. Mijn nasporingen naar den bewusten persoon bleven tot hiertoe vruchteloos. Ik gebruikte toen dat geld voor een ander weldadig doel, voor een dier, dat ik redde. Door den oorlog, en al hetgeen daaruit volgde, heb ik U nooit nog geantwoord.
Mevr. C.T. te B. - Uw schets Strijd nam ik aan; gij ontvangt drukproef.
Nora. - Ik heb reeds zóóvele gedichtjes, dat in dit van U niet meer plaats, nu Mei voorbij is Hart lijk dank voor Uw schrijven. Ja, ik kan me begrijpen dat een verblijf in Uw familiekring steeds een heerlijke afleiding is. Maar mij dunkt gij woont thans wèl veel gezelliger dan vroeger nu gij die lieve bloedverwante bij U hebt. Ja ik-ook houd van tooneelstukken, maar niet van vertaalde. Het spel van mevrouw Holtrop heb ik steeds beschaafd gevonden. - Neen, ik heb Uw stukje niet gelezen, om de eenvoudige reden dat ik de Telegraaf niet lees, en het verwondert mij ook niet bijzonder, dat er niets inkwam op Uw verzoek in dat Blad, want, de menschen die de Telegraaf lezen, zij zullen m.i. niet die zijn die voor zulk een doel (dat niet heeft te maken met reclame noch gruwelen-gehits) kunnen voelen. - Waarom UW bede niet gedaan in een orgaan als het Handelsblad, de Nieuwe Rotterdammer, of een dergelijk door een ander gehalte gelezen publiek? - Neen, ik koop niet uit principe alles in ons land, want, als ik buitenslands ben, dan koop ik ook dáár wel eens iets. Hetgeen bovendien bij ons wordt gekocht, dat is heel dikwijls in het buitenland vervaardigd. Hartelijk gegroet, en ook nog veel dank voor Uw prent-briefkaarten. -
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.