Drie moorden.
Gedurende de beide Pinksterdagen werden hier ter stede niet minder dan drie moorden gepleegd.
Gisterenmiddag werd de tweede wijkmeester van Pintoe Ketjil, Bo San, door een landgenoot, A Tjin geheeten, dood geschoten met een geweer dat de moordenaar had geleend van een zekeren R., te Petodjo.
Bij huiszoeking in de woning van R. werden aldaar niet minder dan drie geweren gevonden, waarvoor de bezitter geen vergunning der politie bezat. Voor het wapen, waarmede de moord werd gepleegd, bestond echter wel een dergelijke vergunning.
De dader werd onmiddellijk gevat en heeft reeds bekend.
De aanleiding zou een oude veete zijn, waarover den vorigen dag reeds woorden waren gevallen, bij welke gelegenheid de vermoorde zijn vijand met den dood zou hebben bedreigd.
Zondagmorgen werd te Petodjo het lijk gevonden van een Europeeschen cavalerist, dat sporen van geweld droeg.
Bij onderzoek bleek dat de man was vermoord; de drie vermoedelijke daders, inlanders, werden reeds gearresteerd.
Te Pegansaën vermoordde een sadokoetsier in koelen bloede zijn vrouw.
Ik sprak zooeven over de vele veediefstallen alhier; de politie schijnt daar niets aan te kunnen of te willen doen.
Maar hoe het ook zij, de toestand is op den duur onhoudbaar. De dessa-bevolking, welke het kind van de rekening is, heeft dit waarschijnlijk ook ingezien tenminste, nu de politie hen niet helpt, helpen zij zichzelf n.l. door zelf voor politie en rechter te spelen.
In de dessa Brangkal werd in den laatsten tijd veel gestolen zonder dat de politie de dieven te pakken kon krijgen; de bewoners besloten toen zelf wacht te houden.
Enkele nachten geleden werd een veedief in bovengenoemde dessa gesignaleerd; het volk kon hem duidelijk zien, daar de maan zeer helder scheen. De schavuit werd onmiddellijk omsingeld, plotseling van alle kanten besprongen en toen hij goed was gekneveld, vreeselijk mishandeld.
De dessabewoners waren razend, alle haat, lang in hun binnenste opgekropt, ontketende zich, stortte zich uit over den weerlooze daar aan hunne voeten.
Hij werd getrapt, geslagen, gebeukt met stukken hout en ijzer. Eindelijk toen de storm eenigszins was bedaard en de meesten der beulen zich hadden verwijderd van de executie-plaats, kon de deerlijk mishandelde opgenomen en naar het Stadsverband worden getransporteerd, waar hij echter spoedig bezweek aan de bekomen wonden.
Correspondentie uit Modjokerto, uit het Nieuws van den Dag van 7 Mei 1912.
De onmacht der indische politie blijkt wel uit deze entrefilets, die men bij tientallen zou kunnen aanvullen, indien men alle berichten uit de couranten zou willen overnemen, melding makende van moorden, brutale aanrandingen en diefstallen. Waar moet het heen vragen wij ons af, waar zelfs in de hoofdsteden op Java de onveiligheid zoo groot is dat een europeesche dame, in een bevolkte wijk rijdende, door roovers wordt aangerand en de politie zelfs niet in staat is een enkele der schurken te arresteeren.
Terwijl te Batavia 3 moorden in 2 dagen plaats hebben en in een andere wijk van de hoofdstad Bantamsche koelies zulk een schrikbewind uitoefenen dat diefstallen en straatrooverijen aan de orde van den dag zijn. De Bataviasche politie schijnt dan wel onder den Hoofdcommissaris Ruempol het toppunt van onbenulligheid te hebben bereikt, waar een inlandsche agent - liefst in zijn diensttijd - zijn tijd verbeuzelt met het oplaten van vliegers!!
Hoe het met de veiligheid gesteld is in de binnenlanden van Java en elders, leert ons den onhoudbaren toestand in de afdeeling Modjokerto, waar overal vee wordt gestolen, zonder dat de politie bij machte is aan deze rooverijen paal en perk te stellen, en de dessabewoners ten slotte verplicht werden zelf voor politie en rechter te spelen, bij welke gelegenheid de veedief zóó werd mishandeld dat hij tengevolge van de opgeloopen verwondingen bezweek.
Waarschijnlijk zullen de daders nu wel wegens moord vervolgd en gestraft worden, maar wij stellen de vraag of dit wel billijk is, daar door de machteloosheid der politie de inlanders wel genoodzaakt werden zelf hun eigendommen te beschermen.
Nu zal men wel zeggen dat niemand zijn eigen rechter mag zijn, doch wanneer de dessabevolking, maar steeds het kind van de rekening is tengevolge van de onmacht der politie, dan zal iedereen begrijpen dat zij eindelijk radeloos worden, en zich niet ont-