wordt, die ook voor Duitschland eervol is, de afrekening met Engeland, dat wil zeggen een nieuwe wereldoorlog, slechts een kwestie van tijd is. En dan zal Duitschland wel zorg dragen, dat de Duitsche vloot ook in aantal de meerdere is van Engeland, zooals zij nu reeds de gelijke is van Engeland, wat aangaat moed en zeemanschap der bemanning.
Een vrede op de door ons genoemde grondslagen, (verdeeling van Oostenrijk) zou inderdaad zeer langdurig kunnen zijn. Voorloopig waren toch vele redenen van oorlogvoering van de baan. Naar ik meen was het Talleyrand, die gezegd heeft: ‘Si l' Autriche n'existait pas, l' Europe devrait l' inventer.’ Met die woorden kan de beoefenaar der geschiedenis het niet eens zijn. Zonder een Oostenrijk zou het aantal oorlogen heel wat minder geweest zijn dan nu het geval is, want niettegenstaande Oostenrijk slechts oorlog voert om verslagen te worden, is men er nooit vredelievend geweest.
Het ongeluk is echter, dat nooit een dergelijke vrede gesloten kan worden, tenzij Duitschland overwinnend uit het strijdperk treedt. En is dit het geval, dan behoeft men er geen oogenblik aan te denken, dat Duitschland zijn beroemde ‘Nibelungen-Treue’ tegenover den eenigen Bondgenoot van Duitschland op die wijze loonen zou. Weliswaar zijn de inwoners van Oostenrijk er allen beter aan toe dan te voren, maar Duitschland sloot geen verdragen met de inwoners maar met het Rijk, en Duitschland beschouwt gesloten verdragen slechts dan als ‘vodjes papier’ als het naar zijne meening niet anders kan.
En gelooft iemand, dat het overwinnende Rusland toestaan zou, dat Duitschland zich op die wijze uitbreidde? Immers neen, evenmin als de Westelijke Geallieerden. Te recht of ten onrechte strijden die tegen het Duitsche militairisme en slechts in een vernietiging daarvan zien zij heil voor de toekomst, ook wat behoud van den vrede betreft. En zij zullen er niet aan denken het rijkste, best bevolkte gedeelte van Oostenrijk met Weenen er bij aan Duitschland te geven als compensatie voor den afstand van Elzas en Lotharingen.
Is die opvatting de juiste, dan zou dus inderdaad de oorlog van 1914 geprovoceerd zijn door Oostenrijk, of wat wellicht juister is door Duitschland, dat meent te vallen of te staan met een eenig onverdeeld Oostenrijk. Natuurlijk begeeft men zich hierbij op het terrein der gissingen. Geschiedenis is niet te schrijven gedurende een gebeurtenis, en een professor, die nu een werk schrijft over den oorlog van 1914, doet minst genomen monnikkenwerk.
Doch geheel en al onverschillig van de vraag hoe of de oorlog wel ontstond, doet zich het denkbeeld voor of wellicht niet bij de Vredessluiting het beste zou zijn Oostenrijk te verdeelen.
Iedere Vrede sluit in zich de kiem voor een nieuwen oorlog. Men noemt dat de ‘Revanche-idee’. De groote moeilijkheid is dus een vrede zoo te sluiten, dat alle vijanden tevreden zijn met den nieuw geschapen toestand. Dat zou na dezen oorlog te bereiken zijn door Oostenrijk van de kaart te doen verdwijnen. Geen der onderdeelen van Oostenrijk is toch gesteld op het verdere gedwongen samengaan en ieder land van de nu strijdende partijen zou de noodige compensaties kunnen verkrijgen zonder dat dit kwaad bloed zette. De dupe van de historie zou het Oostenrijksche Vorstenhuis zijn, doch dat zou een nog te overkomen ramp zijn.
Men verwerpe het denkbeeld niet omdat Duitschland zich niet slechts met de genoemde Nibelungen-Treue aan Oostenrijk en aan het Oostenrijksche Vorstenhuis bond, maar ook door plechtige verdragen. Plechtige verdragen bestaan niet en hebben nooit bestaan. Ook voordat v. Bethmann Holweg ze met een roerende openhartigheid ‘vodjes papier’ noemde, wist ieder denkend mensch, dat ze inderdaad nooit anders geweest zijn. Om dat te bewijzen behoeft men slechts een Geschiedenisboek op een willekeurige plaats open te slaan. Herinneren wij bijv. aan de samenkomst van Napoleon en Alexander te Tilsit. Alexander was door ‘vodjes papier’ aan Pruisen gebonden en wat deed hij te Tilsit? Hij sloot een verbond met Frankrijk en liet zijn bondgenoot in den steek. Zoo is het en zoo hoort het in de hoogere politiek ‘Zonder moraal en zonder eerlijkheid en gevoel’ daarmede brengt de Staatsman het het verste. En inderdaad zou na dezen oorlog de Vredesidee meer gediend zijn met een verdeeling van Oostenrijk, dan met oorlogsschattingen en afstand van grondgebied door de overwonnenen.
Op het oogenblik is de politieke leus de nationaliteitskwestie. Die kwestie wordt niet beter opgelost dan door nationaliteiten, die krachtens afstamming bij elkander hooren,