De Hollandsche Lelie. Jaargang 26
(1912-1913)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHoofdartikel
| |
[pagina 2]
| |
bruik en dwaling een te slechten klank gekregen had. Daarom wil ik er liever van afzien hem onder te brengen in een bepaalde klasse of rubriek, maar alleen pogen te verklaren wat Dalcroze, met zijn methode wenscht te bereiken. Naar ik hoor is hij in Nederland ook reeds in wijden kring bekend geworden door de opvoeringen van leerlingen en daarom waag ik te hopen, dat deze kleine schets, dat deze opmerkingen de aanhangers, die hij daar reeds gewonnen heeft, zullen interesseeren, en dat zij nieuwe sympathieën voor hem mogen winnen. Het doel, dat Dalcroze voor den geest staat, de gedachte, die aan zijn absoluut nieuwe en oorspronkelijke methode ten grondslag ligt is: den mensch ook naar geest en ziel te veredelen door het lichaam te dwingen tot gehoorzaamheid aan de wetten van den rhytme. De rhytme, zooals hij dien zich voorstelt moet een beleving zijn. Door de rhytmische gymnastiek, waarop zich de geheele Dalcrozemethode baseert, wordt de toon beweging. De leerlingen voeren bij heel eenvoudige melodieën gymnastische oefeningen uit van den meest verscheiden en uiteenloopenden aard, en steeds, hetzij nu dat de beweging een rhytmisch loopen is, of een haastig heen en weer rennen, of een dansen, steeds heeft men den indruk, dat dezen leerlingen de rhytme om zoo te zeggen in vleesch en bloed is overgegaan. Zij hebben uit hun lichaam een instrument gemaakt en daarop spelen zij met meesterlijke zekerheid. De meest verscheiden oefeningen worden uitgevoerd met een gratie die men voorbeeldig mag noemen. Maar naast deze rhytmische gymnastiek, worden ook vlijtig gehooroefeningen gemaakt en het onderwijs in de Solfège-klasse verlangt van de leerlingen praestaties, die een uitnemend geschoold oor verlangen en zelfs - zooals Dalcroze eens bij gelegenheid van een zijner voordrachten glimlachend deed opmerken - aan oude geroutineerde dirigenten dikwijls moeilijkheden bereiden. Maar al deze leerlingen van de kleinsten tot de grootsten schijnen, door het genie van den meester aangevuurd, al deze moeilijkheden baas te worden met een gemak als ware het spel.Ga naar voetnoot*) Deze verrassende resultaten zijn natuurlijk in de eerste plaats te danken aan de absoluut geniale methode van onderwijs. Men behoeft slechts eenmaal een dergelijke les te hebben bijgewoond, om het geheel te kunnen begrijpen, hoezeer de invloed, die van Dalcroze uitgaat, suggestief is en de leerlingen aanvuurt. In hem zien wij de belichaming eener opvoedende en synthetische kracht. Dalcroze heeft er bij talrijke lezingen steeds weer de aandacht op gevestigd, dat de vorming, die aan zijn leerlingen ten deel valt, niets heeft van het schematische, dat aan een muzikale vorming in den regel eigen is. Hij wijst er bij voorkeur op, dat veeleer door de leerlingen te gewennen aan scherpe rhytmiek, zooals die hier integreerend bestanddeel van het lichaam wordt, het vermogen snel een besluit te nemen en de energie wordt verscherpt en vergroot, en dat aldus zeer in het bijzonder de psychische ontwikkeling van deze jonge menschen op de beste wijze wordt bevorderd. Dit beginsel, dat Dalcroze, zooals gezegd, zoo vaak hij over zijn methode spreekt als eerste op den voorgrond stelt, wordt op ongewone wijze bevestigd door een van den meester totaal onafhankelijk oordeel, dat reeds lang voordat hij op den voorgrond trad werd uitgesproken door een Duitsch geleerde. De bekende nationaal-econoom Karl Bücher heeft door een onbevangen onderzoek en het vergelijken van een reeks van feiten vastgesteld, welk een geweldigen invloed de rhytme op de ontwikkeling der menschheid tot nu toe heeft gehad: Hij publiceerde in 1896 in de Dissertaties van de Koninklijke, Saksische Maatschappij van Wetenschappen een geschriftje met den titel ‘Arbeid en rhytme’, en betoogt daarin, dat alle arbeid op de eerste ontwikkelingstrap van het menschdom reeds rhytmische vormen aanneemt, en dat het de rhytme is, die alle menschelijke energie-uitingen tot een eenheid samen doet smelten. Het staat boven allen twijfel, dat in deze absoluut moderne ontwikkeling een factor is, die voor de toekomst dingen van onschatbare waarde in zich besluit. In het vermoeden dat ze ook voor den lezer van dit blad van waarde zijn citeer ik hier eenige oordeelen van zeer beroemde kunstenaars en schrijvers, enz., die men ook in Nederland kent, en laat o.a. Leo Blech, Karl Hauptmann, Hugo von Hofmannsthal, Prof. Max Schillings en Generalmusikdirektor Steinbach aan het woord: | |
[pagina 3]
| |
Leo Blech.Dalcroze's bedoelingen en de door hem bereikte resultaten ken ik uit eigen aanschouwing. Mijn indruk was eerst de vreugdigste verbazing en uiterste verwondering en ging over in absoluut onbeperkte geestdrift. Ik ben er vast van overtuigd: hier wordt iets groots en fundamenteels voor de toekomst geschapen. | |
Karl Hauptmann.De groote idee van uw onderwijsinstituut heb ik met mijn eigen zinnen beleefd. Voor de dansen in de Dalcrozeschool stond ik als in een opgegraven tempel, waarin de antieke lichamen weer levend waren geworden. Het feit, dat in onze moderne lichamen de schoonheid alleen maar begraven ligt, dat men voor den gebonden mensch van heden enkel de banden der conventie behoeft los te maken en hem vrijheid behoeft te leeren, om voor hem de eeuwige gratie van bezielde bewegingen en gebaren te herwinnen, heeft mij met bliksemsnelheid aangegrepen, en dat doorhuiverde mij als een verrukkelijke openbaring. Veel geluk bij deze heerlijke onderneming! Gij hebt daarmede een meer levend werk ondernomen dan enkel het uitgraven van een oude stad. Als gij dat werk door jaarlijksche feesten bekroont en het op grooteren afstand zichtbaar maakt door de hernieuwde successen en voortdurenden vooruitgang, dan zal aan u langzamerhand de deelneming van geheel het Duitsche volk geworden. | |
Hugo von Hofmannsthal.Het streven van de school van Dalcroze schijnt mij gericht op vereeniging der zielskrachten, schijnt mij noodzakelijkerwijze tot iets hoogers te moeten leiden, daar het aan den mechaniseerden geest van den tijd tegengesteld is en daarom in elk opzicht ondersteuning waard. | |
Professor Max Schillings.Uit alle kracht mede te werken aan de ondersteuning van het instituut Jaques Dalcroze in Hellerau is de plicht van ieder, die gelegenheid had de beteekenis van deze artistieke onderneming in te zien. Daaronder mag ik mij rekenen. Voelde ik mij reeds door de bedoelingen van Jaques Dalcroze aangelokt, op het eerste oogenblik, dat ik daarvan hoorde, zoo is mijn vertrouwen in dezen zeldzamen kunstenaar en genialen paedagoog toegenomen met zijn langzaam maar zeker groeiend succes, en sedert ik verleden zomer de openbare lessen en opvoeringen der school kon bijwonen ben ik zoo innig als slechts mogelijk overtuigd van de belangrijke zendingstaak dezer onderneming. De voorstelling droeg nog - voor zoover ze niet de praestaties der leerlingen betroffen - het karakter van een experiment, van de eerste expeditie in een vruchtbaar, nieuw land, die nog geen gebruik kon maken van alle mogelijkheden, die de nieuwe verovering bood; alleen hetgeen waarop het aankwam kon den nadruk krijgen, de stijl kon vastgelegd worden. Als nu evenwel in het nieuw gebouwde artistieke tehuis alle elementen van harmonische samenwerking zich zullen laten vereenigen dan ben ik zeker van een onverwachte geestdrift-wekkende uitwerking. Ieder, die aan de ondersteuning der ‘feestelijke spelen’ materieel deelneemt, zal rijk loon vinden door verbreeding en vermeerdering van zijn artistiek gevoelen. | |
Generalmusikdirektor Fritz Steinbach.Toen na afloop der overgangsexamens en eindexamens van het instituut het vorig jaar Jaques Dalcroze mijnen collega's en mij, die uitgenoodigd waren als examinatoren te fungeeren, verraste met een opvoering, die aan ons, kenners der rhytmische opvoedingsmethode iets totaal nieuws bracht en ons diep ontroerde, toen was het ons duidelijk, dat zich hier een zelfs niet mogelijk geacht uitzicht bood op de ontwikkeling van een nieuwe uitbeeldende kunst. Daarom begroet ik uw voornemen schoolfeestspelen in de speciaal daarvoor gebouwde feestzaal in Hellerau te organiseeren met groote vreugde. Aan het conservatorium, dat onder mijn leiding staat is de rhytmische opvoeding naar de methode Jaques Dalcroze sedert twee jaren ingevoerd als verplicht vak. Ik kan dus den zegenbrengenden invloed van de op de juiste wijze onderwezen en op de juiste wijze toegepaste methode op de artistieke ontwikkeling der leerlingen het best beoordeelen en kan ook constateeren, dat de leerlingen zich elk jaar met grootere vreugde wijden aan de oefeningen. Dat deze oefeningen nu een grondslag vormen voor de ontvouwing van natuurlijke vrijheid en schoonheid in de uitbeeldende kunst, zullen ons de feestspelen in Hellerau bewijzen, die op vele, ja de meeste bezoekers wel den indruk zullen maken eener openbaring. | |
[pagina 4]
| |
Nadat voor de onderwijsmethode van Jaques Dalcroze de daadwerkelijke belangstelling van vele kunstlievende vrienden gewonnen is, is het langzamerhand gelukt de middelen te vergaren om in Hellerau bij Dresden het instituut een vaste woonplaats te geven. De inrichting daarvan mag voorbeeldig genoemd worden. In de school bevindt zich behalve een aantal groote zalen, die dienen voor het onderwijs, een geweldig groote zaal voor opvoeringen, die 49 Meter lang, 16 Meter breed en 12 Meter hoog is. De inrichtingen buiten de eigenlijke school herinneren in menig opzicht aan de gewoonten van de klassieke oudheid. Zoo bevinden zich in het bijzonder naast de onderwijszalen, waarin de gymnastische oefeningen worden gedaan, zeer ruime, uitnemend ingerichte garderobes met bad- en douche-inrichtingen, die na elke les door de leerlingen gebruikt worden. Als ik hieraan nu nog toevoeg, dat met deze voorbeeldige schoolruimte organisch verbonden is een woonhuis, dat evenzeer, zoowel materieel als idieel in elk opzicht voldoet aan de eischen, die een dergelijk instituut stelt, dan geloof ik een tamelijk overzichtelijk beeld over de naderbij gelegen en verdere bedoelingen, en den huidigen stand van het ondernemen van Dalcroze te hebben gegeven. Het woon- of liever pensionhuis is een buitengewoon vroolijk gebouw, dat zoowel van binnen als van buiten op even liefdevolle als vernuftige wijze is aangepast bij de bedoelingen en de behoeften van zijn bewoners. Het gebouw wijkt in ieder opzicht af van wat traditioneel en smakeloos is, en sluit zich met zijn luchtige, vriendelijk-artistieke zalen en kamers waardig aan bij het overige. Wie denkt aan het in zijn klassieke gestrengheid toch feestelijk aandoende gebouw op de hoogte van Hellerau, en daarin als spiritus rector den meester omgeven door zijn talrijke scholieren - de school herbergt op het oogenblik ongeveer honderd leerlingen van alle nationaliteiten, waaronder ook een aantal Hollandsche meisjes en jongelui -, wie er zich rekenschap van geeft, dat al deze van leeftijd, nationaliteit, en sociale positie zoo principieel verschillende elementen door èén gedachte worden bezield en gedragen, die kan hierin de levendigste beteekenis van het slotkoor der negende vinden. Deine Zauber binden wieder
Was die Mode streng geteilt
Alle Menschen werden Brüder,
Wo dein sanfter Flügel weilt.
ELSE OTTEN.
|
|