Te veel wordt door hen, die meenen in deze theorieën te moeten voorgaan, vergeten: de maatschappij is een historisch verschijnsel.
Hoe dit zij, we hebben nu rekening te houden met de bestaande maatschappij.
En dan komt het mij voor niet wenschelijk te zijn door algemeen kiesrecht overwegenden invloed te geven aan ééne categorie van menschen, die weliswaar 't grootste getal vormen, maar daarmee zich nog geenszins het brevet van geestelijke meerderheid bezorgen.
In een huisgezin behooren toch ook niet de kinderen de ouders wetten voor te schrijven.
Ook is de staatspensionneering een belofte gedaan door de Vrijzinnige Concentratie, die, afgezien van de enorm hooge kosten, die door alle Nederlandsche burgers zouden moeten worden betaald in den vorm van belastingen, eene bedeeling vertegenwoordigt voor niet altijd meest hulpbehoevende menschen.
De Vrijzinnige Concentratie weet niet goed wat ze wil op 't gebied van de sociale wetgeving, ze weet niet vanwaar de finantiën te halen en ze is niet van plan ons land krachtig te verdedigen.
Dit oordeel is scherp, doch verdiend.
Daartegenover staat eene coalitie, gespoord en gelaarsd.
Deze Regeering bestaat uit een stel ministers, die moeilijk huns gelijke vinden, aangezien allen doorkneed zijn in hun vak en eminent knappe lui.
Men geeft sterk af van vrijzinnige zijde op de Tariefplannen van deze Regeering. Het is de bedoeling de weelde-artikelen flink te belasten en overigens een matig beschermend stelsel te volgen tot voordeel van handel, industrie, nijverheid en landbouw. De omliggende Rijken, die eveneens, behalve Engeland, een tarief van invoerrechten bezitten, nopen er toe ons land niet machteloos te doen staan tegenover de beschermde buitenlandsche concurrentie.
De kracht tot regeeren bezit alleen de Rechterzijde.
Links leed met 't ministerie de Meester voorgoed schipbreuk.
De Titanic van 't liberale stelsel brak in tweeën op den ijsberg der koude rede.
Rechts bezit idealen van deger gehalte, vaart meer op 't compas van te verwezenlijken wetsvoorstellen.
Te lang werd ons volk gebonden aan een onderwijs, welks neutraliteit niets anders bedoelde dan 't vormen eener moderne secte-school (getuigenis van Allard Pierson).
Rechts heeft pijlen op den boog tegen de afbrekende theorieën van de vrijzinnigheid op allerlei gebied.
Dit is althans bij de lezers van dit tijdschrift bekend genoeg om nader omschreven te worden.
Wat is er trouwens tegen om het vrije onderwijs gelijk te stellen met het openbare?
Doch er is iets anders.
Niet alleen in 't Parlement heeft de vrijzinnigheid zich geblameerd door 't voeren van obstructie, de vrijzinnige Pers werkt in den regel eveneens beneden critiek. Deze Regeering zou niets doen, maar alleen op 't gebied van de sociale wetgeving heeft minister Talma zich een monument gesticht.
Het aanblazen van kerkelijke hartstochten is eene laakbare vrijzinnige fout.
Nog veel ware over dit onderwerp te zeggen. Waar het helaas zoo herhaaldelijk blijkt ‘den Moriaan gewasschen’ te zijn, komt dit mij minder noodig voor en lijkt een enkel woord beter remedie.
De Rechterzijde bezit regeerkracht en hooggestemde idealen, die blijken in de practijk te kunnen worden toegepast.
Moge het daarom meer en meer gezien worden, dat men meer en meer algemeen in ernst kennis neme van de quaesties, die ons publieke en staatkundige leven beroeren, en waarvoor Rechts eene oplossing heeft, dan zal de zegen dezer staatkundige richting al duidelijker aan het licht komen.
Alleen dan zal ons volk een toekomst tegemoet gaan, die tintelend zal zijn van leven, waren voorspoed en vooruitgang.
Dan zal meer en meer de woestijn herschapen worden in vruchtbare vallei en de wildernis bloeiende zijn als een roos.
De oude veerkracht en de nimmer falende geestdrift, nimmer falend, wijl ze van goddelijken oorsprong is, zullen zich weder verheffen ons volk ten zegen en den Allerhoogste tot eeuwigen roem en prijs.
Als een volk in zijn maatschappelijk en staatkundig leven zich wil onderwerpen aan 's Heeren ordinantiën, zal het begeerlijke vruchten dragen, dertig- en honderdvoud. Dat geve Hij, die machtig is te doen boven bidden en boven denken.
J.B. NAAKTGEBOREN.