schrift leest als het volgende: ‘Hier hebben wij ze ter aarde besteld, onze goede kleine Vera, die ons, toen menschen in gebreke bleven, in liefdevolle aanhankelijkheid en trouw tot haar laatsten ademtocht toegewijd bleef.’
De meeste zerken dragen de nauwkeurige opgave van den geboorte- en den sterfdag der begraven lievelingen.
Daarentegen ontbreken bijna overal de namen der bezitters. De wachter, die toezicht op deze eigenaardige begraafplaats houdt, vertelt dat dagelijks ‘achtergeblevenen’ de graven komen bezoeken. Op de geboorte- en sterfdagen brengen de menschen bloemen en kransen.
De stichter van deze begraafplaats, Dr. Wernicke, deelde mede, dat hij het stuk grond ten algemeenen nutte had gepacht, op geenerlei wijze echter propaganda voor de zaak wenschte te maken. ‘Er zijn vele menschen, zei hij tot een verslaggever, die veel van hun dieren houden. Sterft er een, dan hebben zij een begrijpelijken tegenzin, om de lijken aan den vilder af te staan. Rijke lieden kunnen hun lievelingen in hun tuinen op hun landgoederen laten begraven. Dengenen echter, die geen grondbezit hebben, wilde ik in de gelegenheid stellen hun dieren te kunnen begraven. Het zijn meest eenzame menschen of kinderlooze echtparen, die op deze wijze hun trouwen, viervoetigen vriend hun dank betuigen, en het is een onschuldige piëteit, die men hun wel gunnen mag. Menigeen zal daarover glimlachen; de dierenvriend echter begrijpt deze gevoelens. Ik ken een kunstenaar, wiens hond hier begraven ligt. De man trekt door de heele wereld, maar, als hij in Berlijn komt, is zijn eerste gang naar het “hondenkerkhof”. Deze naam is evenwel niet geheel juist, want er zijn niet alleen honden, maar ook vele katten, ja zelfs een duif en een kanarievogel hier begraven.’
Dat Parijs in dit zelfde opzicht sinds lang vóórging is overbekend. Indien ik mij niet zéér vergis telt ook Londen onder zijne begraafplaatsen er eene voor dieren.
En, waarom ook niet?
Is het niet weerzinwekkend, indien gij geen eigen tuin bezit, 't overschot van een lieveling, die jarenlang Uw leven vermooide door zijn liefde, aanhankelijkheid, gezelligheid, trouw, wat dan ook, - laat het kat, hond, vogel of paard zijn, 't doet er niet toe - te moeten wegwerpen voor oud-vuil, in den meest-letterlijken zin?
Juist den Haag telt heel veel hondenbezitters en hondenliefhebbers. En daarom verwondert het mij dat de vereeniging voor dierenbescherming nog steeds er niet toe is gekomen in dit opzicht in waarheid te voorzien in een ‘dringende behoefte’. Ik ben overtuigd, indien zij een lijst laat circuleeren onder hare leden, dan zal zij spoedig genoeg het geld bijeen hebben tot aankoop van het benoodigde terrein. Want, immers, niet alleen Haagsche leden, maar ook die uit de provincie kunnen met alle gemak hunne afgestorven dieren naar een begraafplaats bij de residentie doen vervoeren; de kleinheid van ons landje maakt in dezen die zaak al heel gemakkelijk.
ANNA DE SAVORNIN LOHMAN.