Alle brieven moeten, om in de d.a.v. week omgaand te kunnen worden beantwoord, uiterlijk Zaterdag-ochtend in mijn bezit zijn.
Redactrice.
P.S. Het spreekt vanzelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers, die in de corr:-rubriek thuisbehooren.
Johanna. - Zonder voorkennis van de schrijfster of schrijver mag ik nimmer haar of zijn naam particulier opgeven aan anderen. Waar gij echter het getuigenis van de desbetreffende dame, over madame Gimber, 72c Stationsweg, met zooveel belangstelling hebt gelezen dat gij wenscht met deze getuige in nadere kennis te komen, heb ik haar gevraagd of zij mij toestaat haar naam en adres U particulier op te geven. Zoo ja, dan zal ik een en ander terstond U doen toekomen. Inderdaad geloof ik met U dat de inrichting van madame Gimber, vooral ook voor haar die lijden aan overtolligen haargroei, een groote uitkomst zal zijn.
C.O. - Neen, om U de waarheid te zeggen herinner ik mij niet, dat gij vroeger wel eens bijdragen aanboodt voor de Holl. Lelie. Ik heb nogal een bijzonder sterk geheugen, zoodat ik mij zelfs corr. van jaren her herinner, gelijk nog onlangs het geval was, toen de moeder eener abonnée, van wie ik zeker in zeven of acht jaar niet had gehoord, mij, zonder te vertellen wie het gold, een stukje zond namens hare dochter, en ik mij dadelijk den naam en de brieven, welke deze mij indertijd schreef, herinnerde. Enfin, wat U betreft, ik beken eerlijk dat Uw naam mij niets zegt. Indien gij nog Lelie-lezeres zijt, dan verwijs ik U met nadruk naar het stukje van mijn hand: ‘Wat is onzedelijkheid’, voorkomende in de Lelie van 13 Mei 1914. Gij zult daarin het antwoord vinden op vele Uwer vragen. Over mijn romans treed ik nimmer in discussies in de Lelie, omdat de inhoud is een roman.
Maar, wèl wil ik U zeggen, dat gij mij niet zeer juist schijnt te begrijpen, als gij nog steeds niet kunt lezen, hoe ook-ik een leven van ongehuwde zeer aangenaam en prettig voor haar-zelve kan vinden. (Ik zou zeggen, ik-zelve ben daarvan een levend voorbeeld, waar ik reeds 13 jaar samenwoon met de trouwste en liefste vriendin die er voor mij is, voor haar en mij de kost verdien, en dikwijls openlijk zeg, als ik al de ellende zie, doorgemaakt door mijne gehuwde kennissen in hun huwelijk of met hare kinderen: Het is eigenlijk veel gelukkiger om maar niet-getrouwd te zijn). Maar nochtans blijf ik erbij, dat de natuur als zoodanig elke vrouw schiep als vrachtdraagster, onverschillig of dat tot haar geluk dient. Wij zijn niet enkel voor ons geluk geschapen. Mij dunkt dat trouwens alle dominees, enz., dit uit den treure leeraren. Maar, juist daarin zit 'm de fout, dat elke hedendaagsche vrouw ‘recht heeft op de ontplooiing van haar eigen-ik’ vindt zij, en geen oogenblik stilstaat bij hare eigenlijke bestemming. Juist, omdat uit Uw geheelen brief blijkt, dat gij mij niet hebt begrepen, laat ik het hierbij; om U de waarheid te zeggen lijkt het mij overigens toe, dat gij een dier ongehuwden zijt, die U min of meer beleedigd gevoelt, omdat ik U den spiegel der waarheid voorhield. Want, dat wat ik zeg waarheid is erkent gij-zelve. Gij zegt, dat gij geen antwoord verwacht. Neen, particulier, kunt gij dat natuurlijk niet verlangen. In de Lelie geef ik 't U gaarne zooals gij ziet.
Nora. - Ik ontving Uw brief juist nadat de vorige corr. aan U was gedrukt. - Ja, het gure weer, speciaal de wind, is voor mij direct schadelijk. Ik doe elken zomer de kuur in Nauheim. Anders kwam ik er niet. Het verhaal dat gij mij doet over de Orvietose, verwondert mij niets. Hebt gij niet gelezen wat daaromtrent heeft gestaan in het ‘Maandblad tegen de Kwakzalverij’? Zoo niet, vraag dan maar een ex. van dat nommer aan. Men zal het U stellig gratis toezenden. Uw boekhandelaar weet natuurlijk wel het juiste adres van de redactie. - Nietwaar, is het niet verblijdend, dat die families te Bussum, waaronder dus ook Uw familielid, zulk een flinke houding aannamen tegen dien dierenbeul aldaar? Alleen zóó, door zulke ellendelingen te treffen in hun eigen zak en hun de klandizie te onthouden, voorkomt men dat andere mispunten evenzoo handelen. - Onze hondenjongens plus papagaai en poes maken het allen heel wel, maar Frits en zijn kinderen gaan lijden aan de gebreken des ouderdons. Hartelijk gegroet.
J. Oosterhuis, te Loppersum. - Stukken om Dierenmishandelingen - en nog wel van zoo verachtelijken aard als die welke in de prov. Groningen geschiedde, - goed te praten worden niet opgenomen.
721. - Gij kunt gerust zijn, alle brieven verscheur ik na beantwoording terstond, omdat ik dit - met het oog op plotseling sterfgeval of zoo iets - jegens correspondenten plichtmatig vind, juist waar zij mij zoo vertrouwelijk schrijven menigmaal. Het spreekt vanzelf dat Uw brief, die in hoofdzaak bevat een beschrijving van Uw eigen leven, zich niet leent tot beantwoording op deze plaats, omdat ik U daardoor zou verraden. Echter wil ik U wèl zeggen dat gij mij met dien brief bijzonder véél genoegen deedt, omdat ik uit zulke brieven als de Uwe voel, hoe ik datgene ben voor mijne lezers wat ik wensch te zijn, namelijk een door hen vertrouwde, iemand van wien zij zelf voelen hoe zij zich niet boven hen of op een afstand stelt, maar zich beschouwt als een der hunnen. Levensomstandigheden, opvoeding, bijzondere gebeurtenissen, dat alles influenceert sterk op onze karaktervorming en onze levensbeschouwing, zoodat ik mij altijd eenigszins erger aan de Durchschnitts-menschen die nooit iets ondervonden van belang, die om zoo te zeggen van kind af hun boterham gesneden vóór zich vonden, en die nu daardoor meenen dat hunne ‘deugdzaamheid,’ ‘fatsoenlijkheld,’ braafheid,’ wat het ook zij, eigenlijk een eigen verworven bezit is, waardoor zij het recht hebben hoogmoedig neer te zien op anderen, terwijl in waarheid hun heele kalme en rustige bestaan te danken is aan toeval en niets anders. Men zou eerst eens moeten zien hoe dezulken zich zouden gedragen waren zij paria's der maatschappij geweest, om te kunnen beoordeelen of zij het recht hebben neer te zien op in de gevangenis-zittenden, enz. - Een opmerking uit Uw brief wil ik releveeren omdat zij van algemeenen aard is, en dientengevolge ruimschoots be-