têtes, si vous ne prenez pas la ville.’ Wij vonden deze bijzonderheid in de Mémoires de Puységur, die het beleg van Arras in 1640 zelf bijwoonde. Richelieu toonde zich hier, zooals altijd, op de hoogte van zijn taak. Een regeering moet zich niet inlaten met de operaties te velde. De legeraan voerders behooren te weten wat zij doen moeten, maar het ‘hoe’ blijve aan hun eigen initiatief overgelaten.
In het uitstekende boek van Wallon, ‘Les réprésentants du peuple en mission’, lezen wij, dat men deze goede opvatting van Richelieu niet volgde in de oorlogen der Eerste Fransche Republiek. In 1792 veroverde Generaal de Montesquieu-Fésensac Savoye en verzekerde Frankrijk de neutraliteit van Zwitserland door niet de Zwitsersche grenzen te overschrijden, maar te onderhandelen. De Regeering zeide, dat hij daardoor had ‘compromis la dignité de la France’ en stelde hem in staat van beschuldiging waaraan hij ontkwam door uit te wijken naar Genève. Op dezelfde wijze werd Generaal Anselme, die Nice voor Frankrijk veroverd had, behandeld, op een onware beschuldiging van twee zijner dragonders bij de Conventie.
Het leger van Montesquieu komt nu onder bevel van Kellermann, dat van Anselme onder Biron. De dappere Kellermann wordt ook in staat van beschuldiging gesteld. Kellermann toch was een verrader, omdat hij zijn troepen oefenen wilde en die daaraan geen behoefte hadden. Ook werd n.b. van hem gezegd in de ‘Lettres au Comité du salut public van 13 en 14 April 1793,’ dat Kellermann ‘a conquis les bonnes grâces des Prussiens à Valmy’. Door behulp van vrienden werd hij in zijn commando gehandhaafd, maar Biron wordt ondanks zijn moed en beleid overgeplaatst naar de Vendée en neemt zijn ontslag. Zijn opvolger is de dappere Generaal Brunet. Ondertusschen had het Comité du salut public ingesteld, dat twee afgevaardigden bij ieder legercorps aanwezig moesten zijn, niet slechts om op te letten en rapport uit te brengen aan het Comité du salut public, maar ook om met de meest uitgebreide volmachten op te treden tegen soldaten, generaals, kortom tegen iedereen. Brunet wordt door die volksvertegenwoordigers ontslagen en aangeklaagd bij de Conventie, omdat hij geen versterkingen gezonden had om Marseille te onderwerpen. Hij wordt ter dood veroordeeld en 14 November geguillotineerd.
Opnieuw wordt Kellermann beschuldigd met het gevolg, dat hij een jaar lang in de gevangenis verbleef. Hij wordt achtereenvolgens opgevolgd als bevelhebber van het Alpenleger door Doppet, Carteaux, Pellagra en Alexandre Dumas.
De vertegenwoordigers bij het Alpenleger, Albitte, Laporte en Salicetti beschuldigen daarop Bonaparte, omdat die te zamen met Robespierre met den vijand zou heulen. ‘On voulait préparer des revers à l'armée des Alpes’.
Bonaparte wordt gearresteerd doch kort daarop weder vrijgelaten.
In 1794 wordt de beroemde Generaal Hoche beschuldigd en gevangen genomen en opgesloten in de Conciergerie. Slechts aan de Thermidor-Revolutie dankte hij toen zijn leven.
Ook namens het Ministerie van oorlog moesten die afgevaardigden de soldaten uithooren welke officieren wel en welke niet te vertrouwen waren.
Dat was dus wel de slechtste vorm van opperbevel die men zich denken kon. Een Comité van niet-militairen, die de generaals na doet gaan door afgevaardigden, die van ‘l'art de la guerre’ niet het minste begrip hebben, en buitendien de generaals veroordeelen en ontslaan moeten om redenen, die met de krijgsvoering niets te maken hebben. Het élan, het hooge moreel van de Fransche troepen der Eerste Republiek, en het toeval, dat de vijanden van Frankrijk over niet één bekwaam bevelhebber te beschikken hadden, redde Frankrijk van een wissen ondergang.
Tegenover dien tijd van een zeer slecht opperbevel over de Fransche legers staat het Napoleontische tijdperk. Toen was het opperbevel geheel alleen in handen van Napoleon, en beter generaal is er nooit geweest. Als men zijn verschillende krijgsplannen bestudeert is men verbaasd over de steeds geniale conceptie, waardoor hij altijd weet te kiezen en te doen wat inderdaad het beste is. Zijn plan de campagne van 1815, dat zoo ongelukkig met Waterloo eindigde, is een der beste strategische plannen die men in de geheele krijgsgeschiedenis vinden kan. Toch zou een Napoleon ook nu met moeilijkheden te kampen hebben. In zijn tijd waren de legers niet zoo groot en kon hij dus het opperbevel van het geheele Fransche leger op zich nemen. Doch toen in 1812 het Groote Leger naar Rusland ging moest Napoleon wel zijn leger verdeelen. Hij streed