II.
De Nederlandsche vlag.
‘Die banen van rood, wit en blauw, hoe plooien en kronkelen zij zich, dan op- en dan nederwaarts; hoe harmonisch stemmen die kleuren overeen met de oranjevlaggen, die hier en daar tusschen de golvende driekleurmassa in, als blijken van bijzondere hulde en verknochtheid aan het Oranjehuis, of als toonbeelden van ouderwetsche, weder nieuw geworden denkbeelden, verspreid zijn.’
Zoo ongeveer werd geschreven in 1863, en na vijftig jaar zijn die woorden nog van kracht. Ik ten minste, ken geen fraaier versiering van een stad dan de gewone vlaggentooi, voornamelijk indien de vlaggen uitgehangen zijn, zooals vroeger het geval was. Nu is men er op bedacht om den vlaggestok langs den gevel schuinstaande te plaatsen, zoodat er van flink uitwaaien bijna geen sprake meer is, en de ineengeplooide vlag veel minder het blijde, opwekkende der vlaggen-vroolijkheid van weleer weerspiegelt. Wil men de vlag hijschen, laat het dan geschieden van den nok, dan ook heeft zij gelegenheid flink uit te waaien.
Het is misschien uit gewoonte, maar ik ken geen mooier vlag dan de Nederlandsche. Wandel op een nationalen feestdag door de straten van den Haag, Rotterdam of Amsterdam, als ook de buitenlandsche vlaggen medewerken in het kleurenspel, en men behoeft niet bevooroordeeld te zijn om onze vlag (het rood, wit en blauw) den palm der overwinning te schenken, en als men enkele buitenlandsche steden in feestdos heeft gezien, dan valt die vlaggentooi in kleurschakeering en opwekkend aanzien geheel af bij het schoon der Nederlandsche vlag.
Juist daarom dienen wij haar hoog te houden, en daarin moest het hoofd van den Staat ons voorgaan. Ik herinner mij nog met vreugde den Koninklijken standaard (rood, wit en blauw) die van het Paleis in het Noordeinde woei, als de Koninklijke familie het Staatsgebouw had betrokken. Trouwens het is het Paleis der Natie, (wel een beetje armoedig) en het Hoofd van den Staat heeft daar zijn zetel genomen, juist omdat het 't Paleis der Natie is.
Thans is dit sedert eenige jaren anders geworden. De raadslieden der Koningin hebben een familievlag verzonnen, en dat kleine, leelijke, vierkante lapje (bij storm is het nog kleiner: dan is het een stormbal) vervangt voortaan onze heerlijke nationale driekleur.
Er heeft een uitdeeling van die familievlag, gewijzigd naar den graad van verwantschap, plaats gehad:
Prins Hendrik der Nederlanden, Prinses Juliana, de Koningin-Moeder; zelfs de overleden Vorstin von Wied, geb. Prinses Marie der Nederlanden kreeg een familievlag.
Gelukkig heeft het Hare Majesteit de Koningin-Moeder behaagd om voor Haar Paleis in het Lange Voorhout nog steeds de nationale driekleur in den Koninklijken Standaard te behouden.