voordacht deponeerde ik nu voor eenige weken een brochure van den anti-Trekhondenbond, op de tafel der 2e klasse wachtkamer, en niet in de 3e. - Het was op een Zondag, er was dus een zeer druk verkeer van vrij gemengd publiek. Eenige uren later, op mijn terugreis, keek ik of de brochure er nog lag, en vond die - met dikke potloodstrepen doorgekrabd en van de hatelijke en verbitterde woorden als: ‘Dood aan het Dierenbeschermersgespuis!!’ voorzien. In een hoek der kamer lag onder de voeten getrapt het aardige en onschuldige blaadje ‘De Dierenvriend’!
Aan het station Biltstraat te Utrecht ondervond ik voor eenigen tijd een soortgelijke ontmoediging: voor het eerst, en voorloopig ook voor het laatst, legde ik daar eenige prentbriefkaarten van den anti-Trekhondenbond neer, in de wachtkamer 3e klasse, met het gevolg dat de stationsbeambte genoemde kaarten direct in beslag nam, en mij met zijn verachtelijke en medelijdende blikken vernietigde.
Deze en soortgelijke ondervindingen zijn nu niet juist aanmoedigend, als men de goede zaak der Dierenbescherming - ook door het verspreiden van brochures - zou wenschen te dienen, en pleit weinig voor den goeden geest en de toenemende veredeling, ontwikkeling, en beschaving van het Nederlandsche volk!!
Ik neem dit stukje gaarne over, vooral omdat het slot zoo wáár is, want, heusch, Nederland staat in dit opzicht van dierenbescherming verre ten achter bij Engeland in de eerste plaats, maar ook bij Frankrijk. Een bewijs hiervan zij hier vermeld. Ik ben abonnée van het veelgelezen fransche Blad Excelsior, dat zich, evenals the New York Herald, zeer verdienstelijk maakt ten behoeve van de dierenbescherming. Ik las daarin - het blad komt ongeveer om half 8 uur 's avonds in mijn handen, - dat een hond in Parijs, na zijn eigenaar te hebben beschermd tegen twee apaches, die voor hem op de vlucht waren geslagen, was gebracht naar de tot afmaken of tot vivisectie bestemde inrichting, omdat... niemand den bewusten eigenaar, een arme schipper, indien hij een hond meebracht, onderdak wilde geven. Zelfs rijke menschen kunnen namelijk tegenwoordig in Parijs geen woning meer vinden, indien zij een hond of een kat meebrengen, laat staan dus armen! De bewuste schipper had dien hond uit het water gered; het dier had hem zijnerzijds zijn dankbaarheid getoond door hem op zijn beurt het leven te redden tegen twee woeste aanvallers. Nu werd zijn einde - door de wreedheid der menschen - een marteling van vivisectie, veel erger dan de dood. - Dat mocht niet. Niettegenstaande wij een benedenhuisje bewonen, met vier honden, een vondeling-poes, en een papegaai, telegrafeerden wij nog dienzelfden avond naar de redactie van Excelsior, met verzoek ons den hond te doen opzenden voor onze rekening. Maar ziet - - de Franschen zijn impulsiever, goedhartiger, waar het de dieren geldt, dan de Hollanders! Want, niet alleen een redactie-lid-zelf had zich onmiddellijk met den directeur der inrichting in verbinding gesteld om het leven van ‘Moïse’ te sparen, maar ook Henri Lavedan, de beroemde Fransche auteur en académicien, Lucien Millevoye, de Comtesse da Silva, een schilder, die zijn naam niet genoemd wilde hebben, en nog vele, vele anderen, hadden
zich, reeds vóór ik het bericht hier in Holland onder de oogen kreeg, onmiddellijk aangemeld met hetzelfde doel: den hond te redden. Ik citeer woordelijk uit Excelsior:
Het trouwe dier is een ontelbaar aantal malen opgevraagd in deze twee dagen. Door tallooze telefoon-gesprekken hebben medelijdende lezers ons doen weten, dat Moïse niet behoefde te wanhopen. Voor zijn eerste behoeften ontvingen we 20 francs. Bij de dierenbescherming kwamen meer dan zestig aanvragen in om hem aan te nemen.
Ik vraag U in gemoede of zoo iets in Holland denkbaar is? Welke onzer groote Bladen zou zich tot zoo iets ‘belachelijks’ leenen, van aldus voor een verlaten dier op te komen? En hoevele Hollanders zouden zich hebben aangemeld om het te redden? ‘Voor zoo iets is Holland nog niet rijp’ - zei mij een invloedrijk lid van de Dierenbescherming, toen ik hem vroeg waarom wij hier niet, evengoed als in 't buitenland, een kerkhofje kunnen hebben voor onze trouwe viervoeters. En met zoo'n lamlendig antwoord moet je het dan maar doen! Holland is inderdaad niet rijp voor de edele beschaafde gevoelens van werkelijke dierenbeschermers - den goeden niet te na gesproken!
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.