den voor den Engelschen oorlog, moest Corver een nieuwe aanvraag doen.
De toestemming viel vooral niet in den smaak van den kerkeraad der Nederduitsch Hervormde Gemeente in den Haag, en we zien dan ook in Burgemeesterskamer op 23 April 1783 binnenstaan eene commissie uit het gezegde college, terwijl de drie burgemeesters versterkt werden door het bijwezen van den schout.
Van de predikanten Muilman en Jorissen, vergezeld door den ouderling de Kempenaar, deed de eerste het woord.
Uit naam van den kerkeraad verzocht hij, ‘dat uit het midden van deze plaats mochten worden geweerd alle comediën, tooneelspeelen en vertooningen, en inzonderheid de Nederduitsche Comedie zoo nadeelig en schadelijk, als welke de vreeze Gods uit het herte verbannen, en geijle lusten aankweeken met verdere bijvoeging, dat, schoon het wel een waarheid is, dat er een stilstand van wapenen plaats heeft, echter diergelijke buitesporigheden, als onbetaamlijk zijnde, behoorden geweerd te worden’.
De kerkeraad had het tot zijn plicht gerekend dit onder de aandacht van Hun Edel Achtbaren te moeten brengen.
De Heer van Noord wijk repliceerde.
Hij gaf tot antwoord, ‘dat deze deputatie zijnde gekomen, nadat reeds bij den Magistraat was geresolveerd een Nederduitschen Schouwburg te permitteeren, daarover dus geen verdere deliberatie, noch veel minder alteratie kan plaats hebben’.
Reeds in 1782 had de kerkeraad een zelfde poging gedaan.
Immers oordeelende, vooral ter gelegenheid van de invoering der bedestonden, dat in tijden van verootmoediging ‘de tooneelspeelen die tot dartelheid ontlokten’, onvoegzaam waren, besloot het college het geheel ophouden der tooneelspelen te verzoeken, ja men ging zelfs zwanger van het voornemen om den steun in te roepen van Prins Willem V.
Dit liep door tot in 1783, en, hoewel er conferenties waren gehouden van Hof en Magistraat, hebben we gezien, dat de poging totaal mislukte.
We meenen hierbij te moeten vermelden, dat alle eeuwen door de kerk tegen het tooneel heeft strijd gevoerd. Nu immers ook.
De actie van 1782 en 1783 is een proeve uit vele.
A.J. SERVAAS VAN ROOYEN.
Oud-Gemeente-archivaris.