De Hollandsche Lelie. Jaargang 26(1912-1913)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Einde en Eeuwigheid. Wanneer wij bij een open graf, Vol smart en bange pijn, Zoo eenzaam en zoo diep bedroefd, Zoo héél verlaten zijn. Dan - toen het stil werd in ons zelf, En stil ook om ons heen, Was 't vaak, of, alle bitterheid Uit onze ziel verdween. 't Was of iets moois, een helder licht, Ging troostend ons voorbij, We voelden door de droefheid heen, Het eeuwig' ons nabij. We voelden anders onze smart, De leegte, het gemis: Een heimwee, eindloos groot en sterk, Maar.... licht in duisternis. We voelden: alle einde lost Zich op, in eeuwigheid; Waar alle heimwee wordt gestild In blijde werkelijkheid. J. VAN REES-VAN NAUTA LEMKE. Vorige Volgende