tot de beantwoording van brieven, als tot de mededeelingen betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus niet verwachten langs een anderen dan den correspondentie-weg te worden beantwoord. Wanneer zij door leesgezelschap kring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid hen dáárin te beantwoorden.
Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nummers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden.
Alle brieven moeten, om in de d.a.v. week omgaand te kunnen worden beantwoord, uiterlijk Zaterdag-ochtend in mijn bezit zijn.
Redactrice.
P.S. Het spreekt vanzelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers, die in de corr:-rubriek thuisbehooren.
Graaf Otto. Ik wensch U recht hartelijk geluk. Voor Uw vriendelijke woorden aan mij heel veel dank. Ja, dat hoop ik-óók, dat de band tusschen ons steeds dezelfde moge blijven. Niets is mij liever dan véél te zijn voor mijn abonnés en lezers.
M.K. - De meeste menschen stellen zich mij veel ouder voor dan ik ben, en zijn dan heelverbaasd als ze me ontmoeten. Dat komt, denk ik, omdat ik zóóveel zag en ondervond van het leven, dat het mij méér leerde dan aan menigeen, die veel ouder is dan ik. Mijne vriendin en ik hebben er altijd schik in wanneer we voor 't eerst met iemand kennis maken, omdat hij of zij bijna zonder mankeeren háár voor mij steeds houdt, want zij is reeds grijs, en veel zwaarder dan ik, waardoor zij ouder en ernstiger toont dan zij is. Maar, in elk geval, is zij inderdaad de oudste van ons beiden!
Arme, met U-zelve nog zoo in het ongereede levende M.K., hoe kunt gij denken dat ik ‘mij niets meer van U zou herinneren? Ik heb veel te veel steeds met U meegeleefd om niet precies alles nog af te weten van Uw strijd en Uw moeite en Uw teleurstellingen. Maar gij zult zien, alles komt nog terecht voor U. Uw leeftijd en Uw omstandigheden zitten U op dit oogenblik in den weg. Ik heb reeds zoo menigeen in zulke opzichten ineens zien gelukkig worden, die het nooit had gedacht. Jeugd is ongeduldig. Als men jong is, schijnt alles zoo onoverkomelijk. - Ik wacht nu maar eerst den langen brief af, dien gij mij belooft, alvorens ik op nadere bijzonderheden inga. Gij behoeft U in 't geheel niet te excuseeren omdat gij schrijft over U-zelve-alleen. Dat is zoo heel natuurlijk in omstandigheden als de Uwe. Dat kan niet anders. En Uw vertrouwen in mijn oprechte belangstelling in dat alles is niet misplaatst. Wees daarvan overtuigd. - Ja, inderdaad, het is verschrikkelijk dat, terwijl om ons de zon zoo heerlijk schijnt, en de vogels zingen, en de natuur bloeit, de menschen elkaar blijven vermoorden en dood-martelen. Maar, het is niet kwalijk te nemen aan U, dat gij Uw jonge leven niet vergalt met noodeloos treuren daarover. Daarmede zoudt gij immers niemand dezer ongelukkigen een dienst bewijzen. Wat gij wèl kunt doen, en moet doen, dat is, overal waar het te pas komt, getuigen vóór den vrede, tegen den oorlog, en, als ge ooit kinderen zult bezitten, herinner U dan en breng in practijk het woord, gesproken door een der woordvoerdsters van het Vrouwen-Congres vóór den Vrede: ‘Mijne kinderen zullen alleen over mijn lijk mogen gaan dienen, in welken oorlog ook.’ O, indien toch alle vrouwen zoo redeneerden, zoo handelden!
Carmen Sylva. - Hartelijk dank voor Uw brief. Het spijt mij echter zéér dat gij dien anderen aan mij hebt verscheurd. Ik zou hem nog eens opnieuw samenstellen in Uw geval, want, misschien kan ik U helpen. - Onverwachts is het mij, bij mijn druk leven, bijna nooit doenlijk bezoek te ontvangen, want, als ik aan mijn werk ben, dan word ik niet gaarne gestoord. De hondenjongens had Marie U echter zeker gaarne getoond; wij hebben op dit oogenblik nog een zwerveling erbij, een stumpertje, met Engelsche ziekte, maar een allerliefst diertje, en dat wèl leelijk is, maar kerngezond; niemand zal zich dus, omdat hij zoo leelijk is, over hem willen ontfermen, en wij zullen wel met hem blijven zitten. - Van mijn kant wil ik Uw paarden natuurlijk heel graag zien. Ik kom nogal dikwijls te A'dam, maar heb dan altijd zoo verbazend weinig tijd. - Nu begrijp ik Uw levensgeschiedenis beter, maar toch ziet gij op die photo er heel jong uit, nu ik Uw leeftijd weet. Op 't geen gij mij vertelt aangaande Uw leven, durf ik niet antwoorden, uit vrees U te zullen verraden. - Ik kan mij zoo begrijpen, dat Uw man lijdt onder het gure weer; mij gaat het evenzoo, juist daarom is voor mij het Hollandsche klimaat zoo absoluut verkeerd. - Nietwaar, het is onverantwoordelijkgeméén zooals de menschen doen met hun huisdieren; vandaag nemen zij ze, vertroetelen ze, morgen verhuizen ze, en laten ineens de arme schepsels aan hun lot over. Hartelijk gegroot.
Bussum (Pension). Inzendster van een Roode-kruisgedicht. - Gij geeft geen pseudoniem op, zijt blijkbaar niet op de hoogte van mijn adres, zendt ook geen postzegels ter terugzending. Uw op tweeërlei-wijze vervaardigd gedicht is op beide wijzen ongeschikt. Vernietigd.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.