De Hollandsche Lelie. Jaargang 26
(1912-1913)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 723]
| |
De bloesems van de linde,
Zoo fijn en teer,
In reine, zachte kleuren
En wondervolle geuren,
Ik voel ze weer.
'k Ben eens heel stil ontvloden
Het aard-gedruisch,
Maar linde, schoone linde,
'k Kon u niet wedervinden
Voor 't ouderhuis.
Met weemoed, diepe weemoed,
Vervult het mij;
Waar zijt ge toch gebleven,
Droom uit mijn kinderleven,
Zoo jong en blij?
J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE.
|
|