neen - dat doe ik niet - - met heeren aan tafel zitten, dat doe ik niet - - ik dacht dat U een pension hield alleen voor dames en kinderen’. - Hierop neeg en boog zij zichzelve, hoe langer hoe schutteriger, de deur uit, tot groot vermaak van de eigenaresse en mij. - Over Top Naeff: Voor de Poort zie s.v.p. mijn recensie. Adio. Als ik ooit in A kom, geloof ik dat ik U eens ga opzoeken. Gij zijt zoo anders dan andere menschen, zoo heelemaal U-zelf.
C.J.v.d.B. - Ik heb Uw stuk nog niet gelezen, en dus nog niet in de corr. meegedeeld of het al of niet was aangenomen. Door mijne op den 1sten Aug. l.l. aangevangen zeer ernstige ongesteldheid, U uit de Lelie bekend, is er toen eene ophooping van copie ontstaan, waardoor ik mij nog niet heenwerken kon: Intusschen zal ik er nu terstond onderzoek naar doen. Van kwalijk-nemen is geen sprake. Gij hebt groot gelijk dat gij U tot mij hebt gewend.
C.B. - Ik begin met U, ingevolge Uw vraag, te antwoorden: Blijf waar gij zijt. In zulke gevallen als het Uwe geef ik dien raad steeds, want hier geldt met recht: le mieux est l'ennemi du bien. - Nu over den Balkan-oorlog. Beschouwt gij dien nog stééds, óók na het gesjacher in Londen over het door de Turken af te stane grondgebied, als een ‘godsdienstoorlog’? Of is het U nu duidelijk geworden dat ik gelijk had met mijn beweren (en dat van velen) dat het den Bulgaren en Servieërs alléén is te doen geweest om vergrooting van hun grondbezit, en om niets anders. Bij de vredes-onderhandelingen in Londen is het op de meest-openlijke wijze door hunne afgevaardigden gezegd hoe zij gevochten hadden om te veroveren en hoe zij daarom in de vergrooting van hun grondgebied de eerlijke (?) belooning verlangden van de door hen gebrachte ‘offers’. De schandelijke mishandelingen den Israëlieten in Rusland aangedaan zijn m.i. niet te vergelijken met de door de Turken begane wreedheden, om de zeer afdoende reden dat de Russen een christelijken godsdienst heeten te belijden, en dus alszoo de plicht hebben zich christelijk te gedragen jegens alle hunne naasten. Met de Mohammedanen is dat een geheel ander geval ten opzichte der christennatiën. Ik wil hiermede geenszins zeggen dat ik de Turksche wreedheden goedkeur, maar ik vind ze alleen méér te excuseeren dan die van de ‘christelijke’ Balkan-bewoners hunnerzijds, ten opzichte der in hunne handen gevallen Turken, waarvan gij de schandelijkste staaltjes hebt kunnen lezen. (En wees maar overtuigd dat verreweg het ergste en verschrikkelijkste niet eenmaal doordringt tot ons!)
Ik ben blijde dat gij, evenals ik, niets voelt voor de Balkan-roode-kruis-zendingen. Er is waarlijk in eigen land en eigen omgeving genoeg ellende, om het geld niet te verspillen aan de niet eenmaal gewenschte ambulances in de verte. Want, dat zij niet eenmaal gewenscht zijn tenslotte, dat blijkt meer en meer. - Telkens kan men lezen in de berichten van dezen of genen ambulance-leider dat hij zoo weinig gewonden heeft, dat men hem uit ‘naijver’ ze niet opzendt, enz., enz. Daartegenover staat dan dat we geen correspondentie van deze heeren onder de oogen krijgen of we vernemen dat de heeren-leiders deze feestmaaltijd, dat eere-diner, die plechtigheid, hebben bijgewoond! En dáárvoor zijn duizenden en duizenden bijeengebracht, terwijl men in de couranten dagelijks ziet bedelen voor onze eigen arme heidebewoners, voor ongelukkige gezinnen, enz., en héél dankbaar moet zijn als er dan eenige guldens bijeenkomen met dubbeltjes en centen. Maar in dat laatste geval speelt de menschelijke ijdelheid geen rol, en blijft het bij zuivere, van anderen ongeweten, liefdadigheid. In het eerste, dat der ambulance-uitrustingen daarentegen, komt men in de courant, verdient een plasdankje bij den Prins, en, als men een héél groote som geeft, dan krijgt men een ridderorde óók nog.
Over Berlijn denkt gij precies als ik. Uw woorden: ‘het typisch Duitsche cachet ligt er zoo dik op’ zijn mij uit het hart geschreven. Ik houd veel van Duitschland overigens, maar Berlijn heeft zoo'n speciaal vulgair cachet. Het is zoo recht protzig! Er is noch in de toiletten der dames, noch in de etalages der winkels, noch in de luxe van de paleizen op den Kurfürstendamm of in die van de hôtels eene wezenlijke distinctie, alles ademt dubbeltjes, geld, maar géén smaak. Alles schreeuwt van bluf. Maar de innerlijke beschaving ontbreekt. Daarom deel ik-ook geheel Uw meening aangaande het geheel andere, veel verfijnder soort van genot dat Parijs oplevert. Ofschoon ik daar niet graag voorgoed zou moeten wonen. Dat laatste nog liever, als het moest, in Berlijn. - In Berlijn heb ik in verschillende hôtels gelogeerd, den laatsten keer was ik er, na mijn vertrek uit de kliniek in de Charité, in hôtel Central bij de Friedrich-strasse, een first-rate, uitstekend hôtel. Hôtel Central daarnaast ken ik óók, en is óók uitstekend. En dan, maar dat is nog duurder, kan ik U aanbevelen Fürstenhof: Potsdammerplatz. Dat is een verrukkelijk hôtel met uitstekende diners. Met mijn vader heb ik lang gewoond, voor jaren, in een der Chr: hospizen, die Duitschland, en Berlijn speciaal, vele telt. Ik logeerde verleden jaar om het nog eens terug te zien met mijn vriendin naar dat zelfde, nog steeds door dezelfde directrice bestuurde hospiz, maar ik vond het er zóó saai en zoo stijf, dat ik de gelofte deed er nooit meer terug te komen. Daarenboven mist het een vooral voor mij, om mijn hart, onmisbaar comfort van den hedendaagschen tijd: een lift. Overigens moet ik erbij zeggen dat het er niet-duur, zindelijk, en voor dames-alleen uiterst ‘zedig’ is. Maar de christelijkheid wordt er betracht in een zoo aanhoudende zuurheid van blikken en in zulk
een neerdrukkende somberheid, dat ik het geen gelegenheid vind om te logeeren wanneer je voor je genoegen uitgaat. Men neemt er echter menschen op van alle gezindten, en laat U ook geheel vrij in zake het al-of-niet-bijwonen der ochtend- en avondbidstonden. - Wat Menton aangaat is het U zeker bekend dat daar dit jaar twee nieuwe palace-hôtels zijn geopend; 't eene, 't Grand-hôtel, vlak bij 't hôtel du Louvre, was verleden jaar reeds gereed, en zag er zeer aantrekkelijk uit. Het hotel waarvan gij schrijft moet inderdaad zeer goed zijn, het wordt speciaal door Engelschen bezocht. Wat mij betreft,