Meer Zonlicht.
Het tweemaal in de maand verschijnend blad ‘Esperanto’ van 20/6 '14 Red, 10 rue de la Bourse, Genève, meldt het volgende:
Voor eenige jaren deed Hr. Willem Willett in Londen een voorstel, hetwelk reeds een warme instemming in alle streken van de Britsche eilanden vond. Op 't eerste gezicht schijnt het een vreemd idée de uurwijzers in het voorjaar één uur vooruit te zetten en in den herfst één uur terug. Evenwel. dat is het eenvoudig voorstel hetwelk waarschijnlijk binnen korten tijd verwezenlijkt zal worden.
De tegenwoordige werkuren zijn niet zeer geschikt in den zomer, en veroorloven het kantoorpersoneel niet om van de lange zomeravonden te profiteeren, welke zij onder andere voorwaarden voor sport en uitstapjes in de frissche lucht zouden kunnen gebruiken. Na de kantoren om zes uur te hebben verlaten, wordt het ongeveer zeven uur vóórdat zij gereed zijn om naar buiten te gaan. In de groote steden is het nog slechter, omdat ze noodzakelijk groote afstanden moeten rijden, voordat ze buiten de stad kunnen zijn. Veronderstel echter, dat tusschen 2 en 3 uur des nachts op den tweeden Zondag in April alle uurwerken worden vooruitgezet, dan zouden wij, 't is waar, een uur minder slaap genieten in dien nacht zelf, maar gedurende den geheelen zomer zou ons werk inderdaad eindigen om 5 uur volgens den zonnetijd, ofschoon de klokken reeds zes uur aanwijzen. Bijgevolg zouden wij iederen avond den tijd hebben voor gezonde wandelingen, sport, enz. Maar langzamerhand zullen de dagen korter worden totdat er geen tijd meer over is voor die uitstapjes en dan, op den tweeden Zondag van September tusschen 2 en 3 des nachts zullen de klokken een uur stilstaan, en men keert terug tot den werkelijken zonnetijd. Dien nacht zullen wij één uur meer slaap genieten ter vergoeding van het verlies in 't voorjaar. Door dit hoogst eenvoudige middel zou het heirleger van arbeiders 150 uur meer opmonterend zonlicht gedurende zijne vrije uren kunnen ontvangen. Natuurlijk zou men hetzelfde resultaat kunnen bereiken door officieel de werkuren gedurende den zomer te verzetten, maar dat zou verandering van alle parlements-besluiten eischen, waarin werkuren zijn vastgesteld, en van alle spoordiensten, enz.
Bijna alle belangrijke stedelijke lichamen van Groot-Britannië ondersteunen officieel het voorstel. Een Parlements-commissie heeft reeds de vraag bestudeerd, en men heeft gevonden, dat de eenige personen, die zouden klagen over den nieuwen maatregel die beursmannen zijn, die zaken drijven met Amerika, en de verkoopers van gas en electrisch licht, en waarschijnlijk de doodgravers. Overigens zouden een of twee treinen, die internationaal rijden, of volgens de getijen (eb en vloed) een beetje in de war komen. Verder heeft men gezegd, dat de koeien niet voldoende melk voor den tweeden Maandag in April zouden hebben, maar het feit, dat het ei bij het ontbijt dien morgen een uur verscher - of laat ons zeggen minder oud zal zijn - verschaft daarvoor vergoeding. Rond den Hr. Willett schaart zich een steeds grooter wordend leger van propagandisten, en het dringt reeds in andere landen door, ondanks het feit, dat onze geografische ligging ons in de meest voordeelige plaats stelt voor eene dergelijke verandering. En dit uitstapje op het gebied der internationaliteit overtuigde den heer Willett over de belangrijke behoefte van een Internationale taal. Wij zien dus met bijzonder genoegen zijn naam onder de laatste leden van de Britsche Esperanto-vereeniging en misschien wordt wel de groote groep strijders voor de ‘Daylight Saving Bill’ eene ‘Esperantia Entrepreno’.
H BOLINGBROKE MUDIE.