De Hollandsche Lelie. Jaargang 27

Hoofdartikel
Practisch.

Het schijnt, dat er door de hoogwaardigheidsbekleeders in de Roomsch-Katholieke Kerk, inzonderheid in den vastentijd, zoogenaamde ‘vastenbrieven’ worden uitgevaardigd, die den leeken waarschuwen voor de eene of andere hebbelijkheid of ondeugd, en veelal eene practische strekking hebben.

Zoo lezen we nu, in een Engelsch blad, - overgenomen door een onzer couranten, - dat Dr. Karlin, de R.K. Bisschop van Triëst in zijn ‘vastenbrief’ de tegenwoordige damesmode veroordeelt.

‘Het is, zegt hij, niet in strijd met de goddelijke wetten, dat de vrouwen zich kleeden naar hun middelen en stand; dat zij de mode volgen, mits deze betamelijk en bescheiden is, maar met de mode van tegenwoordig is dat niet het geval. Wat men tegenwoordig in de steden de vrouwen ziet aanhebben, zegt de Bisschop, vervult niet den eersten eisch, dat het moet kleeden. Deze mode is ook niet bevordelijk voor de ingetogenheid, noch zelfs voor het lichamelijk welzijn. Vele vrouwen kleeden zich met het enkele doel om de aandacht te trekken, en dat is onbehoorlijk.’

Zulke brieven, - dikwijls ook preeken, - noem ik praktisch, want, hoewel ze alleen ter oore komen van de R.K. vrouwen, kan haar voorbeeld als les dienen.

[p. 738]

Het spreekt vanzelf, dat er dikwerf overdrijving in het spel is, en dat wel eens gegispt wordt, waar au fond van, de zaak geen kwaad in steekt, maar dan zal de bootprediking ook wel zonder resultaat blijven.

Ik herinner mij eens een zeer gekleed feest. De dames waren dientengevolge, wat het bovenlijf betreft, bijna ontkleed, en ik was zeer dankbaar dat het ‘uit’ was, en ik verlost werd van niets anders te zien dan alles behalve fraaie vrouwen-ruggen. Toevallig zat er eene streng-geloovige R.K. dame van de hof houding voor mij. Ik dacht: zou zulk een vertoon niet gebiecht moeten worden, en wat zou de geestelijke daarvan zeggen. Later sprak ik er een goed Roomsch Katholiek man over, en deze bracht de verontschuldiging bij, dat zij, als ‘hoffähig’, zoo gekleed (ontkleed) moest zijn. Zoo'n Engelsche Bisschop vindt dus nog een vruchtbaar veld om te ontginnen.

A.J. SERVAAS VAN ROOYEN.