gemaakt, en afzonderlijke nummers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden.
Alle brieven moeten, om in de d.a.v. week omgaand te kunnen worden beantwoord, uiterlijk Zaterdag-ochtend in mijn bezit zijn.
Redactrice.
P.S. Het spreekt vanzelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers, die in de corr:-rubriek thuisbehooren.
Theorie. - Gij vraagt mij, in Uw zooeven door mij ontvangen schrijven, Uw brief niet in bijzonderheden te beantwoorden, teneinde U niet te verraden, enkel slechts te willen meedeelen of ik Uw beschouwing aangaande de liefde (zie het artikel van den heer Servaas van Rooyen) deel, ja of neen. Mij dunkt, lieve Theorie, indien gij mijn roman: Ik zeg de Waarheid goed hebt begrepen, dan kan het voor U niet twijfelachtig zijn of ik deel volkomen Uw opinie, namelijk dat de normale vrouw nimmer enkel door passie alléén wordt verleid. Zeg ik niet uitdrukkelijk in dien roman, dat Kate de Brienne Steinberg in zichzelve voelt hoe hetgeen haar weêrhoudt zich den man te geven die haar begeert niet is ‘fatsoen,’ noch iets van dien aard, maar dat ‘inwendige’ iets, dat geen naam heeft maar dat haar waarschuwt hoe de enkele zinnenbevrediging zonder hoogere liefde tenslotte niet in staat is te voldoen. En, wijst zij dientengevolge ook niet alle tot haar komende aandriften en begeerten terug uit dat instinctmatige vrouwgevoel, dat gij-ook verdedigt, en, niettegenstaande zij geenszins zelve vrij is van hartstocht en van zinnelijke - en m.i. in de normale vrouw normale - behoeften. - M.i. beschouwt de heer Servaas van Rooyen deze quaestie uit zijn man-oogpunt, en stelt hij zich dientengevolge in zijn gedachtengang de vrouw voor in hare diepste gevoelens zoó te zijn als de manzelf voelt. Dáárin zit 'm de fout van zijn redeneering. - Ik ga opzettelijk niet verder in op Uw brief om bovengenoemde reden, die gij-zelve opgeeft. Hartelijk gegroet.
Piet. - Ik herinner mij zeer goed die geschiedenis van het door U bedoelde stukje. Dat de inhoud daarvan zooveel overeenkomst heeft met Het Penningske der Weduwe herinner ik mij niet meer, omdat het eerstgenoemde stukje reeds lang is geplaatst. Intusschen vind ik vernietiging van dat laatste artikeltje zeer zeker de meest aanbevelenswaardige oplossing, waartoe ik dan ook zal overgaan. De door U aangekondigde ‘beschouwing’ zal ik te zijner tijd gaarne ontvangen.
Mej. D.W. te Haarlem. - Ik hoop dat dit antwoord onder Uw oogen komt, daar ik vermoed dat gij geen lezeres zijt. Voor dergelijke onbeduidende korte ‘schetsjes’ namelijk heeft de Holl. Lelie geen ruimte beschikbaar. Wegens het niet-insluiten van frankeer-zegels heb ik het schetsje terstond vernietigd.
Leo. - Ik neem een vroeger ps. van U, daar gij geen nieuw opgeeft. Ingevolge Uw laatste kaart vernietigde ik die láátste zending. Het is beter geen Holl. vertalingen van dien aard te bespreken. Daartoe is de plaatsruimte te beperkt.
C.B.-V. - Ik begrijp Uw briefje niet heel goed - en ik vermoed dat gij mijn roman in 't geheel niet hebt begrepen. Maar in elk geval dank ik U zeer voor Uw blijkbaar zeer goede bedoelingen.
M.H.B.-van R. - Nu is het geschenk voor mij van dubbele waarde, nu gij-zelve dus de vervaardigster zijt, en òòk het schild is geteekend door iemand die ik ken. Nogmaals hartlijk dank. - Ja, dat geloof ik met U, dat zij die mij goed lezen een kijk krijgen op mijn ware persoonlijkheid, maar er zijn natuurlijk heel wat menschen, die, hetzij opzettelijk hetzij te goeder trouw, dit niet doen, mij goed-lezen Intusschen, dat lot heb ik gemeen met elkeen die zich geeft in het openbaar, en de groote voldoening van zoo heel dikwijls goed te worden begrepen, welke ik steeds meer ondervind, weegt ruimschoots daartegen op. - Gij schrijft dat de ziels-toestand van een mensch geheel afhankelijk is van zijn lichamelijken toestand. Maar m.i. gaat die regel niet op. Hoevele ziekelijke zwakke, lijdende menschen brengen niet zeer groote dingen tot stand, en kenmerken zich door een frisschen, gezonden geest, terwijl daarentegen een lichamelijk zeer gezond iemand menigmaal zich onderscheidt door een zekere laag bij den grondsche levensopvatting, alsof juist die gezondheid hem onvatbaar had gemaakt voor het hoogere levert. Zeker, er is òòk menigeen die, zich toegevend aan alle mogelijke zenuwkwaaltjes, daardoor een last wordt voor zijne omgeving, maar ik spreek nu van wezenlijke zieken, en het wil mij voorkomen dat men slechts behoeft na te gaan het intiemere leven van zeer vele door hun groote beteekenis op allerlei gebied uitmuntende mannen en vrouwen, om tot de conclusie te komen dat deze lang niet allen beschikten over eene sterke gezondheid, integendeel dat van de meesten hunner geldt: een sterke ziel in een zwak lichaam. ‘Stemmingen’, ja, die zijn natuurlijk geheel afhankelijk van onze oogenblikkelijke meerdere of mindere mate van gezondheid. Op een ‘stemming’ heeft voor mij-persoonlijk het weer ook steeds sterken invloed. Onze sombere, zware, lood-grijze luchten vind ik wanhopig neerdrukkend, even
neerdrukkend als b.v. storm en wind, die mij ook steeds neerslachtig stemmen. - Ja, ik-ook vind de vrouw ten eenenmale ongeschikt tot het uitspreken van vonnissen als rechter, ik geloof beslist dat zij daarvoor veel te subjectief is, en zich veel te dikwijls laat leiden door bijoverwegingen, welke niets met de zaak-zelve te maken hebben. - Het slot van Uw brief vind ik voor U zoo vreeselijk dat ik er niets van durf te zeggen. Ik wist heelemaal niet dat daarvan sprake was. Wanneer gij gelegenheid hebt, schrijf er mij dan eens iets méér van. Hartelijk gegroet.
Aja. - Voor den heer S.v.R. wil ik Uw briefje aan mij, voor zoo ver het hem geldt, in zijn geheel overnemen: Ik kan niet nalaten even, door middel van U, den heer Servaas van Rooyen een compliment te maken voor zijn leuke, pittige wijze van beantwoording van het artikeltje van mevrouw Wierdels van N. (gedachtenw.). Ik voor mij geef hem volkomen gelijk, maar zou het een gevaarlijke moraal vinden om voor iedereen te aanvaarden.
Ik beloof U dat ik U zoo spoedig eenigszins doenlijk een beurt zal geven; om U niet te verraden laat ik den verderen inhoud van Uw briefje onbeantwoord. Vriendelijk gegroet.