Correspondentie van de redactie met de abonnés
De redactrice van de Holl: Lelie brengt ter kennis van de lezers van dit Blad, dat zij géén manuscripten of brieven, haar naar aanleiding der redactie-aangelegenheden toegezonden door niet-abonnés, kan beantwoorden langs particulieren weg. De correspondentie in dit Blad dient zoowel tot de beantwoording van brieven, als tot de mededeelingen betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus niet verwachten langs een anderen dan den correspondentie-weg te worden beantwoord. Wanneer zij door leesgezelschap kring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid hen dáárin te beantwoorden.
Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nummers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden.
Alle brieven moeten, om in de d.a.v. week omgaand te kunnen worden beantwoord, uiterlijk Zaterdag-ochtend in mijn bezit zijn.
Redactrice.
P.S. Het spreekt vanzelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers, die in de corr:-rubriek thuisbehooren.
H.v.W. - Ik dank U zeer voor Uw schrijven, en las met ingenomenheid Uw plan zich voorloopig hier te vestigen. Het zal U stellig in den Haag wèl bevallen. Zeker zijn er op Duinoord pensions te over te noemen, maar het zou aanbeveling verdienen mij eenigszins op te geven welke prijzen gij zoudt wenschen te besteden, en of gij een of twee kamers verlangt, aparte bediening wenscht, dan wel gezamenlijk dineeren prefereert, enz., enz. - Ik-voor-mij zou zeker geen abonnement nemen op een of andere courant, maar veel liever zelve precies de wenschen adverteeren. Indien ik U van dienst kan zijn, met alle genoegen. Ik zou namelijk misschien wel iets voor U weten, maar het hangt alles zoo af van Uw eischen en verlangens, wijl de pensions hier véle zijn. - ‘Den ouden kennis’ van mij, herinner ik mij nog wel, al is het lang geleden. Neen, een gepaste coquetterie in een vrouw vind ik zoo weinig een ondeugd, dat ik 't zelfs betreur indien haar die eigenschap ten eenenmale ontbreekt; dan verwaarloost zij zichzelve, krijgt een onaantrekkelijk uiterlijk, en verliest de bekoring van haar sexe. Natuurlijk bedoel ik niet die malle coquetterie der per-se zich jong-voordoende, giegelachtige, steeds nog ‘uitgaande’, en op een man azende ‘jonge’ dame van veertig jaren en ouder, maar wel die ingeboren en vrouwelijke behaagzucht, welke aan elken leeftijd past, en die ook de grijsharige, stemmige, maar goedgekleede oude-dame iets zoo aantrekkelijks en innemends blijft geven. - Ik vind het natuurlijk prettig dat de Lelie U zoo interesseert, en dat nog wel terwijl wij, in zake Frankrijk, zoo verschillende smaken hebben. Maar neen, dat is eigenlijk onjuist gezegd. Ik verfoei dezen oorlog, maar, evenals gij, houd ik van Parijs, en de Fransche Riviera vind ik het ideaal om te wonen. Alleen, de Fransche volksaard, de Fransche literatuur óók, is mij niet sympathiek, zij doet mij oppervlakkig,
blufferig, onecht aan, in tegenstelling van het gemoedelijke en huiselijke, schoon beslist-burgerlijke, den Durchschnitt Duitscher eigen. Echter, burgerlijk vind ik den Franschman evenzeer, en zéér-slecht-gemanierd; in die opzichten bezit hij m.i. een geusurpeerde reputatie, en hij is bovendien meestal nog onsmakelijk-vuil. De Engelsche natie heeft distinctie, netheid, goeden smaak, goede manieren. - Ik heb onlangs in een onzer groote hotels, met rijke Belgen overvuld, gedineerd. Iets meer vulgairs was niet denkbaar dan deze schreeuwerige, demi-mondain achtig-gekleede, vulgaire wezens; waren al die gezelschappen daarentegen van Engelsche nationaliteit geweest, dan zouden zij integendeel zijn opgevallen door fijne en welgekozen avondtoiletten, door uitstekende vormen, en door die gedistingueerde gelaatstrekken, die aan hun type eigenlijk veel meer het uitgesproken cachet van ‘knap’ geven dan wezenlijke regelmaat van lijnen of van figuur. Integendeel, beschouwt men Engelsche vrouwen uit een schoonheidsoogpunt, dan zijn zij dikwijls heel weinig ‘mooi’, maar bijna zonder uitzondering zijn ze, en in haar uiterlijk, en in haar doen, het tegendeel van ordinair, en hetzelfde geldt voor de Engelschen van het manlijk geslacht. - Nogmaals veel dank voor Uw schrijven, en, zooals gezegd, ik wil U gaarne van dienst zijn.
Rosalius. - Hartelijk dank voor Uw schrijven. Ja, ik kan mij Uw verlangen levendig voorstellen, maar, aan den anderen kant, wat hebt gij het goed, dat ge maar steeds zoo kunt voortleven. Die dame waarvan gij mij een kaart zondt is een nichtje van mij. De rest van Uw brief is te vertrouwelijk om te beantwoorden. Maar ik dank U zeer hartelijk voor dit mij betoonde vertrouwen, en blijf steeds in Uw wedervaren belangstellen. Wij kennen elkaar per corr: nu reeds zoo vele jaren!
C.L.L. te den Haag. - De heer, op wiens raad gij mij Uw gedichtje zondt, zal U misschien wel op deze corr: attent maken, voor 't geval gij de Lelie niet geregeld leest. Ik ben namelijk niet gewoon particulier te antwoorden. Het gedichtje is aangenomen.
Nora. - Die verandering in Uw leven zal, dunkt mij, voor U beiden heerlijk en troostbrengend zijn! - Neen, met het oog op den oorlog is het onmogelijk thans naar Nauheim te gaan voor langeren tijd; ik zou dan in dezelfde moeielijkheden geraken van het afgeloopen najaar, en niet mogen werken voor de Lelie, maar bovendien, ik vrees dat er onder deze omstandigheden niet veel kans zal zijn op het goede resultaat van een kuur. Daartoe moet de omgeving meewerken; die is in gewone tijden geheel en al aanpassend aan de behoeften der badgasten aan rust en genezing. Maar het spreekt vanzelven dat thans de gedachten van de Duitschers zullen zijn bij den oorlog, dat een groot gedeelte van het benoodigde personeel, op elk gebied, zal ontbreken tengevolge van het opgeroepen zijn, dat de gewonden en de lazaretten meer zorg zullen eischen dan de slechts weinig talrijke vreemdelingen, enz., enz. Neen, hoe lief Nauheim mij ook is, er nu een badkuur gaan doen, dat zou ik geld weggooien vinden. Hartelijk dank voor Uw briefkaart. Ik heb nog een schets van U, die ik zal plaatsen als feuilleton.