De Hollandsche Lelie. Jaargang 26(1912-1913)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Over den Noorderfjord. Ons bootje glijdt, zoo droom'rig stille, Over den Noorderfjord. En 't is mij of ik door de golven In slaap gezongen word. Het zonneglanzen over 't water Is als een vreugdelied, Dat altijd verder wordt gedragen In eindeloos verschiet. De wolken, eerst omrand met zilver, Staan nu in gouden gloed; De toppen van de bergen gloeiën: Een laatste zonnegroet. De kusten zijn zoo schilderachtig, Vol grootsche, wijdsche pracht, De gletschers staan als stille wachters, Heel licht, in donk'ren nacht. De schemering weeft zil'vren sluiërs, Spint weefsels overal, En vrede, heilige⁀avondvrede Heerscht in het stille dal. J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE. Visnäs, 8 Aug. 1910 Vorige Volgende