B.
De aanleiding tot dit bovenstaand ‘fatsoenlijk’ optreden van de Telegraaf tegen het Vaderland moge hier nog even vermeld worden voor hen (de denkenden in den lande) die het edele Blad negeeren, gelukkig. De aanleiding is dat het voortdurend ophitsen van het Amsterdamsche orgaan, - voor zeker soort niet nader aan te duiden menschen van groote interessantigheid - ten slotte aan het Vaderland en andere Bladen een ernstige waarschuwing in de pen gaf, waaruit ik citeer (redactie-artikel Zaterdag 5 Juni):
Het troepje vreemdelingen, dat, met een zonderling begrip van de plichten der gastvrijheid, door middel van heftige artikelen in de Telegr. ons land in den oorlog tracht te drijven, is Nederland niet.
Om met eenige andere bladen, die de quaestie bespraken, (de N.R. Ct., het N.v.d.D., prof. Verrijn Stuart in de N. Ct.) ernstig te waarschuwen tegen het spelen met vuur, waaraan men zich schuldig maakt, door mee te doen aan dat gestook.
Deze laatste aanhaling geef ik voornamelijk weer, omdat eruit blijkt hoe de fatsoenlijke pers in dezen éénstemmig is in haar oordeel over de Telegraaf. Terwijl ik tenslotte nog wil citeeren hoe niet alleen het oorlogsgevaar voor ons wordt gevreesd zijdens het Vaderland door dergelijke hitshandelingen van de Telegraaf, maar hoe het Blad met recht het gestook op zichzelf afkeurt:
Zelfs geheel afgezien van den oorlogstoestand is dat gestook zoo bedenkelijk voor de toekomst van ons vaderland.
Toch, het Vaderland neemt, en met volle recht, ten slotte een Blad als de Telegraaf-niet ernstig, want het schrijft elders, (steeds in datzelfde redactie-artikel van 5 Juni):
Het is, dat ons volk, in het algemeen genomen, niet naar den oorlog neigt, zelfs niet degenen, die een jongensachtig genoegen vinden in het lezen van de schamperheden, waarmee de Telegr. tot den oorlog tracht te drijven.
Juist zoo! Het zijn inderdaad niet-denkende menschen, en ‘gruwelen’-gretig-verslindende juffers en dito soort publiek, die de Telegraaf ‘schamperheden’ zoo gaarne verslinden. En, - gelijk het Vaderland met recht constateert, - die zelfs zijn tenslotte niet vatbaar voor een blijvenden indruk van hetgéén hun in de Telegraaf-kolommen wordt opgedischt. Daarvoor zijn ze of te weinig-toerekenbaar, of te verstandig nog. Eigenlijk wordt dan ook de heele Telegraaf zelfs nog te véél eer aangedaan, dat men over zijn gestook schrijft. En ik blijf er daarom bij dat ik het stilzwijgen onzer regeering in dit opzicht - waarover velen mijner lezers zich verwonderen - dan ook beslist dááraan toeschrijf dat deze regeering eveneens het geheele gestook en de heele Telegraaf-redactie en hare lezers vindt beneden hare aandacht.
Waaraan zij, de regeering, gelijk heeft.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.