En dat beloofde ze hem.....
Tante, geheel in beslag genomen door haar liefdadigheidsbeslommeringen, was wel even geschrikt, toen ze hoorde van Mary's uitgaan. Maar dadelijk daarna was ze weer vol aandacht voor het liefdewerk dat haar na aan het hart lag.
Mary's telegram stelde haar gerust. Zij kon het zich indenken, dat het kind naar Henk verlangde. Als hij weerkwam, zou ze hem zeggen, dat hij niet meer zoo lang weg mocht blijven.
Toen ze Mary een poosje later zag binnenkomen, een blosje van geluk op de wangen, was tantes boosheid geheel geweken, was er enkel plaats voor vreugde in haar oude hart, vreugde om het kind, zooals ze Mary in sommige oogenblikken noemde.
‘Als de avondlucht je maar geen kwaad heeft gedaan.... Het was toch wel een beetje stout van je.... om zoo stil weg te loopen, terwijl ik bezig was....’ En ze drukte haar rimpelige gezichtje tegen Mary's gloeiende wangen.
‘Als ik het u gezegd had was er niets van gekomen....’, zei Mary, ‘en.... het was nóódig, dat ik ging....’
Dien nacht sliep Mary heel weinig.
Als ze de oogen even sloot, zag ze Henk, zooals hij daar langs haar heen was gekomen, in de Prinsestraat.... Dan voelde ze weer die ijskoude om haar heen, precies zooals op het oogenblik zelf.... Maar ook dadelijk verrees Dolf in zijn robuste kracht, zag ze in zijn donkere oogen, die haar zoo diep doordringend hadden aangestaard.
Ze kon haar gedachten nog niet tot iets bepalen. Als een chaos schoten ze door haar hoofd.
En toen ze den volgenden morgen opstond, haar bleek vervallen gezichtje bezag in den spiegel, werd het klaar in haar, dat ze zich haar leven in den vervolge anders moest indenken.... En mijmerend zette ze zich, nog slechts ten deele gekleed, op haar rustbank. - Uit.... was het tusschen haar en Henk.... heelemaal uit.... Als ze zich dit voorhield, die woorden met bevende lippen telkens voor zichzelf herhaalde, dan kwamen weer de tranen in haar oogen....
- Zou zeer ooit aan kunnen wennen, Henk... te weten.... van.... een andere?...
Haar huwelijk was geweest een korte droom van geluk, een kort en innig samenleven, misschien gebaseerd op physieke bekoring.... daarna die verwijdering.... door niets in het leven geroepen. Een vervreemden, dat ze beiden voelden. Ze rilde, als ze daaraan dacht.
Och een goeie kerel is Henk, had Dolf gezegd....
En hoeveel lieve herinneringen had ze niet aan hem....
Ze zou die nooit vergeten.
Ze dacht er over na hoe gemakkelijk Henk over alles was heengestapt.... dat deed haar toch binnenin wel zeer. Niets had het hem gekost zich van haar af te wenden,.... een ander wat háár toekwam, wat háár recht was, te geven.... wie weet hoe lang al....
Even schrijnde verwijt in haar toen ook het oogenblik van zwakke wijfeling in den trein aan haar geest voorbijtrok.... Maar was dat niet om haar groote smart om Henk....?.... - Zou ze er ooit zelf toe gekomen zijn - zelfs in hun verkoeling - zich in een nieuwe liefde, een liefde, waar Henk buiten stond, in te denken....
Ze schudde troosteloos het hoofd.... Ze wist het niet. Het leven was zoo gecompliceerd....
Liet ze zich daar ook maar niet in verdiepen.... Het gebeurde viel niet ongedaan te maken.... Zij moest nu vooruit zien, niet meer terug naar wat achter haar lag....
Voor haar opende zich een horizon.... waarin ze heel váág nog zag.... Dolf....
Al spoedig kwam er een brief van mevrouw Verberne, Dolf's moeder, om Mary uit te noodigen een poosje bij haar te komen logeeren.
Ze liet hem tante lezen, vroeg wat ze doen zou. Ze zag er tegen òp.
‘Stel het liever nog wat uit, tot het weer beter wordt, je bent hier zoo verwend....’ raadde tante.
Het leek Mary ook veel beter in het voorjaar naar buiten te gaan, dan in den winter; maar een stil verlangen naar Dolf, dien ze wist er te zullen ontmoeten, drééf haar tot gaan. Ze kon wachten tot na Nieuwjaar, als al de intieme feestdagen voorbij waren, en wie weet had Dolf's moeder voor later haar kamers misschien aan anderen verzegd. Wat kwam het er eigenlijk op aan, als ze hier er maar eens uit was...., maar eens in een andere omgeving kwam.... En Mary schreef dat ze heel gaarne zou komen.
Er volgden nu dagen van heerlijke voorbereiding voor Mary. Zoolang ze uit den Haag