betreffende aangenomen en geweigerde bijdragen, en zij, die zelve geen abonné of abonnée zijn, kunnen dus niet verwachten langs een anderen dan den correspondentie-weg te worden beantwoord. Wanneer zij door leesgezelschapkring, of samen-lezen, of op welke wijze dan ook, gelegenheid kunnen vinden de correspondentie-rubriek te volgen, dan is de redactrice bereid hen dáárin te beantwoorden.
Op dezen regel wordt voortaan géén uitzondering meer gemaakt, en afzonderlijke nummers, correspondentie-antwoorden aan niet-abonné's behelzend, worden niet meer toegezonden.
Alle brieven moeten, om in de d.a.v. week omgaand te kunnen worden beantwoord, uiterlijk Zaterdag-ochtend in mijn bezit zijn.
Redactrice.
P.S. Het spreekt vanzelf, dat deze regel alleen geldt voor eerstbeginnenden, èn voor briefschrijvers, die in de corr:-rubriek thuisbehooren.
Iemand zond mij ‘de Arnh: Cour:’, met een daarin aangestreept artikel: ‘Nabetrachting’, dat ik reeds vroeger van àndere zijde had ontvangen, en ook heb besproken in een der vroegere Overzichten van de Week onlangs. Ook dezen inzender intusschen mijn dank.
Van een anderen inzender ontving ik: ‘Het Nieuws v.d. Dag’, bevattend een aangestreept hoofdartikel over de hoedenspelden-quaestie. Ik heb bedoelde quaestie reeds uitvoerig behandeld in een Overzicht van de Week, en kan haar niet zóó belangrijk vinden om er nog meer plaats aan te wijden. Ook dezen inzender intusschen mijn dank.
M.R.-E. - Ik heb uw brief ontvangen, en beantwoord dien omgaand. Zonder twijfel zal menigeen dankbaar zijn zulk een betrekking te aanvaarden als gij aanbiedt; vooral waar gij op het punt salaris zoo bereid zijt aan redelijke eischen te voldoen. Het lijkt mij het beste dat gij zelve Uw eischen omschrijft in een ingez: stukje, met Uw naam er onder, want gij begrijpt wel dat ik mij te moeielijker met het doorzenden van brieven kan belasten omdat ik van huis ben. Indien ik Uw brief goed begrijp, dan verlangt gij geen geëxamineerde juffrouw maar meer een vertrouwde hulp in het huishouden, die als zoodanig in staat is de dienstboden te leiden, U te vervangen, op de kinderen het toezicht te houden, etc. Waar gij mij schrijft dat de leeftijd tusschen 35 en 40 kan zijn ongeveer, verhoogt dit nog de kans dat er stellig wel de eene of andere alleenstaande dame zal zijn, voor wie Uw aanbod een ware uitkomst is, en die zich volkomen leent tot de haar door U aangeboden taak. M.i. zijn er vele ongehuwde vrouwen wier eenzaam leven te vergeefs vervulling zoekt in dorre nuttigheid, en die wat graag zouden vinden eene wezenlijke ‘taak’, te meer nog waar zoo dikwijls finantieele moeilijkheden ontstaan na den dood der ouders, waardoor een tot hiertoe het ruim hebbend meisje op eens zich gedwongen ziet tot een heel bescheiden bestaantje. Natuurlijk dient voorop gezet dat van Uwen kant een vriendelijke welwillende behandeling hoofdzaak is. Geen salaris, hoe groot ook, kan iemand met wezenlijk fijn gevoel ooit doen over het hoofd doen zien dat hij uit de hoogte of geringschattend wordt behandeld. En het spreekt van zelf dat een vertrouwenspersoon, als door U wordt gezocht, uiteraard moet zijn een wezenlijk beschaafd en daardoor fijn-voelend iemand. Ik herhaal dus, zooals ik begon, zendt mij een stukje onderteekend met Uw naam, of anders met een letter en het verzoek eventueele aanbiedingen te adresseeren aan den uitgever der Holl. Lelie (aan
wien gij dan natuurlijk even Uw naam moet opgeven). En omschrijf in dat stukje zoo duidelijk mogelijk Uw wenschen en de verplichtingen die gij oplegt: hoe duidelijker gij dat vooral doet, hoe minder misverstand er zal zijn naderhand. Vriendelijk gegroet en geheel tot Uw dienst.
Nora. - Hartelijk dank voor Uw briefje. Ik vind het lief van U, dat gij mij op de hoogte houdt van alles. Ja, ik begrijp dat gij niet in eene stemming zijt om zelve mee te werken, maar ik begrijp óók zoo heel goed dat de dokter U dit nochthans met klem aanbeveelt. Immers, welke ziekte wij ook hebben, het spreekt van zelf, dat het altijd onze genezing tegenhoudt als wij down zijn en bij de pakken neerzitten. Zeker, in Uw omstandigheden is daartoe wel alle reden, maar het onvermijdelijke is geschied, wat de dood ons ontnam geeft hij ons niet weder, hoe we ook schreien en klagen, en daarom blijft er niets anders over dan het leven te accepteeren zooals het nu eenmaal is. Hoe moeilijk dat kan zijn soms weet ik-zelve maar al te goed. Gij moet echter niet vergeten dat gij veel geluk hebt gehad òòk, en dat er helaas velen zijn, die altijd een kleurloos bestaan, zonder zon en zonder liefde en zonder vriendschap, leidden. 't Is better to have loved and lost than never to have loved at all. Laat dat ook Uw motto zijn!
- Ja, wat mij-zelve betreft, kan ik nooit dankbaar genoeg zijn voor hetgeen mijn gezondheid nu is vergeleken bij verleden jaar. - Vriendelijk dank voor Uw lieve woorden omtrent mijn roman. Gewoonlijk gaan de Lelies even als in uw geval rond bij velen; dat verneem ik gedurig, en die belangstelling doet me natuurlijk altijd recht veel genoegen. - Aan het slot van Uw brief las ik een heerlijk bericht, namelijk dat van Uw toekomstig huisgenootje. Hoe meer stakkers aldus een goed onderkomen vinden, hoe beter. Ook aan U-zelve echter zal het stellig een groote gezelligheid geven aldus een gezelschap om U heen te hebben, dat U met onafgebroken trouw en aanhankelijkheid Uw zorgen vergoedt. Zendt mij eens een phototje van hem, als gij er een hebt. Steeds van ganscher harte het beste.
B.K. - Gij hebt geen ps. opgegeven. Ook zij die gedurig met mij correspondeeren, moeten er niet op rekenen dat ik hunne (daarenboven dikwijls varieerende) pseud. uit vroegere correspondenties mij uit het hoofd herinner. In het eigen belang zelf der correspondenten worden hunne brieven, terstond na beantwoording ervan vernietigd, en het is dus niet doenlijk voor mij dan mij later te herinneren welk ps. in een vorigen brief werd gekozen, weer veranderd een volgende keer gewoonlijk, enz.. Met allen nadruk herinner ik er daarom nog eens aan, hoe het het best en het aangenaamst is voor beide zijden wanneer correspondenten hunne ps. herhalen onder aan elken nieuwen brief.
Vondt gij mijn woorden heusch zoo ‘streng’? Mij schijnt het toe dat gij ze dan vermoedelijk anders hebt opgenomen dan ze bedoeld waren,