gemaakt, die den Parijschen arbeiders sinds lang een wereldberoemdheid hebben bezorgd.
Overdag is daar een onophoudelijk geloop, een bedrijvig steeds werkend mierennest, altijd vol lawaai. Maar op dezen tijd, nu wij er doorloopen, is ze reeds rustig en donker geworden, alle magazijnen zijn gesloten. Slechts in de kroegen is licht, waar de arbeiders in- en uitgaan, gevangen door de scherpe lichten, den schijn van gerief, warmte, en vroolijkheid, welke zij in hun ellendig thuis niet vinden. In die door alcohol, tabak en uitwazemingen bedorven atmosfeer verzwakken de arbeiders hun hersenen en handen, aan welke Parijs de glorie van hare kunstindustrie te danken heeft.
Geen enkel lichtpunt in dien zwarten nacht. De regen valt; doch gaat tot No. 157 van die straat. Geen enkel bijzonder teeken boeit den blik van den voorbijganger. Nauwkeurig kijkend onderscheidt men twee met kleine letters geschilderde woorden: Volks-Universiteit. Terwijl met hellichte vurige letters de naburige kroegen en gelegenheden tot vermaak worden aangekondigd. Misschien, omdat de waarheid niet tot den mensch komt, moeten zij naar de waarheid gaan. Door die kleine deur, door dien donkeren en vochtigen ingang gingen de groote nomen der Fransche Gedachte binnen; wijsgeeren, geleerden, kunstenaars, kwamen goedhartig om onder hunne arme broeders een weinig genoegen, vreugde, licht en vergetelheid uit te deelen.
Sinds 15 jaren wordt iederen avond 't zelfde onderwijs gegeven. Maar volgens welke methode, volgens welke school? Is het doktrinair, is het politiek of godsdienstige richting? Neen, 't is geheel vrij. Om een idée te krijgen van de verscheidenheid en de belangrijkheid van de vraagstukken die er bestudeerd worden, zou men de maandelijksche programma's moeten doorlezen. Dan vindt men de namen van beroemde personen in de wetenschap, staatkunde, literatuur, kunst. Slechts eenigen zullen wij vermelden:
Henri Poincaré, Lippmann, Lacroix, Schrader, Duclaux, Raux, Calmette, Longevin, Legrain, Boutroux, Buisson, Seailles, Chr. Wagner, Rouanet, Fournière, Malato, Yvetot, de prins van Monaco, Marc Sangnier, Brunetière, Maurice, Vernes, Clemenceau, prins Roland Bonaparte, Doumer, Henri Robert, Mounet-Sully, Mevrouw Bartet, Coquelin, Antoine, Harold Bauer, Boucher, Galipaux, Yvette Guilbert, enz. uit deze namen, van wie vele in het buitenland bekend zijn, ziet men, dat de programma's uitgewerkt zijn geheel afgescheiden van partijtwisten. Behalve lezingen, worden er gegeven cursussen in de Fransche taal voor vreemdelingen, in Esperanto, Engelsch en Duitsche taal, in muziek, voordragen, fotografeeren, schaken, enz. Het werk is allesomvattend Men heeft dat programma aangevallen en gekritiseerd, en hare uitgebreidheid, haar gebrek aan methode en plan verweten, maar men bedacht niet, dat het niet is uitgewerkt voor gewone studenten, maar voor vermoeide arbeiders. Ze geeft eenvoudig de ordeloosheid en samengesteldheid van het leven weer. Met onze studieplannen, met de gezichtspunten van de opvoeders bemoeit zich het leven niet.
Het stelt alle vragen gelijktijdig. Wij moeten hen aanvaarden naar gelang van hunne komst, en ons gelukkig rekenen indien wij een bevoegde stem vinden om ons te onderwijzen. Misdaden van dronkaards, van hysterielijders en van ontaarde kinderen, vulkanische uitbarstingen, aardbevingen, sociale wetten, werkstakingen, epidemieën, vliegtochten, nieuwe boeken, nieuwe tooneelstukken, poolreizen, vrijhandel, protectionisme, de vooruitgang der electriciteit, China, Japan, de groote oorlogschepen, ziedaar onderwerpen dagelijks geput uit de kranten en hier methodisch uitgelegd door deskundigen; zij vormen onderwerpen voor bespreking, voor vragen, en voor verklaringen, dus werkelijk onderwijs. Vlug, eenvoudig en practisch is deze methode; ze past geheel voor ons publiek en komt overeen met de eischen van het leven. Overigens, die wanorde is meer schijn dan werkelijkheid. Ieder spreker heeft zijn vak, en het publiek kiest. De Positivistische school verklaarde in een geregelde serie de leerstelling van Comte. Er waren andere series van lezingen over literatuur, arbeidsorganisatie, sterrekunde, politieke staathuishoudkunde, sociologie, die feitelijk volledige cursussen waren. Onder de leden is een werkzame groep, die de belangrijkste werken (kunst) opvoert. Iederen Zondag heeft een concert of tooneelvoorstelling plaats, hetzij van de tooneelvereeniging hetzij van beroemde artisten, welke in dien kring een oogenblik van gezonde vreugde, van geluk, van vergeten van den levensstrijd brengen.
Er bestaat geen ander theater, waarin tooneel en toeschouwers in zoo goede verstandhouding zijn. De acteurs spelen noch voor het gewone betalende publiek noch voor den roem. Zij spelen opdat de aanwezige broeders mogen deelnemen in dezelfde opvatting van het stuk. En de toehoorders zijn in staat om geheel stil, doch van spanning trillende gedurende meerdere uren zonder klacht te staan, indien het aantal zitplaatsen niet voldoende is, wat immers dikwijls gebeurt. Maar hoe krijgt men toegang? Dat is heel eenvoudig. Men opent de deur, en geeft zijn naam en adres op (niet verplicht), betaalt 50 centimes voor een kaart, die recht geeft om gedurende een maand naar believen deel te nemen aan alle bijeenkomsten, gebruik te maken van de bibliotheek, de verschillende kranten en tijdschriften van de leeskamer te lezen, de cursussen te bezoeken, enz. Wie wil kan zich aansluiten. Er bestaat geen enkele eisch wat betreft vaderland, godsdienst, politiek, leeftijd, sekse. Allen zijn welkom en worden welwillend ontvangen. Hier voert men strijd tegen dat dikwijls geuitte denkbeeld: de ontwikkeling buiten het ambacht interesseert het volk niet. Alleen behoeften van den buik zijn zijn deel, voor de anderen de geestelijke genoegens. Werken om te eten, eten om te werken. In dien cirkel wil men de arbeiders opsluiten. De feiten toonen, dat het volk ook andere behoeften en verder reikende begripsbevattingen heeft. Hier deelt men geestelijk voedsel uit aan allen naar hunne behoeften: laat de hongerenden eten, de dorstigen drinken.
E. SOUCHAY.
(Deligito U.E.A. van Parijs).