III. Een onverdacht getuigenis of ‘Common-Sense’.
‘Common-sense’, ziedaar een ècht Engelsche expressie voor een eigenschap waarvan het Engelsche volk allesbehalve misdeeld is, en waarvan het gelukkig óók blijk geeft in dezen oorlog, volgens het onderstaande onverdachte Engelsche getuigenis van W.C. Fitz-Gerald, die schrijft in ‘the Queen’, onder den veelzeggenden titel: Een schreeuwende oorlogsschande: ‘De massa is, op zijn best genomen, lauw. De dokwerkers staken op een moment, waarop Lord Kitchener-zelf verklaart, dat de havens van Londen en Liverpool vol zijn met schepen, dat de kaden, die beladen zijn met munitie, enz., hem de grootste ongerustheid veroorzaken. In Birkenhead heerscht dezelfde toestand door tweeduizend hunner, niettegenstaande zij zich den nood bewust waren, en de Staats-secretaris van oorlog hen op de gevaren van de staking in deze omstandigheden ernstig wees. In de Londensche dokken was het gevolg van een andere staking, dat de Roode Kruis-zendingen naar het Belgische leger werden stopgezet. Nooit werd arbeid zoo gezocht, nooit was arbeid zoo autocratisch, of zoo onverschillig offers te brengen voor het vaderland. (Spatieering van mij). Nooit een spoor van zelfopoffering, maar wèl gejammer over voedsel-prijzen, en te hooge winsten van werkgevers.’
En dan gaat de schrijver voort de Engelsche aristocratie, den Koning en de Koningin, - die wel zoo goed willen zijn khaki-hof-ontvangsten te organiseeren - (welk een opoffering!) te loven.
Wel, wat mij betreft, ik breng de meest onbepaalde hulde aan de Common-Sense, het gezond-verstand, van het Engelsche volk, dat, juist door deze lauwheid, door deze stakingen, door dat opkomen voor eigen gezondheid en eigen welvaart, een prachtig voorbeeld geeft ten goede aan alle andere natiën. Met vaderlandsliefde, - dat toont het Engelsche volk zeer goed te begrijpen door deze wijze van handelen - heeft deze oorlog niets te maken. Hij is er een van hebzucht en van naijver, om machtsuitbreiding en economische voordeelen. Indien alle andere natiën zóó eenstemmig staakten als deze dokwerkers, zich zoo ‘lauw’ betoonden, inplaats van zich te laten blinddoeken door vorstenpraatjes en regeeringenphrasen, en d'Annunzio-zelfverheerlijking, waarlijk, deze gruwel der gruwelen ware wellicht nooit begonnen, althans zeker thans reeds tot een einde gekomen.
Common-sense. Ik herhaal het, deze eigenschap van gezond-verstand, die van veel méér waarde is dan aangeleerde ontwikkeling, het niet-zeer-‘ontwikkelde’ Engelsche volk bezit die eigenschap in véél hoogere mate dan dat van het continent. Het laat zich niet imponeeren door de door mij gespatieerde uitnoodiging van een schatrijken kruiperigen bisschop van London tot ‘offers brengen aan het vaderland’, welke uitnoodiging steeds uitgaat van diegenen die zelf veilig thuis zitten, en anderen laten vechten voor hun geldzak, van geestelijken, van koningen en koninginnen, menschen die zich al heel bijzonder zelfopofferend vinden, als ze geen bals geven, en, in plaats daarvan, met een mooien auto en een buigende hofhouding naar een paar ziekenhuizen rondrijden of uit hun vollen zak een paar duizend gulden nemen ter leniging van den algemeenen nood, of ook van die regeeringen, die, zoodra de nood aan den man komt voor henzelven, bijtijds vluchten naar Bordeaux, naar Hâvre, enz., steeds voorzien van een dikken geldbuidel, en met de volkomen zekerheid dat hun eigen persoon er niet onder zal lijden, hoe 't ook uitvalt. (In dat opzicht hoop ik in een volgend artikel merkwaardig-schoone citaten te geven uit de pracht-oorlogsboeken van Stijn Streuvels, pracht-boeken van eerlijkheid).
Neen, zij die offeren, die alles moeten offeren, dat zijn de volkeren. Zij, die winnen, dat zijn daarentegen de eenlingen, de vorsten, de diplomaten, de bankiers en speculanten. En zulke, met het vaderland niets te maken hebbende intrigues, doorziet het Engelsche volk met nuchter gezond verstand. Daarvoor, voor zulk een gemeene intrigue van eenlingen, wil het noch zijn leven, noch zijn geld in den steek laten. En het heeft gelijk, drie maal gelijk. Dacht elke natie er zóó over, we moesten vrede krijgen, enkel uit gebrek aan slachtvee.
Hulde daarom aan het gezond-verstand, aan de common-sense van het Engelsche volk! Het is ‘lauw’, omdat het weet dat het wordt bedrogen met phrasen, precies zooals elk der